in , ,

Column: puntuale! – Italianen en op tijd komen

Italiaanse klok
De Italiaanse tijd? (beeld: Society6)

‘Non siamo svizzeri!‘ roept een Italiaan geërgerd als iemand tegen hem zegt dat je je aan afspraken moet houden. ‘We zijn verdorie geen Zwitsers!’ En deze anti-Zwitserse houding geldt in het bijzonder voor de manier waarop veel Italianen het begrip ‘op tijd komen’ interpreteren, zoals ik al vaak heb meegemaakt. De spreekwoordelijke precisie van het Zwitserse uurwerk vindt in het zuidelijk buurland niet veel bijval. 

‘Allora? En?’ Om vijf voor zeven stuur ik mijn Italiaanse vriend Giovanni een appje om hem eraan te herinneren dat hij om zeven uur met ons naar Pavia zou vertrekken. Even een schotje voor de boeg want met Italianen weet je het maar nooit. En inderdaad, het antwoord luidt: 

‘Ik neem nog even een douche en dan ben ik er over een kwartier.’

Gelukkig dat ik hem, door schade en schande wijs geworden, om 19 uur besteld heb terwijl we pas om 19.15 uur moeten vertrekken! Met een beetje geluk zijn we dankzij mijn slimmigheid toch om 19.45 uur in Pavia waar ik bij een restaurant alle otto, om acht uur, een tafeltje heb gereserveerd.

De eigenaar is weliswaar ook een Italiaan en dus waarschijnlijk ook niet echt van de Zwitserse klok, maar hij is ook de broer van een vriend en dus wil ik geen brutta figura slaan door te laat te komen. Het restaurant is bovendien altijd volbezet en een tafel die onnodig lang leeg blijft kost de eigenaar omzet. Dat wil ik niet op mijn geweten hebben. 

Het wordt 19.15 uur. En 19.20. En 19.25. Ik stuur nog maar eens een appje. Geen reactie. Onder de douche wordt kennelijk niet geappt. Vreemd, want in het verkeer is zeker een op drie autobestuurders al rijdend bezig te telefoneren en berichten te lezen of te versturen, waaronder ook mijn goede vriend Giovanni. 

Inmiddels is het 19.30 uur, nog steeds geen teken van leven, mijn bloeddruk stijgt. 19.35, 19.40, 19.45. Het kwartiertje wachten is drie kwartier geworden…

Jaaaa, daar zijn ze, Giovanni en echtgenote Carla. Ze komen nu natuurlijk haastig naar boven om ons onder het uiten van duizend-en-een excuses te begroeten en Nico met zijn verjaardag te feliciteren. O, nee, ze maken eerst nog (ben educato, heel beleefd) een gezellig praatje met onze gasten beneden.

Eenmaal boven volgt de vriendelijke begroeting alsnog en moet Nico uiteraard het meegebrachte cadeau uitpakken en met veel oehs en ahs bewonderen. Over het drievoudige douchekwartiertje wordt met geen woord gerept. Ik vreet mezelf alvast op, voor het geval onze tafel straks niet meer vrij blijkt te zijn.

Eindelijk vertrekken we. In de auto overleggen Giovanni en Carla op verhitte toon hoe en waar ze dochter Cecilia, die ook aan het feestdiner deelneemt, zullen oppikken. Had dat niet eerder gekund? denk ik zinloos, als Noord-Europese regelneef.

Het is het beste om Cecilia van het station af te halen, besluiten Giovanni en Carla uiteindelijk eensgezind. Ze kijken mij tevreden aan, overtuigd van de onwrikbaarheid van hun conclusie. We moeten even langs het station. Want anders moet Cecilia zelf naar het restaurant lopen en dat is een afstand van toch zeker een kwartier. Als dochter Cecilia tenminste niet ook nog eens verdwaalt in de grote stad die Pavia niet is.

