in ,

Column: werkwoorden, ja leuk!

terrasje in Trastevere, Rome met een glas aperol op tafel
Als je de werkwoorden een beetje kent, doe je mee in Italië (foto: Fineas Anton/Unsplash)

Op mijn allereerste lesje Italiaans, jaren geleden bij de Volksuniversiteit Schoonhoven, zat ik naast iemand die – naar al snel bleek – nog nooit had gehoord van werkwoorden vervoegen.

Maar als er één taal is, waarin je werkwoorden moet vervoegen, is het Italiaans. Je ontkomt er niet aan, want woordjes als io en tu (ik en jij) gebruiken ze daar weinig. De werkwoordvervoeging zegt al genoeg. Maar dan moet je het wél goed doen!

Mijn klasgenoot kwam na 3 lessen al niet meer opdagen en dat verbaasde me niet, want toen waren we al begonnen met het vervoegen van de eerste werkwoorden. Ik vind het juist wel leuke puzzeltjes.

De vervoegingen van de werkwoorden essere en avere (zijn en hebben) leerde ik uit mijn hoofd, dan ben je al een heel eind. Daarna leerden we andere sterke werkwoorden, zoals venire (komen).

Daar had ik al gauw wat aan. Want op een middag, tijdens een vakantie in het mooie wijngebied van Piemonte, stond ik voor het gesloten hek van een wijnboerderij. Op mijn ticket ‘Wijnproeverij’ stond toch echt dit adres.

Wat nu? Ah, een bel met intercom. Ik drukte erop en hoorde: ‘Vengo, vengo!’ Ha, dat verstond ik. Want vengo is de ik-vorm van venire. Die dame riep ‘Ik kom eraan!’ En ja hoor, het hek zwaaide open en we mochten de Barbera en Moscato d’Asti proeven.

De app Italian Verbs is een goeie hulp, ontdekte ik. Maar daarin zie je bij elk werkwoord wel héél veel rijtjes staan, ik schrok ervan. Het duurde echt een paar jaar voor die hele wereld van de verbi langzaam voor me openging.

Belangrijk bleek het leren van de condizionale: een serie vervoegingen die wij in onze taal niet kennen omdat wij in die gevallen het hulpwerkwoord ‘zullen’ gebruiken. Dat woord blijkt niet te bestaan in het Italiaans.

Heel gekke woorden ontdekte ik door de condizionale. Wat denk je van potrebbero? Vedranno? Saprebbe? Andresti? Maar nu ik die rare woorden herken als werkwoordvervoegingen, versta ik de Italianen beter. Ze zeggen het echt!

Sommige van die vormen leerde ik zelfs al snel zélf gebruiken. Zoals die keer dat ik in Rome op een terrasje bij het Colosseum zat. Daar zei ik tegen de ober: ‘Vorrei questa!’ en ik wees op een oranje glas op een ander tafeltje. Dát zou ik willen!  

O, vorrà un Apero’, concludeerde de ober. Daar zat ik trots met mijn Aperol Spritz. En ik dacht:

Mi piacciono i verbi!

Written by Lucy Beker

Lucy Beker is (onderwijs)journalist. Ze begon in de dagbladjournalistiek, en was later jarenlang hoofdredacteur van verschillende bladen, waaronder de landelijk verschijnende VO Gids voor basisschoolleerlingen in groep 8. Lucy houdt van taal en talen leren. Ze volgde lessen Italiaans bij Dilatua, de taalschool van Lotje Lomme. Ook ging ze twee keer een week naar Rome om les te nemen aan de Scuola Leonardo da Vinci. Ze blogt over haar ervaringen met het leren en spreken van de Italiaanse taal.

Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lucio Corsi vertegenwoordigt Italië tijdens het Songfestival van 2025

‘Tweede keus’ Lucio Corsi vertegenwoordigt Italië op het Eurovisie Songfestival

Camping Punta Navaccia, Tuoro sul Trasimeno

Onze eisen aan een camping in Italië (en onze beste tips)