In de vinexwijk waar we in Nederland woonden (Nieuwegein), zagen we behalve muggen, muizen en vage torretjes en spinnen eigenlijk nooit iets bijzonders rondvliegen of -kruipen. Maar sinds we op het Italiaanse platteland wonen, komen we allerlei gekke, enge maar ook leuke wezentjes tegen. Hieronder de tweede selectie van 8 insecten en reptielen die je komende zomer zomaar in of om je tent, stacaravan of vakantieappartement aan kunt treffen:
Inhoudsopgave
8. De spinduizendpoot of scutigera

Dit is een van de eerste vreemde insecten die je in Italië tegenkomt als je er eenmaal woont, want hij houdt zich voornamelijk binnenshuis op, bij voorkeur in vochtige ruimtes zoals de badkamer (douchecabine, bad) en de keuken (gootsteen).
Het veelpotige beestje ziet er eng, vies en griezelig uit en ik probeer ’m altijd zo snel mogelijk weg te spoelen wegens gebrek aan aaibaarheid. Toch schijnt het beest heel nuttig te zijn want het eet mieren, kakkerlakken, bedwantsen en zilvervisjes. Mij best, maar doe dat liever bij de buren.
9. De Florentijnse muurspin of segestria florentina

Een jaar of 2 geleden wilde ik het keukenraam sluiten, toen ik opeens een klein zwart spinnetje in het kozijn zag kruipen. Ach, zo’n beestje, dat ga ik niet verpletteren, besloot ik en liet het op mijn vinger kruipen zodat ik het buiten op de vensterbank kon laten afstappen.
Maar het achtpotige insect zat nog niet op mijn wijsvinger of… AUUUU! Wat een venijnige beet! Net zo pijnlijk als een wespensteek, of beter 2 tegelijk want er bleven twee felrode puntjes op mijn vinger achter.

Een week lang bleef de plek van de beet pijnlijk en opgezwollen. Hoe is het mogelijk dat zo’n klein beestje zo hard kan bijten? Pas nu, bij het onderzoek naar spinnen in Italië, kom ik erachter dat de meeste spinnen helemaal niet hard kunnen bijten, met uitzondering van de maximaal 22 mm grote Florentijnse muurspin.
Dat was ’m dus, de boosdoener. Volgende keer gaat het raam zonder pardon dicht. Of wacht, nee ik gebruik wel een mes of stokje om ’m te verplaatsen.
10. De krekel of grillo

Er zijn maar weinig geluiden die zo sterk een tropische sfeer oproepen als het getsjirp van de krekel. Stijgt de temperatuur eenmaal boven een bepaalde waarde, dan beginnen de mannetjes hun vleugels over elkaar te wrijven om zonder ophouden uren door te gaan.
Onvoorstelbaar dat zo’n klein beestje een dergelijk hard geluid voort kan brengen. Gelukkig hoor je het uit gewenning op een gegeven moment niet meer. Tenzij er een je huis in gevlogen is! De krekel moet je niet verwarren met de cicade, die op een andere manier een zangerig geluid maakt:
Wikipedia
“Cicades staan bekend om hun vermogen te kunnen ‘zingen’, ze maken een geluid dat vaak sterk lijkt op een hoge zoem- tot fluittoon. Het geluid wordt geproduceerd door kleine plaatjes te laten trillen met behulp van sterke spieren.”
11. De gladde slang of colubro liscio

Toen we pas kort in Italië woonden, kwamen we in onze verwilderde tuin een keer een slang tegen (nee, geen tuinslang). Gelukkig schrok deze nog meer van ons dan wij van hem of haar want de slang schoot snel weg in het struikgewas.
Toen we aan de idraulico, loodgieter, die voor ons bezig was met de leidingen van de verwarmingsketel, vroegen wat het geweest kon zijn, zei hij ‘biscia’, ongevaarlijk. We geloofden hem destijds op zijn woord maar nu ik het eens opzoek blijkt biscia een waterslang (nee, geen plastieken maar een echte) te zijn. Dat lijkt niet erg waarschijnlijk in ons ’s zomers gortdroge gebied.
Waarom heb ik het zo lang geloofd? Want dezelfde idraulico bleek uiteindelijk helemaal geen loodgieter te zijn en ons opgelicht te hebben met de aanschaf van apparatuur. Maar misschien had hij van echte slangen meer verstand dan van die van kunststof?
Ik hou het er nu op dat de slang die wij zagen een colubro liscio was, een kleine gladde slang die wel tegen droogte kan. Gelukkig is deze ook niet giftig en is hij vrij schuw. We zien hem bijna nooit. De ‘loodgieter’ ook niet meer trouwens.
12. De steenuil of civetta

