in ,

Grappige, leuke en bijzondere Italiaanse namen

Een koolmeesje, cinciallegra, in het Italiaans
Een koolmeesje, cinciallegra, in het Italiaans (foto: PxHere/publiek domein)

Laatst sprak ik met een leerling over de lente. Ik wilde vertellen dat we koolmeesjes in een nestkastje hebben in onze tuin. Ik wist dat een meesje in het Italiaans cincia heet, maar voor koolmeesje moest ik even zoeken. Dat blijkt cinciallegra te zijn: een vrolijk meesje. Mijn dag was meteen goed. Allegra betekent vrolijk.

Een vriendin uit Toscane heet ook zo. Een prachtige naam voor een kind, net zoals Gioia (plezier) of Modesta (bescheiden). Die laatste is de hoofdpersoon uit het boek van Goliarda Sapienza, een van mijn favoriete Italiaanse schrijfsters. Zelf had ik mijn dochter ook wel Alba willen noemen (dageraad, begin) maar Nadine is natuurlijk ook mooi.

Plaatsnamen

Naast mooie namen van mensen en dieren vind je in Italië ook bijzondere, grappige plaatsnamen: Donnadolce (Zoete vrouw), Paperino (Eendje), Belsedere (Mooi zitvlak), Montefiore (Bergbloem), Purgatorio (Vagevuur), Fiumelatte (Rivier van melk), maar ook Brindisi (Proost) en Soave (Zacht/Zoet), Poveromo (Arme man), Villa Inferno (Duivelshuis) of positiever: Bellosguardo (Mooie blik).

In Pescara wordt veel gevist. San Marzano sul Sarno is een dorpje in Campania waar waarschijnlijk de beroemde tomatenvariant vandaan komt. In de buurt van Florence ligt Aglio (Knoflook), in Reggio Emilia Mancasale (Te weinig zout), in Lombardije Mancapane (Er ontbreekt brood), in Venetië Mancalacqua (Te weinig water) en in Milaan Macatutto (Er ontbreekt alles).

Veel toeristen kennen het dorpje Limone (Citroen) aan het Gardameer, maar ik vind Golasecca (Droge keel) in Lombardije leuker klinken. In Toscane ligt Panna (Slagroom), in Umbrië Budino (Pudding) en in Lombardije vind je zelfs een dorp dat Gorgonzola heet.

Namen van mensen

Dan zijn er de aptoniemen: mensen die het beroep uitoefenen dat bij hun naam past. Vroeger koos men vaak een achternaam op basis van beroep. Handig, ook voor de herkenbaarheid. Zo zijn er in Nederland veel ‘Bakkers’.

Ernst van den Hemel is bijvoorbeeld religiewetenschapper. In Italië zijn achternamen als Cardinale (denk aan Claudia Cardinale), Maestri (schoolmeester), Pescatore (visser) en Barbieri (kapper) gangbaar. Appicciafuoco (Vuur-aansteker) gaat historisch wat verder terug, het is niet het moderne equivalent voor pyromaan.

Sommigen kozen een achternaam gebaseerd op afkomst: La Russa (de Rus), Tedesco (de Duitser), Parlagreco (Grieks-spreker). Anderen houden er op hun beurt van om hun kinderen naar Italiaanse steden te vernoemen: denk aan Milan en Florence.

Sommige mensen waren creatiever. Wat denk je van Abbracciavento (Wind-omhelzer), Amazzalamorte (Dood-verdelger), Senzaquattrini (Zonder geld), Buoncristiano (Goede christen), Passalacqua (Geef het water door), Spaccapietro (Stenensplijter), Fattapposta (Expres gedaan) of Pigliapoco (Pakt weinig)? Zelf had ik Buttafuoco (Vuur-weggooier) wel mooi gevonden.

Ook mooi vind ik de naam Mike Bongiorno van de beroemde Amerikaans-Italiaans presentator. Een zelfgekozen artiestennaam of toch zijn echte naam?

Veel namen zijn ook geïnspireerd door flora en fauna. Denk aan premier Giorgia Meloni (mevrouw Appel) of komiek en politicus Beppe Grillo (de Krekel).

Onlangs las ik een artikel over inclusiviteit in het Italiaans. Een tegenstander van genderneutraal taalgebruik grapte: ‘Moeten we dan ook de achternaam Negri veranderen?’

Italianen houden ook van bijnamen. Ruby Rubacuore was de bijnaam van het Marokkaanse meisje dat Berlusconi in opspraak bracht vanwege zijn bunga bunga-feestjes. Rubacuore betekent hartendief. Berlusconi zelf werd Il Cavaliere (de ridder) genoemd, hoewel hij zich daar niet altijd naar gedroeg.

Samengestelde zelfstandige naamwoorden

Ik houd van Italiaanse samengestelde zelfstandige naamwoorden. Ze zijn vaak heerlijk logisch. Denk aan voltastomaco (een maagomdraaier, iets wat je misselijk maakt) of ficcanaso (neusinsteker, iemand die zich overal mee bemoeit).

Een van de mooiste vind ik chiaroscuro, bij ons bekend als clair-obscur, een kunstterm voor het contrast tussen licht en donker.

Ook prachtig zijn de samengestelde bijnamen: gentiluomo (nette man), pelleossa (vel over been), guastafeste (feestverstoorder), cacciaballe (leugenontmaskeraar), nullafacente (niksdoener), schiacciapensieri (gedachtendrukkers), portaborse (tasjesdrager, een meeloper, iemand zonder initiatief, zoals ook Sophie Hermans werd genoemd door Geert Wilders een tijdje terug), ook mooi is de mezzacalzetta, iemand die niet echt van belang is, letterlijk een halve sok en de pigliamosche, de muggenvanger, iemand die zich snel laat afleiden.

We kennen natuurlijk allemaal de farfalle (vlinders / strikjespasta) en conchiglie (schelpjespasta). Maar ik houd ook van strozzapreti (priesterwurgers). Pasta eten wordt dan bijna een toneelstuk. Mijn peterselie snijd ik met een mezzaluna. Niet omdat het niet met een gewoon mes kan, maar omdat de naam het leuk maakt om te gebruiken.

Op mijn eigen site maakte ik een lijst van de mooiste Italiaanse woorden, een andere categorie, maar minstens zo inspirerend.

Written by Lotje Lomme

Lotje Lomme studeerde Geschiedenis in Bologna en Italiaans en didactiek in Utrecht. Ze geeft al 15 jaar Italiaanse les, verzorgde enkele online trainingen van Dit is Italiaans en geeft privélessen Italiaans en NT2 voor Italianen. Online en face-to-face in Schoonhoven.

Daarnaast bakte ze Italiaanse taarten voor een Nederlands café, tolkte ze voor een Italiaanse kunstenares, vertaalde gedichten van Alda Merini, maakte verse lasagna voor Stichting Thuisgekookt en gidste ze Italiaanse toeristen door de Keukenhof.

Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lucca, Piazza Anfiteatro

Italiaanse stedentrip-keuzehulp – deel 2

Italiaanse puzzelwoorden in een kruiswoordraadsel op een zonnig terrasje in Toscane

Voor de puzzelaars: veelvoorkomende Italiaanse puzzelwoorden