September, strakblauwe lucht, 28 graden. Italië zoals je je Italië voorstelt. Achter ons laten we niet alleen het prachtige landschap van Abruzzo, maar ook een week vol gezelligheid, zon, en lekker eten. We zijn in Abruzzo getrouwd, en het was geweldig. Op naar Basilicata.
Inhoudsopgave
Basilicata, een vergeten stuk Italië
Dus toch wel met een brok in onze keel laten we ons favoriete plekje van Italië achter om een nieuwe regio te ontdekken. Met de airco aan rijden we op de autostrada naar onze volgende bestemming: Basilicata. Waar gaat jullie huwelijksreis naartoe? Basili-wat? Oh, nog nooit van gehoord.
Juist, Basilicata. De hoofdstad ligt nog net geen 2.000 km van Utrecht, en in de hele regio is geen luchthaven te bekennen. Toeristen komen er nauwelijks, het is een vergeten stukje Italië. Zelfs de snelwegen komen er niet. Uitgedroogd, taai land, altijd overgeslagen. Waarom? Wij gaan het uitvinden.
Van lieflijk naar woest
Het wordt steeds warmer, en wanneer we tussen de graanvelden even stoppen om op de kaart te kijken valt ons op dat er in de verte wat bewolking hangt, precies boven onze eindbestemming. De weg is verlaten, het gele graan wuift wat, en wij stappen weer in. Op naar een gehuchtje genaamd Trivigno. Het landschap om ons heen verandert langzaam van lieflijk naar ruig en woest, en we beginnen de zon wat uit het oog te verliezen.

Een warm welkom
Trivigno ligt een aantal kilometer onder Potenza, de hoofdstad van Basilicata. We rijden door bergachtig landschap, de zuidelijke Apennijnen domineren hier de regio. Wanneer we de afslag naar Trivigno nemen volgt een redelijk steile weg omhoog, en komen we aan bij agriturismo La Foresteria di San Leo.
We worden verwacht, de taart staat klaar, en natuurlijk eerst een caffè voordat we naar ons appartement gaan. Peppino en zijn vrouw Maria Giovanna zijn ontzettend gastvrij, en we voelen ons hier meteen heel erg welkom. Het appartement is knus en heeft een veranda, en een koelkast waar wijn en nog meer taart op ons staat te wachten. Wat een welkom!

Mee-eten
De agriturismo ligt hoog op een heuvel middenin de natuur, en we zijn onder de indruk van het uitzicht. Er is een zwembad, waar wij gezien het weer deze week niet in de buurt zijn geweest, maar op warme dagen moet het hier goed toeven zijn. Gelukkig voor ons heeft de agriturismo ook een gezellige eetzaal, waar wij op de dag van aankomst lekker aanschuiven. Men maakt hier de heerlijkste, traditionele gerechten, dus we hebben meteen besloten om hier iedere avond mee te eten en ons keukentje te laten voor wat het is.
De volgende ochtend zijn de zware wolken wat weggedreven, en parkeren we onszelf met koffie op de veranda. We worden getrakteerd op een luid ‘Prego!’ waneer Peppino met een wijde armzwaai zijn kudde schaapjes tentoonstelt. Wij zien het. Peppino is trots. En wij vinden dat geheel terecht.
We rijden deze eerste dag richting de zuidkust van Basilicata, waar het land de Ionische zee raakt. Onderweg passeren we een bord met Matera. De twijfel slaat toe. Het weer is erg goed, en waarschijnlijk wordt het de rest van de week niet meer zo mooi. Een stad bekijken is natuurlijk het leukst als je lekker in het zonnetje kunt slenteren. We draaien om.

