in , ,

Column: slingerende wegen in Noord-Italië

Slingerende wegen in Noord-Italië

De mooiste wegen van Noord-Italië zijn niet de mooie vlakke doorgaande strade die van stad naar stad gaan. Nee, de mooiere straten liggen tussen de dorpen lang de meren. En de mooiste stukjes weg zijn die tussen het ene dorpje en het andere dorpje. Van zweet in je handpalmen tot ‘oh’ en ‘ah’.

Langs het Lago Maggiore

Komende vanuit het noorden lijkt het langs de westkant van het Lago Maggiore nog maar zo ’n klein stukje. Nog geen veertig kilometer van Locarno tot in Verbania. Slechts een kleine 85 kilometer van Locarno tot het uiterste zuiden van het Lago in Sesto Calende. Vanuit het vlakke Holland gedacht een blokje om. Een klein half uurtje nog. Toch zal vanuit het Zwitserse Locarno naar Verbania nog een ruim uur duren en tot het zuiden zeker een ruim half uur langer. Machtig mooie wegen, maar toch.

Middenstrepen

Als we Zwitserland uit zijn lijkt het alsof niemand nog iets ‘doet’ aan de weg. De ene gemeente heeft alles wel goed voor elkaar. Over het asfalt zoevend trekken we langs berg en rots naar een volgend oord. De volgende plaats heeft minder geld. Of minder geld over voor de strada. De weg wordt smal en zit soms vol opgevulde gaten in het asfalt.

Af en toe lijkt het alsof de middenstreep voortdurend onder het stuur zit en heb ik het gevoel dat ik steeds op de ‘verkeerde’ helft rij. Met een caravan achter de auto. Een caravan die uitsteekt. Eén verkeerde beweging en de rotsen trekken als een blikopener een kartelspoor door de zijkant. Of de vuilniswagen die aan de andere kant aankomt ramt de linkerzijkant. Het zweet staat in mijn handpalmen. In iedere geval die eerste keer dat ik er was. Daarna wendt alles snel en lijkt deze weg steeds korter te worden.

Oh en ah

Een panoramisch uitzicht. Voor degenen om mij heen die ‘oh’ en ‘ah’ roepend meerijden. Inderdaad een bloemenpracht, palmbomen en schitterende vergezichten bij elke bocht. Maar de verlossing komt als we de weg langs het meer afdraaien en er meer ruimte lijkt. Lijkt, want nergens langs de Italiaanse meren zijn de wegen echt breed als je de autostrada eenmaal hebt verlaten.

Naar Porlezza

Van het Zwitserse Lugano naar het Italiaanse Porlezza is misschien wel de mooiste autorit die er in Noord-Italië langs een meer te maken is. Langs het Luganomeer, dus. De eerste keer, in het stikdonker, niets van gemerkt. De dag erna bleek dat alle woorden over pittoreske dorpen en prachtige uitzichten stuk voor stuk te weinig zeggen.

Wat een weelde! Een slingerende weg van dorp naar dorp? Nee, van bocht naar bocht. Bloemen, huizen, tuinen, palmbomen, alles even mooi en goed onderhouden. Vergezichten waarvoor je spontaan zou stoppen. Er zijn dan ook niet voor niks van die uithammen aangebracht waar de toerist inderdaad even kan stoppen en kijken. Alleen maar kijken maakt een mens al rustig. Je zou de hele weg van dertig kilometer het liefst stapvoets maken. Om te genieten en alles in je op te nemen.

Scooters

Weer op weg. Naast de auto’s zijn er ook nog enkele scooters op de weg. De bestuurders zijn echte piloten. Met ware doodsverachting storten deze coureurs zich in de volgende blinde bocht of begeven ze zich naar links in een inhaalmanoeuvre om weer een auto voorbij te gaan. Je ontkomt er niet aan even te denken aan wat er kan gebeuren als er inderdaad eens een vrachtauto aankomt aan de andere kant van de bocht die zich om een rots krult.

Panne bij het Gardameer

Al zal het weggetje dat me het meeste bijblijft wel aan het Gardameer liggen. Autopech is in het buitenland is geen pretje. Als de monteur die met een opleggertje je auto komt halen geen letter over de grens spreekt en alleen met een pen die hij op een kaart zet kan uitleggen waar hij vandaan komt, dan is het echt geen lolletje meer.

De vriendelijke buurman die mij enkele dagen later naar die garage zal rijden, zal zich die rit nog heugen. Steeds verder van het meer af. Steeds mooiere uitzichten over een steeds kleiner wordend meer. Dan een afslag. Een weggetje dat uitgehakt lijkt in een rots. Lijkt? Nee, bij de tweede passage van zo’n punt, weet je het wel zeker. Uitgehakt in de rots omdat er naast de berg geen plaats is om een weg te leggen.

En dan komt de bestelauto die zojuist de plaatselijke winkelier heeft bevoorraad. Vrachtwagens of grotere bestellers komen hier niet. Of beter gezegd, kunnen hier niet langs. Kleine bestelauto’s die de goederen naar de bergdorpen brengen. Mijn chauffeur stopt in zo ’n bergpassage. Drukt de auto net niet met de rechterspiegel tegen de wand. Onverstoorbaar. De vriendelijke mevrouw achter ons rijdt stapvoets achter onze bumper aan. En zie, er is precies genoeg ruimte om de besteller langs te laten gaan. Nadat we wel even de rechterspiegel ingevouwen hebben.

Om aan de andere kant van de bergpassage een schitterend uitzicht te hebben. Over vallei, meer en de hele wereld. En omhoog voor ons een dorp. Met in het midden een autogarage. Zie ik mijn eigen voertuig al staan of is dit alleen de wens die de vader is van de gedachte. Straks moet ik met mijn eigen mobiel diezelfde berg weer af rijden.

Written by Peter van der Naald

Peter van der Naald geeft op nuchtere, humoristische wijze commentaar. In een volkomen eigen stijl en met eigen taalgebruik. Het sterkste punt van zijn stukjes is dat ze gaan over schijnbaar doodnormale zaken. Humoristisch geschreven in een eigen stijl. Met woordgrapjes die ook weer aanzetten tot nadenken. Een bijzondere kijk op Italië, op herkenbare situaties. Dingen van elke dag waar iedereen die wel eens in Italië is geweest, zich in kan herkennen.

Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Column: tweetalige opvoeding

Dé Italiaanse literatuurprijs: de Premio Strega 2015