In Cinecittà werden alle films gedraaid, maar in de RCA Studio’s werden de meeste soundtracks opgenomen. Alle grote componisten werkten er: Ennio Morricone, Riz Ortolani en Alessandro Alessandroni.
De studio, met de legendarische studio A zo groot als een hangar en de enige plek in Italië waar je tegelijkertijd een orkest én een koor kon opnemen, staan op de Via Tiburtina, in de jaren vijftig de rand van de stad, en waren onderdeel van de Italiaanse afdeling van het Amerikaanse platenlabel RCA.
RCA Italiana werd in 1951 opgericht als onderdeel van het Marshall-plan en was voor 90% eigendom van de Amerikaanse moedermaatschappij en de resterende 10% kwam van de andere oever van de Tiber, uit het Vaticaan.
Het Vaticaanse geld belemmerde de artistieke vrijheid niet. Sterker nog: Pius XII is een sterke voorvechter geweest van het investeren in moderne cultuur in Rome en stimuleerde RCA dan ook om geld te steken in locale artiesten.
Tot 1954 hield RCA Italia zich vooral bezig met het distribueren van Amerikaanse artiesten, de verkopen gingen niet zoals gewenst en het bedrijf dreigde te sluiten. Paus Pius XII drong aan op de bouw van studio’s en stelde als directeur Ennio Melis, hij was een ex-secretaris van het Sant’Ufficio, voor. Onder zijn leiding ging het RCA Italiana voor de wind.
Behalve filmmuziek namen ook bijna allle Italiaanse popsterren op, van Mina, via Patty Pravo en Domenico Modugno tot Francesco de Gregori en Paolo Conte.
In feite is dat studiocomplex de wieg van de Italiaanse popmuziek, maar ook veel buitenlandse artiesten kwamen naar Rome om op te nemen. De RCA had altijd de laatste ontwikkelingen op technisch gebied, maar was tegelijkertijd goedkoop. Goedkoper dan Londen, Berlijn of Los Angeles en ook een artistiek brein Lilli Greco, hij kwam in 1958 bij het bedrijf, die niet bang was te investeren en te experimenteren.
Greco was ook een man die een neus had voor talent en dat om zich heen verzamelde: tekstschrijver Franco Migliacci, componist Ennio Morricone en geluidstechnicus Sergio Marcotulli. De laatste, een ware knoppenmagier, heeft bij duizenden platen achter de knoppen gezeten, waaronder vele soundtracks. Zoals deze.
Franco Micalizzi noemt hem als zijn favoriete geluidstechnicus en een man vol verhalen. Marcotulli werd in 1930 in Rome geboren en woont er nog steeds. Het eerste contact is inmiddels gelegd en ik hoop binnenkort uitsluitsel te hebben of ik hem kan ontmoeten.
Het hoogtepunt van RCA Italia en de studio’s aan de Via Tiburtina ligt eind jaren zestig, begin jaren zeventig. Tegen het einde van de jaren zeventig gaat het steeds slechter met het bedrijf, in 1983 lijkt het Duitse BMG geinteresseerd, een deal die in 1986 wordt beklonken. Met de overname sluiten ook de opnamestudio’s. Nu zijn de legendarische RCA studio’s aan de Via Tiburtina een magazijn voor schoenen en kleding.
Veelgestelde vragen over de RCA
De betrokkenheid van het Vaticaan bij RCA Italiana had geen negatieve invloed op de artistieke vrijheid. Integendeel, Paus Pius XII stimuleerde RCA om te investeren in lokale artiesten en moderne cultuur in Rome. Het Vaticaanse geld belemmerde dus niet de artistieke keuzes in de studio’s.
Ennio Melis, een voormalige secretaris van het Sant’Ufficio, speelde een belangrijke rol in het succes van RCA Italiana en de opnamestudio’s. Toen het bedrijf dreigde te sluiten vanwege tegenvallende verkopen, drong Paus Pius XII aan op de bouw van studio’s en stelde hij Ennio Melis voor als directeur. Onder zijn leiding bloeide RCA Italiana op.
De overname van RCA Italiana door BMG in 1986 leidde tot het sluiten van de opnamestudio’s aan de Via Tiburtina. De interesse van BMG in 1983 en de uiteindelijke overname in 1986 betekenden het einde van een tijdperk voor de legendarische studio’s. Na de overname werden de studio’s gesloten en omgevormd tot een magazijn voor schoenen en kleding.



Comments