Dit is het 2de deel van een 10-delige serie over hoe ik er 20 jaar over deed om gecertificeerd docent Italiaans te worden. In het vorige stuk heb je kunnen lezen hoe ik tot mijn besluit kwam om in Italië te gaan studeren. In dit artikel ga je lezen hoe ik een A1-niveau opdeed, door middel van taalcursussen in Amsterdam. Bij niveau A1 leer je de tegenwoordige tijd en de voltooid tegenwoordige tijd, het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp.
Ik zou in de zomer van 2001 vertrekken. In januari van dat jaar begon ik met een taalcursus aan de Universiteit van Amsterdam. In Brazilië had ik geleerd om maar aan te rommelen en ik had de ervaring dat dat me ver had gebracht, maar nu moest ik oefenen met vervoegingen en gesprekjes in tweetallen.
Ik vond dat toen vrij stom en infantiel. Nu weet ik dat het dat niet is, maar ik had het gevoel alsof ik terug moest naar de schoolbanken van de middelbare school. Veel mensen hebben daar moeite mee uit verlegenheid. Andere mensen vinden dat harde werk gewoon niet leuk. Mij ging het allemaal niet snel genoeg.
The Italian way
Na deze eerste beginnerscursus deed ik een vervolgcursus bij het Italiaans Cultureel Instituut in Amsterdam aan de Keizersgracht. Dit zit daar nog steeds. Een mooi monumentaal pand waar ik verschillende trappen moest beklimmen voordat ik in het klaslokaal kwam en waar alle medewerkers Italiaans waren.

Ook toen was er al een bibliotheek in de kelder. Op de begane grond is nu een podium met oplopende trappen, maar dat was toen gewoon een zaal op gelijke grond. Aan het einde van die cursus heb ik ook een officieel examen afgelegd waarbij mijn gevoel was dat de examinatoren teleurgesteld waren in de kandidaten. Nu weet ik dat het in Italië gewoon is om alles uit je hoofd te leren en een 10 te halen.
Geen zesjescultuur
Dat zal die vermeende teleurstelling van die examinatoren wel verklaren. Er was toen net een opzet van het Europees Referentiekader gemaakt en mijn niveau was A. Niet A1 of A2, maar gewoon A. Ik ging in het voorjaar van 2001 met mijn moeder met de nachttrein naar Bologna om te kijken wat voor stad het eigenlijk was (ik was er nog nooit geweest) en om er een kamer te zoeken.
Die nachttrein heeft wel iets knus, maar echt goed slapen is een ander verhaal. Later heb ik nog een keer de nachttrein naar Milaan genomen. De couchettes zijn er wel op vooruitgegaan, maar als je voor je humeur of psychisch welzijn afhankelijk bent van een goede nachtrust, blijft het voor veel mensen lastig.
Kennismaking met Bologna
Ik ging langs bij een kamerbemiddelingsbureau in Via Zamboni, dé grote universiteitsstraat. Ik belde verschillende huizen en mocht op 2 plekken hospiteren. Eén van die twee huizen was echt in een mooi palazzo in een chique brede laan in het historisch centrum. Er stonden platanen in de straat en er was een grote toegangspoort met gouden deurknoppen en bellen. Ik was daar best wel gevoelig voor, maar ik moest na 3 dagen vertrekken en had toen nog geen kamer.

Ik vond de sfeer in de stad wel enorm leuk en aangenaam. Terug in Nederland besloot ik een brief te schrijven aan de studenten in dat mooie huis waarin ik me voorstelde aan de andere huisgenoten die er op dat moment niet waren. Dat bleek een goede zet. Ze waren wel geïnteresseerd in die vreemde Nederlandse die naar hun land wilde verhuizen. Ik kreeg de kamer. In het volgende artikel lees je hoe ik, met behulp van taallessen en veel praktijkervaring, niveau A2 bereikte.
Comments