Het is eind juli als we deze zomer de oversteek maken naar Sardinië. Bij aankomst in ons huisje staat er een stevige wind. Omdat wij wat hoger in de heuvels zitten, zijn wij een briesje wel gewend, en bij warm weer zijn we alleen maar blij met een beetje verkoeling. Maar deze keer is de storm een stuk heftiger, en het is ook buiiger en frisser dan normaal in juli, zo’n 24 graden.
Bosbranden
Dat vinden wij voor een paar dagen wel lekker (liever dit dan de 35 plus van een paar weken eerder), maar deze maestrale (mistral) heeft ook nadelen: het verergert de jaarlijkse incendi (bosbranden). Of eigenlijk veldbranden, want het is niet zozeer bos wat er brandt, maar struiken, onkruid en gras.
Eerder heb ik al verteld dat we het gras en onkruid rondom ons huis regelmatig moeten maaien, om te voorkomen dat een eventuele brand in de omgeving naar onze grond overslaat. (Een opstalverzekering is hier geen overbodige luxe). Nu is het weer raak en zien we grote zwarte wolken verschijnen die door de wind worden voortgejaagd.
Daar staan we voor ons huisje, te kijken naar de blushelikopters en -vliegtuigen van de Vigili del Fuoco in de verte. Hoe ver is het weg? Hoe staat de wind? Waar lijkt de bron te zitten? Mensen komen met de auto naar de rand van het dorp en beginnen te bellen. Sommigen rijden ‘onze’ heuvel op voor een beter uitzicht.

Ook mijn man, die net boodschappen gaat doen, rijdt om en probeert het vuur te lokaliseren. Daniela, die net bij ons langskomt, deelt gelukkig mijn inschatting: de brandhaard ligt achter de volgende heuvelrug en de noordwestenwind blaast de rookwolken van ons weg: non è pericoloso (het is niet gevaarlijk, althans niet voor ons). Die avond is alles weer onder controle.
De volgende dag is het stralend weer. De wind is helemaal weggevallen en er is geen wolkje aan de strakblauwe lucht. La Nuova Sardegna van 29 juli 2025 doet verslag van de ellende van de afgelopen dagen, onder de kop: Incendi. Isola devastata. “In fuga dalle fiamme” (Branden. Eiland verwoest. “Op de vlucht voor de vlammen”). Het blijkt dat er meer dan 40 branden hebben gewoed, in verschillende delen van het eiland. Een verhaal dat ook in onze omgeving indruk maakt, is dat van toeristen in het zuiden van Sardinië. Zij moesten vanwege het vuur per boot van het strand worden opgepikt.
Aan het eind van de middag steekt de wind weer op en komen de windmolens opnieuw in beweging. We laten de barbecue nog maar even uit.
Sagre e feste
Een veel leukere traditie op zomers Sardinië zijn de jaarlijkse sagre e feste (dorpsfeesten). Sommige draaien vooral om lokale producten, zoals schapenvlees, die door de inwoners gezamenlijk aan lange tafels worden gegeten. Andere hebben een religieus karakter en gaan gepaard met een processie.
In dezelfde periode (van eind juli tot begin september) zijn er ook nog andere activiteiten. Zo woonden wij een paar jaar geleden een opvoering in klederdracht van traditionele Sardijnse dansen bij, onder de noemer ballo sotto le stelle (dans onder de sterren).
Nadat mensen in klederdracht van de plaatselijke culturele vereniging begonnen te dansen op de muziek van een traditionele kleine accordeon, gingen dorpelingen in gewone kledij ook meedoen. Het voetenwerk was onnavolgbaar.
Een jaar later bleken de inwoners van een ander dorp dit ook op popmuziek te kunnen. Dat was weer eens een andere manier om Matia Bazars Ti sento te beleven. Dit nummer was in 1986 een grote hit in Nederland en is nog altijd een van mijn favoriete Italiaanse nummers.
Dit jaar bezoeken wij het Festa di Santa Maria del Mare in Bosa, aan de westkust van Sardinië. Een charmant plaatsje met gekleurde huizen en de ruïnes van een grote middeleeuwse burcht.
Op de eerste zondag van augustus vindt daar een Mariaprocessie plaats. Volgens de website eventi-italiani.it start deze om 8.00 uur ‘s ochtends in Bosa Marina, aan de monding van de rivier de Temo. Van daaruit wordt een Mariabeeld, geflankeerd door de nodige priesters, per boot naar de domkerk van Bosa gevaren. Tientallen bootjes met vlaggetjes varen mee.
Navraag bij een lokale supermarkt leert gelukkig (na bemoeienis van een klant die het beter weet dan de kassière) dat de bootjes pas om een uur of 11 in Bosa zullen verschijnen. Dus kunnen wij op de bewuste dag uitslapen en rustig naar het water slenteren om ons precies op tijd (11.30 uur) bij de toeschouwers te voegen, die zich op de bruggen en kades hebben verzameld om Maria te verwelkomen.
Bij de historische brug komt ze aan land en gaat de processie te voet verder, gevolgd door een stoet gelovigen, om bij de Dom te eindigen.

Tip: mocht je dit eind-van-de-ochtendritueel gemist hebben, dan krijg je rond half 7 ’s avonds een herkansing. Dan doen ze de hele processie in omgekeerde volgorde namelijk nog een keer over, en brengen ze Maria per boot weer terug naar Bosa Marina.
Terug in ons huisje kunnen we in ons eigen dorp nog een sagra meemaken. Helaas is een van ons ziek, dus besluiten we om niet te gaan. Volgend jaar beter.
Comments