Waarin een klein land groot kan zijn. Dat trotse cliché kwam een jaar of vier geleden spontaan opwellen, toen overal in Italië eetgelegenheden verschenen met namen als Amsterdam Chips en Queen’s Chips. Daar kon je in plaats van altijd maar weer die tramezzini, supplì (Romeinse nasiballen; op Sicilië heten ze arancini) en stukkies pizza eindelijk weer eens ouderwetse, van degelijke bintjes gebakken patat krijgen met een veelvoud aan sauzen. (Alleen de pindasaus heeft Rome nooit bereikt.)
Net als andere hier woonachtige Nederlanders presenteerde ik dit uiteraard als een welkome vaderlandse verrijking van de Romeinse streetfoodcultuur. Waarbij we natuurlijk niet vermeldden dat het frietkot eigenlijk een Belgische verworvenheid is.
Modetrend
Maar helaas, Italianen volgen de mode. Toen de nieuwigheid eraf was, daalde de belangstelling dan ook snel en verdween de Hollandse friet bijna overal uit het straatbeeld. Ook het zaakje aan het Romeinse Piazzale Flaminio, waar ik tot voor kort nog graag een patatje (‘met dubbel braggel’, zoals we dat vroeger in Groningen noemden) mocht nuttigen, is verdwenen. In het pand kun je nu – o, ironie! – staande spaghetti eten. Minister Salvini, tuk op alles wat volkseigen is, zal er blij mee zijn.
Maar niet getreurd, want de friettent was nog niet verdwenen of er doemde weer een ander fenomeen op met Nederlandse connotatie. De afgelopen maanden ben ik in verschillende Italiaanse steden in drukke straten gloednieuwe winkeltjes met wel verzorgde etalages tegengekomen onder de naam Cannabis Store Amsterdam.

Cannabis light
Ook bij de sigarenboer om de hoek kon je plotseling hennepderivaten met die naam vinden. Dat lijkt vreemd, want in Italië heerst nog altijd een streng verbod op softdrugs. De verklaring ligt in een wet die sinds 1 januari 2017 de verkoop van zogeheten cannabis light toestaat. Daarbij gaat het om hennep met een miniem gehalte aan THC, de werkzame stof in hasjiesj en marihuana.
Van dit soort cannabis is er genoeg, want die wordt in Europa al eeuwen verbouwd als windkering of om touw van te maken. Maar je kunt er met de beste wil van de wereld geen geestverruimende effecten van verwachten.

Eigenlijk heb je er dus niks aan, behalve dat het wel een beetje naar wiet ruikt en je er waarschijnlijk geen kanker van krijgt. Toch wordt de cannabis light in Italië inmiddels op zo’n 500 verkooppunten en minstens zo veel websites aan de man gebracht als rookwaar, olie, thee, lolly’s, crèmes en aftreksels.

Weldadig gevoel
Om te suggereren dat er toch een ‘weldadig gevoel’ van uitgaat zoals een verkoopster mij in Florence voorhield, is er een naam bij gehaald die voor veel jonge Italianen synoniem is met coffeeshops en wat dies meer zij: Amsterdam. Maar het is natuurlijk je reinste placebo en zo wordt de goede naam van onze hoofdstad dus gewoon misbruikt om goedgelovige klanten te vernachelen.

De onverwachte opkomst van de canapa shops (hennepwinkeltjes) heeft ook de Italiaanse Raad voor de Volksgezondheid op het vinkentouw gezet. Dit semi-overheidsorgaan beschikt weliswaar niet over studies die zouden bewijzen dat cannabis light nu plotseling wel hallucinerend of verslavend zou zijn. Maar het vindt de populariteit op zich al alarmerend genoeg om een hernieuwd verbod ‘als voorbehoud’ te eisen.
Al met al een mooie redenatie: het staat vast, dat je er niet stoned van wordt, maar desondanks kopen ze het. En omdat ze het kopen, is er misschien toch iets loos en wordt om een verbod geroepen.
Hoe dan ook, het zal nog wel even duren voor het zo ver is, want eerst moeten de landsadvocaat en een paar ministeries zich erover buigen. En wanneer dat is gebeurd, is ook deze mode al weer lang voorbij.
Comments