in , ,

13 types die je op de Italiaanse camping tegenkomt

campingtypes-italiaanse-camping
Stereotypes die je tegenkomt op de Italiaanse camping (foto: Pexels)

Ja, de Italiaanse camping is als het leven zelf. Heb je enige ervaring met Italiaanse campings, dan herken je ontgetwijfeld meer dan één van de onderstaande campingtypes die je er in het wild zult aantreffen.

1. De Decathlon-familie

Deze campingtypes herken je meteen. Het is een gezin uit de grote stad (Milaan, Rome, Florence) en hebben voor hun (waarschijnlijk eerste) kampeerervaring alles nieuw aangeschaft. Een nieuwe opblaastent van de Decathlon (hoe zet je die eigenlijk op?), nieuw kookgerei en nieuwe slaapzakken. Vaak is ook de auto nieuw (met nieuwe dakkoffer) én gepoetst.

De Decathlon-familie met zo’n tent waarvan niemand de naam uit kan spreken (bron; Decathlon)

Elke dag zitten ze te prutsen met de steeds weer leeglopende tubes van hun tent (koop nooit een opblaastent van de Decathlon) en vegen ze met een gloednieuwe stoffer zand en bladeren uit hun gloednieuwe tent. Verder weten ze nog niet zo goed wat ze nu eigenlijk moeten doen op de camping.

2. De onvoorbereide kampeerder

Vaak een jong stel of één ouder met een kind. Ze komen met een Fiat Panda van de 2de generatie, laden hun spullen uit en al snel blijkt dat ze verschillende zaken niet bij zich hebben. Ze moeten hun veel te dure tandpasta in de campingwinkel halen, haringen en een hamer lenen van hun buren en ze slapen op de grond omdat ze geen matje hebben. Tussendoor gaan ze toch maar even naar huis om nog het een en ander op te halen. Gelukkig komen ze nooit van ver, want het zijn meestal locals.

3. De overvoorbereide kampeerder

De tegenhanger van de onvoorbereide kampeerder kom je ook wel tegen op de camping: dat is de overvoorbereide kampeerder, die zelfs de slacentrifuge heeft ingepakt. Dit campingtype hanteert een Excelsheet (digitaal en uitgeprint) met alles wat mee moet en heeft altijd een oplossing heeft voor welk probleem dan ook (zalfjes en medicijnen, gereedschap, kurkentrekker en schroevendraaiers, voor alles kun je bij hem/haar terecht). Omdat alles perfect moet, duurt uitpakken en inpakken altijd uren. Vaak heeft dit type ook al een weekprogramma opgesteld, inclusief tijden voor ontbijt, lunch en diner.

Op de Italiaanse camping (foto: Edward Hendriks)

4. De hondenliefhebber

Als je nooit op campings komt waar honden zijn toegestaan, ken je ze waarschijnlijk niet. Maar anders… Alles draait om de honden bij deze types. Meestal hebben ze er ook meer dan één.

Nog voordat de voortent staat, staat het zwembad voor de hond. De hond heeft ook een eigen slaapzak en een krat met speeltjes. Wat deze mensen ontberen aan kroost, maken ze ruimschoots goed met hun viervoeters.

5. De verlopen rockers

Op de een of andere manier zie je deze types vaker op Italiaanse campings dan op campings in andere landen. Het zijn late veertigers, vijftigers of jonge zestigers, ze dragen shirts van Led Zeppelin, de Rolling Stones of Guns N’ Roses. Rockmuziek klinkt direct bij aankomst uit hun bungalowtent (gehuurd) en ze zingen af en toe wat tekst mee zonder dat ze die ooit helemaal hebben begrepen.

Er wordt veel gelachen en gevloekt (vaffanculo, porco Dio, cazzo), er gaat nog meer bier doorheen en na een paar dagen vertrekken ze weer net zo snel als ze gekomen waren (moe, waarschijnlijk, want ze worden ook een dagje ouder).

6. De weinig-geld-types

Deze kampeertypes komen kamperen omdat het relatief goedkoop is. Ze hebben een oude tent die niet helemaal recht meer staat, komen in een gebutste Dacia Duster en laden dezelfde hoop troep uit die je vaak aan het einde van Koningsdag nog op de vrijmarkt ziet liggen.

Soms huren ze ook zo’n groen-blauwe Vacansoleil-tent, die standaard de goedkoopste huuraccommodaties op de camping vormen. Natuurlijk koken ze elke dag zelf hun eten, dat ze gehaald hebben bij de Eurospin.

campingtypes op de Italiaanse camping
Op de Italiaanse camping, natuurlijk aan een meer (foto: Edward Hendriks)

7. De veel-geld-types

Aan de andere kant van het spectrum heb je de types die overduidelijk bulken van het geld. Als ze Italianen zijn (uit Milaan, Turijn of Verona), komen ze in een hagelnieuwe en smetteloos witte camper met een Fiat 500 op de trailer of een Vespa-scooter achterop.

Hun campingplek is perfect ingericht met dure kampeerspullen, inclusief luxe stoelen. Hun kleren zijn al net zo wit als hun camper en ze hebben elke dag wat nieuws aan. Je ziet ze vooral op campings in de Dolomieten en aan de Italiaanse meren.