Dit is de beroemde Uil van Minerva waar een Nederlandse politicus een paar jaar geleden tot veler verbazing gewag van maakte (de om zijn domme koppigheid bekendstaande tegenhanger van de wijze uil, de ezel, heet in het Frans, het land waar de voorouders van dezelfde politicus vandaan komen trouwens baudet. Hoe zullen we deze toevalligheid betitelen? Toeval bestaat niet? Elk nadeel heb z’n voordeel? Alles gebeurt met een reden? Of: het is wat het is?).
De steenuil, want daarover hebben we het, behoort tot het uilengeslacht Athena (de Griekse Minerva) dat verschillende soorten kent. Het is een van de kleinste uilen en is ook overdag actief met het jagen op muizen, insecten en… hagedissen!
Ze nestelen vaak in gebouwen en zo ook bij ons in de dakgoot, waar ik ze ieder jaar bewonder om hun onvoorstelbare wendbaarheid. Ze storten zich zonder met een vleugel te slaan in de diepte en verschijnen met grote vaart uit het niets om precies op de smalle rand van de dakgoot te landen. Het zijn de katten van de lucht!
Overdag hoor je hun felle kreten (‘kieuw kieuw’) of het gerommel in de dakgoot (ook ’s nachts) en zie je ze op elektriciteits- of telefoondraden en de paaltjes in de wijngaarden zitten. Als ze jou op het balkon zien zitten werpen ze je even een vuile blik toe (‘Wat mot dat hier?’), maar gaan dan gewoon verder hun gang. Italianen hebben het in verband met de uil ook vaak over een gufo, maar dat is een andere, veel grotere soort.
13. De koekoek of cuculo

Er is ieder jaar een speciale dag in mei: de eerste dag dat ik vanuit mijn bed de koekoek hoor die steevast in de walnoot achter in de tuin plaatsneemt. Mijn hart springt dan op (ik niet, ik blijf lekker liggen, stel je voor dat die nestenparasiet míjn bed inpikt!), want het is nu echt LENTE!
En het blijft voorlopig lente, want de koekoek weet tot ver in zomer van geen ophouden. Sommige mensen ergeren er zich aan maar van mij mag hij (alleen het mannetje koekoekt) zoveel koekoeken als hij wil, ik krijg er geen genoeg van.
Zien doe je de vogel zelden, want zijn verentooi is tamelijk onopvallend bruingrijs.
14. De hop of upupa

Hé, een Vlaamse gaai dacht ik jarenlang als ik de opvallende gekuifde, lichtbruine en zwart-wit gestreepte vogel in de wijngaarden zag vliegen. Beetje klein was hij wel, maar dat is de gemiddelde Italiaan ook, dus…
Tot een van onze gasten hem ook zag vliegen en meteen riep: “Kijk, een hop!” Natuurlijk! Het is een hop die in het Italiaans heel grappig een upupa genoemd wordt, wat een klanknabootsing is want zijn roep klinkt als hoep hoep (en voor Italianen, die de h niet kunnen uitspreken, dus oep oep).
Hij wordt ook drekhaan genoemd vanwege de stank die het dier verspreidt, omdat het zijn nest nooit schoonmaakt (studentenvogel zou ook een goede naam zijn) én omdat het vrouwtje tijdens de broedtijd een stank uit haar staartklier laat ontsnappen. In Florence kent men de uitdrukking ’stinken als een hop’.
15. De blauwgrijze panda of panda grigio moda pastello

Dit dier (naast de ciclista, zie deel 1, een tweede soort op wielen) kenmerkt zich door een blauwgrijs (of grijsachtig blauw) schildachtig pantser en is een recente verschijning die zich razendsnel verspreidt.
Als ik in onze regio rondrijd, tel ik er binnen een halfuur al gauw minstens 5 en vaker meer dan 10 en het aantal neemt rap toe! Het wezen voedt zich bij speciale stations door zich een paar minuten aan een slang te koppelen.
Mogelijk is het door een buitenaardse beschaving geïntroduceerd en gaat het de aarde overnemen? Of is het ‘gewoon’ een virus dat de oudere varianten van de soort automobilis italico bezig is te verdrijven?
Aan de beschadigingen van het pantser te zien dat vrijwel al deze toch zo goed als nieuw zijnde exemplaren vertonen, doen ze vaak pogingen om andere te injecteren en besmetten.
Ja, daar komt natuurlijk de naam panda vandaan! Pandaemia! Of dankt het zijn naam soms aan zijn tranentrekkende huilogen die ook nog eens een fel licht kunnen uitstralen?
Comments