Zie hier, 5 handige woorden en uitdrukkingen in het Italiaans, die soms net iets anders betekenen dan wat je zou denken.
1. A posto

Je staat in Italië in de supermarkt of bij zo’n leuke lokale specialiteitenzaak (of op de markt bij een kraam vol Italiaanse lekkernijen), je bent er wonderwel, met aanwijzen, handgebaren en wat semi-Italiaans gebrabbel in geslaagd precies die kaas of worst of verse, handgemaakte pasta te bestellen, en dan…
De vriendelijke winkelbediende vraagt je iets als ’Desidera altro?’ en je weet niets anders uit te brengen dan ’No’, of hopelijk op zijn minst ’No, grazie’. De kans bestaat dat de bediende je niet meteen begrijpt omdat hij/zij een ander, standaardantwoord verwacht.
Zoals je in Frankrijk overkomt als je na een etentje aan de gerant om le compte vraagt. Hij/zij verwacht namelijk de ’optelling’, l’addition. Het toverwoord (of beter: woorden) is in dit Italiaanse geval ’a posto’: ’No, (sono) a posto, grazie’. Niet te verwarren met het verwante apposta, in orde.
2. Bravo

In Nederlandse theaters is de staande ovatie gemeengoed geworden, terwijl Italiaanse toeschouwers zich maar hoogst zeldzaam uit hun stoel verheffen (wel bij het volkslied uiteraard).
Bravo roepen doen ze zowel in de Lage Landen als in de Laars, met dien verstande dat de niet-Italianen bij en voor iedereen het woord bravo gebruiken en Italianen bravo alleen voor een mannelijke zanger, acteur enzovoorts.
Een dame is brava, en in meervoud geldt respectievelijk bravi en brave. Het laatste alleen bij uitsluitend uit vrouwen bestaande gezelschappen, want al bezit een orkest 99 dames en maar 1 heer, dan nog zijn ze bravi (of brutti natuurlijk).
Maar behalve in het theater en bij andere spettacoli hoor je het woord bravo ook soms in gesprekken. Iemand beweert iets (de regering bestaat alleen uit zakkenvullers, bijvoorbeeld) en de gesprekspartner uit een krachtig Bravo! om aan te geven dat hij het er 100% mee eens is. Bravo betekent hier zoiets als: Jij snapt het, jij hebt het door, je bent bravo. Alternatieve uitdrukkingen zijn Infatti! en Appunto!
3. Coraggio

“Het huis waarin we geïnteresseerd zijn staat te koop bij Gabetti, in Stradella!” schrijft ons een Nederlander die een huis in Italie zoekt en zelf op het Internet heeft gespeurd. En dan kom je van alles tegen, maar zelden iets aangenaams. Op het horen van de naam Gabetti kijkt Roberto ons ironisch-meewarig aan en zegt: „Allora, coraggio!”
Met de diensten van Gabetti ’Dreams House’ (het Engels van eigenaresse Cinzia is ook al niet om over naar huis te schrijven) zijn we genoeg bekend om te weten wat de Nederlander te wachten staat als hij met deze makelaar in zee gaat. Uit eigen ervaring en de verhalen van anderen. Sterkte, dus!
Coraggio betekent letterlijk moed, maar kan ook sarcastisch bedoeld zijn, zoals in het bovenstaande voorbeeld: ’Veel succes!’ Ook de wens auguri kan zo gebruikt worden: ’Gefeliciteerd!’ (maar niet heus).
4. Me lo dicevi

De Italiaanse werkwoordsvormen zijn knap ingewikkeld voor een Nederlandstalige. Al die verschillende tijden, pfff. Passato remoto? Nooit van gehoord. Congiuntivo? Gebruiken we in het Nederlands helemaal niet meer. En dan het verschil tussen onvoltooid en voltooid verleden tijd, dat is in de Nederlandse taal vrijwel weggesleten.
In het Italiaans leven deze vormen nog volop en je ontdekt dat het bijna onmogelijk is ze nog onder de knie te krijgen als je er niet vanaf je geboorte mee hebt leren omgaan. Gelukkig maken zelfs Italiaanse hoogwaardigheidsbekleders er soms een potje van, zoals voormalig leider van de Cinque Stelle beweging en minister van Buitenlandse Zaken, Luigi di Maio. Hij gebruikte in een live tv-uitzending een keer ten onrechte de congiuntivo en werd er op de sociale mediakanalen uitgebreid mee belachelijk gemaakt.
Zelfs na jaren taalles en verblijf in Italië hoor je soms nog voor jou vreemde gebruiksvormen van werkwoorden. Zoals toen onze vriend Roberto Nico had gevraagd om met hem mee te gaan naar Milaan voor het een of ander. Op het geplande uur voor vertrek kwam Roberto hem ophalen, maar bleek Nico zwak, ziek en misselijk. „Me lo dicevi!” exclameerde Roberto, toen hij dat hoorde. Je zei het tegen mij? dacht ik. Hoezo? Nico had het helemaal niet vooraf aan Roberto laten weten.
Na enig nadenken kwam ik tot de conclusie dat „Me lo dicevi” in dit geval zoiets als „Had het maar tegen mij gezegd”, „Je hoefde het maar te zeggen (en ik had een ander gevraagd)” betekende. In ieder geval veel korter dan het „Ma perché non me l’hai detto prima” of „Se me l’avessi fatto sapere prima” dat ik bij elkaar geïmproviseerd zou hebben.
5. Coincidenza

„Che coincidenza!” zeg je bijvoorbeeld als je plotseling een bekende tegenkomt waar je die persoon helemaal niet verwachtte. „Wat een toeval!”
Gek genoeg heet in het openbaar vervoer een aansluiting ook een coincidenza, dat dan neutraal het samenkomen van 2 verschillende lijnen betekent. Maar door de reputatie van de Italiaanse staatsvervoerbedrijven lukt het je natuurlijk niet om de verwijzing naar de toevalligheid van je af te schudden. „Wat een toeval: ik kan meteen overstappen, de aansluiting staat klaar. Dat gebeurt anders nooit!”
Comments