De Nederlandse of Belgische variant van dit type komt met een dikke Audi, BMW, Porsche Cayenne of Tesla aanrijden. Ze verblijven dan meestal in de duurste glamping-accommodaties als de Villatent of de Ultraluxe mobile home met meerzicht. Ze hebben hun eigen SUP-planken mee en ze koken natuurlijk nooit zelf, maar gaan elke dag uit eten in een chic restaurant.

8. De vaste bewoner

Op veel Italiaanse campings heb je een zogenoemd villaggio (het dorp) waar je de vaste bewoners vindt. Er ligt kunstgras voor de caravan, de tv staat aan in de voortent, de ventilatoren zoemen en er brandt een blauwe insectenlamp waarop de muggen genadeloos uit elkaar knallen.

De bewoner (jongere oudere) zit meestal rustig een krantje te lezen, tv te kijken of is wat aan het aanrommelen in de compleet ingebouwde caravan. Vanzelfsprekend blijven deze types de hele zomer.

Het zijn overigens lang niet altijd alleen Italianen. In populaire gebieden vind je ook Nederlanders en Vlamingen die al in juni op de camping neerstrijken om er pas in september weer te vertrekken. Als je iets moet weten over de camping of de omgeving, moet je bij hen zijn.

Genieten van een lekker biertje (foto: Edward Hendriks)

9. De ‘boss’

Soms is de boss echt de baas op de camping. Met luide stem en heftige armgebaren komt hij/zij melden dat je op kampeerplekken echt niet je auto mag parkeren, maar dat daar speciale parkeerplekken voor zijn. De boss lijkt de hele dag heel druk maar geeft vooral instructies aan personeel dat lager in de pikorde staat.

In andere gevallen is de boss een semi-vaste bewoner die al zo vaak op de camping is geweest dat hij (meestal is het een hij) zich gedraagt alsof de camping van hem is. Op eigen initiatief is hij soms ook bezig met klusjes of geeft hij andere kampeerders aanwijzingen wat te doen. Hij verwacht erkenning van zijn autoriteit.

10. De schoonmaaksters

Toegegeven, ze hebben geen benijdbare baan. Zodra ze hun rug keren loopt weer iemand met z’n modderpoten over de zojuist gemopte vloer. Maar zolang ze bezig zijn in het toiletgebouw is het hun territorium. Waag het niet naar binnen te lopen met je handdoekje en je shampoo als ze nog niet klaar zijn, want je krijgt de wind van voren. Wat helpt is een vriendelijk uitgesproken buongiorno en de vraag posso? (kan ik).

11. De veger

Helemaal onder aan de voedselketen van de Italiaanse campingbiotoop staat de veger. Dit is vaak een Roemeen of andere allochtoon die weinig Italiaans spreekt. De veger (met een klassieke heksenbezem) staat nog lager in rang dan de schoonmaaksters en zijn taak is het om bladeren te harken en de paden van de camping te vegen. Trakteer hem op een welgemeend ciao, want dat heeft-ie verdiend.

12. De Brabo’s

Brabanders op een Italiaanse camping herken je van een kilometer afstand. Ze zijn met een grote groep vrienden/buren/families die in verschillende auto’s aan komen rijden en elkaar dan uitbundig begroeten bij aankomst op de camping. Brabo’s staan bij de natives bekend als gli olandesi. Ze zijn overal op de camping heel aanwezig en draaien harde muziek op hun Bluetooth-speakers, die ze ook meenemen naar het zwembad.

Hun kampement hebben ze aangekleed met gekleurde lampjes en kratten bier. Tijdens de karaoke-avond blèren ze steevast Brabant van Guus Meeuwis. In de periode dat de Brabo’s op de camping aanwezig zijn (vaak meerdere weken), klinkt het goeiemorgen luider dan het buongiorno. Toegegeven: gezellig is het wel met dit clubje.

13. De kampeerhipsters

Het hipsterstel is meestal jong, komt uit Milaan en heeft geen kinderen, maar wel opgeschoren haar, tatoeages, baarden, houthakkershemden en V-halzen. Ze maken van kamperen een lifestyle. Ze hebben een vintage Volkswagenbusje, een auto met een tent op het dak, een bijzonder slimme vouwwagen met allerlei toeters en bellen of een andere opvallend ‘kampeer-statement’. Ze kleden zich bewust nonchalant en gaan vooral hun eigen gang op de camping.

Kampeerhipsters (foto: Unsplash)

Meer campingtypes?

Heb je na het lezen van dit blog zelf nog meer campingtypes in gedachten? Voel je je beledigd (hopelijk snap je dat dit artikel met een knipoog geschreven is) of wil je anderszins stoom afblazen? Laat dan een reactie achter. We zijn benieuwd!

Written by Edward Hendriks

Bijna 25 jaar geleden kwam ik voor het eerst in Italië en sindsdien keer ik er elk jaar terug (meestal voor meerdere keren per jaar). In het dagelijks leven ben ik copywriter. Toen ik in het voorjaar van 2009 een maand in Napels doorbracht, kwamen de ideeën voor een maffiathriller bovendrijven én begon ik in de zomer van datzelfde jaar met dit webmagazine. De thriller 'Bloedgeld' kwam uiteindelijk in 2012 uit. Inmiddels heb ik drie thrillers gepubliceerd en werk ik aan nieuwe manuscripten. Samen met een aantal enthousiaste andere italofielen blijf ik bloggen voor Dit is Italië.

Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Venetië onder de 50.000 inwoners

Venetië loopt leeg

Catania tips en bezienswaardigheden

Catania: tips voor je bezoek