Wàààt? schreeuwt mijn innerlijke stem, Ook nog langs het station? We zijn al te lá-áát! Kan Cecilia in plaats van op ons te wachten dat stukje niet even lopen? Ik vind geen beleefde woorden om mijn verbijstering duidelijk te maken maar straal kennelijk toch zoveel wanhoop uit dat Giovanni en Carla begrijpen dat ze een andere oplossing moeten bedenken. 

Opnieuw telefonisch contact met Cecilia die zelf gelukkig al besloten heeft op pad te gaan in plaats van zinloos te wachten. Mijn gebeden zijn verhoord, wees geloofd Maria. Of nee, toch niet. Cecilia heeft besloten om niet rechtstreeks naar het restaurant te gaan maar naar het plein te lopen waar wij willen parkeren. Wat verder van het station is dan het restaurant… 

Ik besluit dat ik het lot van het door mij georganiseerde verjaardagsdiner uit handen moet geven en start een ademhalingsoefening. In door de neus, uit door de mond. 

Gelukkig vinden we een vrije parkeerplek op het begeerde plein. We stappen uit en kijken om ons heen. Cecilia is er niet. Hoe kan dat? Opnieuw bellen. Hoe ze dit soort escapades in het pre-mobiele tijdperk tot een goed einde brachten is mij een raadsel. Cecilia blijkt op het verkeerde plein te staan, dat, godzijdank, vlak om de hoek is. 

Een halfuur te laat bereiken we het restaurant. Terwijl de eigenaar/broer-van-een-vriend ons naar onze tafel brengt die hij voor ons vrijgehouden heeft, mompelt hij iets over dat ik hem voortaan moet bellen. In mijn onmetelijke naïviteit denk ik even dat hij ons een speciale behandeling had willen geven omdat ik vriend-van-broer ben en omdat het een verjaardag betreft. Pas later snap ik dat hij natuurlijk bedoelde dat ik hem had moeten laten weten dat we vertraagd waren!

De menu’s worden bestudeerd. Nico en ik zijn er redelijk snel uit maar onze Italiaanse gasten niet. Pizza of geen pizza, dit voorgerecht of dat, nee dat ligt te zwaar op de maag, ja maar dat is vast een te grote portie, misschien kan ik beter alleen een antipasto nemen, of een toetje, of…

Uiteindelijk komt natuurlijk alles goed en is het Italiaans gezellig. Maar de bedenker van de spreuk ‘niet de bestemming is belangrijk, maar de reis ernaartoe’ was zeker geen Italiaan. Mamma mia!

Meer leuke verhalen over het leven in Italië lezen? Die vind je in de drie delen ‘Italiaanse Toestanden’ van Stef Smulders, o.a. verkrijgbaar bij bol.com.

Written by Stef Smulders

Stef Smulders is een Nederlander die in 2008 met echtgenoot Nico en hond Saar naar Italië emigreerde om daar een B&B te beginnen. Hij verkocht zijn huis, liet familie en vrienden achter en deed een sprong in het onbekende. In 2014, bijna vijf jaar later, deed hij in het boek ‘Italiaanse Toestanden’ verslag van zijn belevenissen. Over de aankoop van een huis met een wispelturige makelaar, de verbouwing ervan met een eigenwijze aannemer, maar ook leuke en leerzame ontmoetingen met bijzondere Italianen. ‘Italiaanse Toestanden’ is inmiddels het hoogstgewaardeerde Italiëboek op bol.com en is in het Engels, Italiaans en het Spaans vertaald. In 2016 schreef hij het vervolg: 'Meer Italiaanse Toestanden' en in 2017 verscheen deel 3, 'Nóg Meer Italiaanse Toestanden'. In 2021 publiceerde Stef zijn eerste bundel met zeer korte komische verhalen verschijnen, onder de titel ‘Bezoekuur en 99 Andere Korte Komische Verhalen’. Zeer recent verscheen de bundel ‘Het Echte Italië’ over het dagelijkse leven in Italië.

Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Aqua River - langste glijbaan camping Italië

Langste campingglijbaan van Italië geopend

Baai Portofino

Portofino: het mooiste vissersdorp van Italië