Matera, on-Italiaanse stad
Matera, de meest on-Italiaanse stad die we ooit hebben gezien. Gelegen aan de rand van een flink ravijn strekt zich deze bijzondere stad uit, in laagjes omhoog de heuvel op. De stad oogt wat oosters. Vierkante woningen van bleek gesteente, kleine ramen, veel trappetjes en wapperend wasgoed. Matera is de stad van de sassi. Woningen uitgehouwen in de rotsen, bestaande uit slechts één ruimte en één deur. Tot helemaal nog niet zo lang geleden woonden hier serieus nog hele gezinnen in, compleet met vijf kinderen, een paard en twaalf kippen. Ik maak geen grapje.
Onvoorstelbaar wanneer je de grotwoningen met eigen ogen ziet. Carlo Levi schreef er in 1945 een boek over, en sinds dat moment kwam er aandacht voor de armoedige omstandigheden waarin deze gezinnen leefden, en werden ze verplaatst naar nieuwe appartementjes in het hoger gelegen deel van de stad. Maar de sassi-wijken zijn er nog en zijn vandaag de dag de grootste toeristische attractie van Matera.
Het is behoorlijk indrukwekkend om hier rond te lopen. De stad heeft naast de vele grotwoningen ook grotkerken, en ook die moet je ook niet overslaan. De stad is verder gezellig druk, heeft winkeltjes, stadsgidsen, pleintjes en uitzichtpunten. Ook een hoop verdwaalsteegjes die trapje-op-trapje-af eindigen in niks, waardoor je weer drie huizenblokken terug moet lopen. De slimmeriken onder ons halen dus even een plattegrond. Wat ons betreft is dit echt een hoogtepunt, niet alleen van Basilicata, maar van heel Italië!
Maandag
Het komt vandaag met bakken uit de hemel. We gaan weer richting de kust (poging twee), maar niet om te zonnen. We rijden naar Metaponto. Hier is een relatief grote opgraving, met wat resten van Griekse tempels. Ondanks het slechte weer moeten we dit natuurlijk even van dichtbij zien. Heel even dan. Met paraplu. Een paar autominuten verderop staan nog wat overblijfselen van een grote tempel gewijd aan de godin Hera. Prachtig om te zien, zelfs met regen.

Wat wij gewend zijn in Italië, is dat winkels en musea tussen de middag wat uurtjes dicht kunnen zijn, vooral in de minder toeristische contreien. Wat wij niet gewend zijn, is dat hier de pauze nagenoeg de hele middag duurt, namelijk tot 16.30 à 17.00 uur Dit geldt, tot onze verbazing, ook voor een groot deel van de tankstations. Iets om rekening mee te houden dus!
Reuzen
Wanneer we aan het eind van de dag het dorpje Trivigno weer binnenrijden, zijn we op zoek naar en supermarkt. Uiteraard beschikt zo’n minidorpje enkel over een buurtsupertje, en dat is wel zo leuk. We parkeren onze auto met Nederlands nummerbord op het pleintje van het dorp. En dan ineens gebeurt er iets. We zijn een bezienswaardigheid.
Aan de andere kant van het pleintje ontstaat wat beweging. Wat oude mannetjes staan op en bekijken ons van een afstandje. Er wordt wat met armen in de lucht gezwaaid naar elkaar, er is een discussie gaande en het gaat duidelijk over ons. Ineens valt ons ook op dat we best wel groot zijn. De mensen zijn hier over het algemeen vrij klein, dus wij gaan niet onopgemerkt voorbij. Wanneer we in het supermarktje staan voelen we ons dan ook reuzen.
Elke centimeter van het winkeltje is benut, grote stapels toiletpapier, planken met flessen frisdrank boven elkaar, en daartussen hele smalle paadjes. Wij, groot en met grote rugzak, durven ons nauwelijks te bewegen, uit angst een stapel van het een of ander om te gooien. We sprokkelen wat bij elkaar en komen aan bij de kassa, waar een oude vriendelijke dame een gesprekje begint. Waar we vandaan komen? Olanda. ‘Oh, dan zitten jullie bij Peppino!’
Die krijgt dus vaker Nederlanders over de vloer. Het dametje vertelt vol trots over de regio, en ja, wij vinden het ook een prachtig gebied. Ondertussen komt er een andere dame op leeftijd aangelopen, die ongegeneerd een stoel aanschuift om onze conversatie te volgen. Het voelt als een soort interview, maar op een prettige manier. Wanneer ik gepast betaal, komt er een grote glimlach. Nog een vraag voor we weggaan. Of we in Nederland ook de euro hebben.
Comments