Citroenen, alcohol, water en suiker: meer ingrediënten zitten er niet in de typische Zuid-Italiaanse likeur limoncello. De exacte historie van de likeur is helaas nooit achterhaald maar duidelijk is dat hij sinds 1900 in verschillende plaatsen zoals Sorrento en Amalfi gedronken wordt. Sommigen menen dat limoncello al gedronken werd nog voor het aanbreken van de tiende eeuw, terwijl anderen volhouden dat de likeur door monniken is uitgevonden. Wat we in ieder geval wel zeker weten is dat limoncello tegenwoordig een populair digestief is in heel Italië en ook daarbuiten.
Gewaarborgde kwaliteit
Limoncello wordt niet alleen meer in het zuiden van Italië geproduceerd maar alleen als er gebruik wordt gemaakt van citroenen afkomstig uit de omgeving van Sorrento, mag de likeur het keurmerk ‘Limone di Sorrento IGP‘ op het etiket vermeld hebben. IGP staat voor Indicazione Geografica Protetta, wat overeenkomt met het Nederlandse beschermde geografische aanduiding. Dit om de kwaliteit van het product te waarborgen.
Limoncello-citroenen
De citroenen die gebruikt worden voor het maken van limoncello zijn anders dan de citroenen die je in Nederlandse supermarkten vindt. De citroenen zijn namelijk bijna drie keer zo groot en hebben een bobbelige schil. De schil is ook gelijk het belangrijkste deel van de citroenen en daarom worden de citroenen vaak met de hand geplukt, ook voor grootschalige productie voor bekende limoncello-merken. De citroenen worden vervolgens geschild en hierbij wordt enkel de gele buitenkant gebruikt. Het witte laagje eronder zorgt voor een bittere smaak dus dat wordt niet meegenomen.
Voor elke limoncello een eigen recept
De gele schillen van de citroenen worden vervolgens in een glazen pot of fles met pure alcohol (95%) gedaan en op een koele donkere plek weg gezet. Hoe lang de schillen in alcohol moeten weken hangt af van aan wie je het vraagt. Iedere amateur-limoncellomaker (en in Italië is er in bijna iedere familie wel één te vinden) heeft hiervoor een eigen recept. Als de alcohol geel kleurt en de schillen hun gele kleur verliezen is de tijd bijna rijp. Er wordt dan suikerwater gemaakt door water te koken, suiker hieraan toe te voegen en te roeren tot de suiker is opgelost. Het suikerwater wordt dan toegevoegd aan de alcohol met citroenschillen. Daarna wordt het mengsel weer voor een bepaalde tijd weg gezet op een koele, donkere plek. Ook hier is de wachtperiode in elk recept anders.
Limoncello drink je ijs- en ijskoud
Als het wachten dan eindelijk voorbij is, wordt de limoncello gefilterd, in een mooie fles gegoten en in de vriezer gezet. Limoncello komt namelijk het beste tot zijn recht wanneer hij ijskoud geserveerd wordt en door het hoge alcoholpercentage bevriest de limoncello niet wanneer deze in de vriezer bewaard wordt.
In Nederland is het lastig om zelf goede limoncello te maken, omdat pure consumptiealcohol hier niet verkrijgbaar is. Als alternatief kun je een limoncello-recept met wodka proberen.