Wat is er nu idylischer dan olijven oogsten voor echte ‘home-made’ olijfolie terwijl je vanaf een heuveltop een prachtig uitzicht hebt over het Toscaanse landschap. Niks toch? Het was jaren geleden voor mij dé reden om vrienden enthousiast te beloven een handje mee te komen helpen. Het was ook die idyllische gedachte waarmee ik op dag één vol goede moed en gewapend met een handharkje aan mijn eerste olijfboom begon. En toen we na zo’n drie kwartier takken rissen de eerste olijven uit het net in de kisten lieten vallen, dacht ik dat nog steeds. Wat maakte die vallende olijven een vrolijk geluid!
Romantisch of toch niet?
Na de zesde boom begon de pracht van het landschap om ons heen ietwat te vervagen. Of nee, ik had er al rissend tussen de takken eigenlijk geen oog meer voor. Het vallen van de olijven klonk me minder als muziek in de oren. Heel stiekem begon ik me af te vragen hoeveel bomen we nog te gaan hadden. En maakte ik in gedachten een rekensom om uit te tellen hoeveel dagen we er wel niet over zouden doen om de hele olijvenboomgaard leeg te kammen. Dat waren er best een hoop. Kortom, binnen een halve dag was de romantiek van de olijfoogst vervlogen.
De pluk
Olijven plukken bleek gewoon keihard doorwerken. Groot net om de boom spreiden. Extra net laten aansluiten voor de wegrollende olijven. Handharkje in de aanslag. Niet te dicht in de buurt komen van collega’s op ladders om geen olijven op je hoofd te voelen regenen. Takje voor takje leegrissen. Olijven in het net verzamelen. Net voorzichtig legen in de kisten. Ontsnapte olijven op handen en voeten uit het gras en de boomstronk vissen. En dat zo’n honderd bomen lang.
Het goede gezelschap
Het stralende zonnetje in een strakblauwe lucht, het goede gezelschap waarin ik verkeerde en de overheerlijke lunch die we iedere dag voorgeschoteld kregen, maakte de eentonigheid van het werk echter meer dan goed. Net als de verhalen van mijn collega-oogsters en hun tips voor de inmaak van de verschillende typen olijven. En de liedjes die zij zongen na het horen van de geweerschoten van jagers in de buurt, afgewisseld met het uitwisselen van recepten om wild en gevogelte te bereiden.
Niet voor niks
Natuurlijk kwam na een week plukken het moment dat we met de eerste 900 kilo olijven richting frantoio vertrokken om terug te keren met zo’n 120 liter olie. Olie die de geroosterde sneetjes brood en de versgebakken pizza eens zo lekker liet smaken. Terwijl ik mijn vingers aflikte en mijn mond schoonveegde, besefte ik dat ik na al het werk nooit meer met dezelfde ogen naar een flesje ‘home-made’ olijfolie zou kijken. Geen idyllisch idee meer, maar met de herinnering aan een leuke tijd.
Comments