‘Stef! Dove vai?‘ Ik draai me om en zie het hoofd van Roberto uit het portierraam van zijn auto steken.
’Devo prendere un’altra maledetta marca da bollo!’ (‘ik moet nog een kolere-waardezegel halen’, red.) roep ik boos. Pas daarna verbaas ik me erover dat hij hier nu al op mij staat te wachten terwijl ik hoogstwaarschijnlijk nog wel even bezig ben. Waarom is hij niet even de stad ingegaan voor een drankje en een krantje?
Die ochtend heeft Roberto mij naar de vestiging van de Italiaanse gezondheidsdienst, de ASL, in de provinciehoofdstad Voghera gebracht. Hier zou ik de voor het verkrijgen van een Italiaans rijbewijs verplichte medische keuring ondergaan. Ik was zo slim geweest om vlak voor onze emigratie nog in Nederland mijn rijbewijs te vernieuwen zodat ik 10 jaar vooruit kon, maar die 10 jaar waren nu toch echt om. Ik moest eraan geloven, aan het Italiaanse puntenrijbewijs.
Mijn echtgenoot had zijn rijbewijs al een jaar eerder vervangen en ik herinnerde me zijn gezucht en gesteun nog tijdens het langdurige bureaucratische proces waarmee dat gepaard ging. Het was zo gecompliceerd dat hij inmiddels vergeten was hoe het allemaal in zijn werk was gegaan (of had hij het verdrongen?) en dus kon ik bij hem niet voor advies terecht. Ik was op mezelf aangewezen en besloot zoveel mogelijk Internet-wijsheid te vergaren vóór ik mij in de administratieve montagne russe (achtbaan) ging storten.
En nu was het toch nog misgegaan. Ik had toch echt € 10,20 overgemaakt aan het ministerie van Transport en € 32 aan de Motorizzazione (Rijkswaterstaat), mét de voorbedrukte cheques die bij het postkantoor beschikbaar zijn, waarvan ik de reçuutjes zelfs bij me had, maar helaas.
’Manca la marca da bollo,’ zei de medicus heel nonchalant tegen mij nadat ze de paperassen had doorgenomen die ik, tevreden als een leerling die ervan overtuigd is dat hij zijn huiswerk goed gemaakt heeft, voor haar neer had gelegd. Er ontbrak een waardezegel van € 16.
O nee, dacht ik, nu moet ik nog een keer terugkomen om de procedure opnieuw te doorlopen! Maar gelukkig, de dottoressa was coulant. Als ik nu meteen even die marca da bollo haalde, konden we daarna meteen aan het echte medische onderzoek beginnen. Pfff.
Dus galoppeerde ik opgewonden het gebouw uit en passeerde Roberto die zich al op de parkeerplaats geposteerd had. Waardezegels kun je alleen kopen bij bepaalde cafés en bars en daar moest ik dus naar toe. Goed dat Roberto er was, want nu konden we met de auto gaan zoeken.
Binnen het kwartier was ik bij de arts terug. Het onderzoek kon beginnen. Ik maakte me op voor bloeddrukmetingen, een koude stethoscoop, kniehamertjes en dergelijke, maar nee, het werd een vragenlijst. Nadat ik op alle vragen naar mogelijke, voor het autorijden onoverkomelijke medische afwijkingen braaf met ’no’ had geantwoord, vroeg de medica mij een hand voor mijn linkeroog te houden en naar het bordje aan de muur te kijken.
Het obligate bordje met rijen steeds kleiner wordende letters dat ik allang had zien hangen. Er stonden zo weinig letters op dat ik deze indien nodig uit mijn hoofd had kunnen leren. Maar ik had mijn lenzen in en kon de drie letters van de middelste regel haarfijn onderscheiden. De middelste letters volstonden. Een scherper zicht is in het Italiaanse verkeer kennelijk niet nodig. Nog even het andere oog, met dezelfde letters (!), en klaar. Was dat alles?
Nee. De dokter stond op en vroeg mij haar te volgen. We betraden het lege kamertje waarvan ik mij tijdens het wachten op mijn beurt in de gang al afgevraagd had welke functie het kon hebben. De paar hoogbejaarde oudjes die, ondersteund door een van hun kinderen, voor mij langs door de gang waren geschuifeld, hadden die kamer overgeslagen. Werd ik onderworpen aan een test die alleen voor niet-bejaarde verkeersdeelnemers bedoeld was?
Op een tafel stond een soort koffertje waar wat elektrische draden uithingen. De leugendetector! De ASL vertrouwde mijn antwoorden niet en nu zou ik ontmaskerd worden. Of niet? In het koffertje bleek een in zwaar staal uitgevoerd apparaat te zitten dat me deed denken aan het apparaat waarmee de Engelsen in de Tweede Wereldoorlog de Duitse Enigma-code wisten te kraken.
De arts reikte mij een gammele hoofdtelefoon aan en ook een antieke stopwatch. Ik moest wachten tot ik een piepje hoorde en dan zo snel mogelijk drukken. Het was een test van mijn reactiesnelheid! Ik, brave leerling die ik ben, deed mijn best. Na afloop begon een ingebouwd printertje de resultaten uit te spugen. De dokter bekeek het resultaat en glimlachte tevreden. Ik was met vlag en wimpel geslaagd. Het koffertje kon weer dicht.
Maar waarom hadden die hoogbejaarde klanten die test niet hoeven doen? Misschien omdat ze hun rijbewijs alleen kwamen verlengen, terwijl ik voor mijn eerste Italiaanse rijbewijs opging? En zouden ze dan de ogentest ook niet hebben hoeven afleggen? Wilde ik in deze wetenschap eigenlijk nog wel de weg op?
Het deed er niet meer toe, ik was geslaagd en kon, met de hele papierwinkel plus het verse medische attest naar de Italiaanse ANWB, de ACI. Daar kreeg ik in afwachting van mijn definitieve rijbewijs een voorlopige verklaring van rijvaardigheid waarmee ik een maand vooruit kon.
Twee weken later bracht de postbode mij een groene envelop met daarin niet mijn rijbewijs maar een verkeersbon. De eerste bon in 5 jaar! Door rood gereden op de provinciale weg bij Stradella.
Zestig euro boete en… 6 punten aftrek van mijn Italiaanse rijbewijs. Een rijbewijs dat ik nog niet eens in handen had!
Een paar dagen later las ik in de Provincia Pavese een artikel over het meest beruchte verkeerslicht van de regio. Het verkeerslicht op de provinciale weg bij Stradella. Heb ik weer.
Meer leuke verhalen over het leven in Italië lezen? Die vind je in de drie delen ‘Italiaanse Toestanden’ van Stef Smulders, o.a. verkrijgbaar bij bol.com.
Comments