Ik kan me de Amalfikust niet voorstellen zonder het geel van citroenen. De opgestapelde citrusvruchten in de kraampjes langs de weg, de keramiek waarin ze de hoofdrol spelen en de drankjes en onvergetelijke gerechten waarin ze verwerkt worden.
Natuurlijk zijn dit niet die citroenen met dat dunne schilletje die je in de meeste Nederlandse supermarkten kunt krijgen. Dit zijn de trotse limone costa d’Amalfi met hun dikkere rimpelige schil gevuld met een overdaad aan essentiële oliën. Het zijn precies die oliën die de smaak van bijvoorbeeld limoncello bepalen en die ervoor zorgen dat hij nooit helemaal helder is.
Ik ben ooit verzeild geraakt in een langdurige discussie tussen een Siciliaan en een Amalfi over de ‘echte, originele’ limoncello en waar die vandaan komt. Een discussie waar ik mij sindsdien voor altijd buiten houd.

Hangend over de reling van de traghetto, de veerboot, glijdt aan de ene kant de prachtige kustlijn aan ons voorbij, terwijl aan de andere kant het blauw van de golf van Salerno en de Tyrreense zee oogverblindend blinken.
Om halftien varen we langs het strand van Maiori en even later meren we aan in de haven. Maiori heeft het langste zandstrand van de Amalfikust, maar dat is niet de reden dat we hier zijn. Ik heb me door mijn reisgenoot laten overtuigen dat een citroenenliefhebber als ik de Amalfikust niet kan verlaten zonder het sentiero dei limoni te hebben gelopen.

Ik ben niet zo’n wandelaar en al helemaal niet als het in de loop van de dag 38 graden wordt, maar hier kwam ik dus niet onderuit. Vanaf de haven slenteren we het dorp in, de eerste trappen op naar het Santuario Santa Maria a Mare, waar het wandelpad begint.
De kerk zelf is prachtig. Het gebouw was oorspronkelijk een fort en is vanaf de 15de eeuw steeds meer uitgebouwd. De koepels van gele en groene majolica-dakpannen doen mij denken aan citroenen.



Na een goede klim lopen we een vallei in, een paradijs van groen. Onder ons en langs de berghellingen zien we de terrassen waarop druiven, olijf- en citroenbomen elkaar afwisselen. Toch heb ik, als we een uur gewandeld hebben, nog geen citroen gezien.
Het is behoorlijk warm geworden als we bijna in het gehuchtje Torre zijn. Het kraampje met granita al limone komt dus als geroepen. Nadia, die de stand bemenst, komt uit Minori. Terwijl ze de versnapering klaarmaakt, praat ze honderduit.

Natuurlijk hebben we nog geen citroenen gezien, die staan achter de muren waar we langs zijn gelopen. Willen we misschien binnen kijken? We volgen haar door de hoge ronde poort in de oude muur een onverwachte wereld in.
Azienda agricola Ruocco’s blijkt veel groter dan we vanaf de kant van de weg hadden gedacht. We lopen door de boomgaard waar de gele vruchten hangen en hun geur verspreiden. Ze plukt er een en snijdt hem open. Het bijna zoete vruchtvlees doet in niets denken aan de zure citroenen die ik uit Nederland ken.


‘Mijn oma liep het pad nog af met een grote mand citroenen op haar hoofd. Hij woog wel 40 kilo, denk ik,’ verklaart Nadia de naam van de wandelroute. ‘Iedereen bracht de oogst zo naar beneden.’ Ze laat ons zien wat ze allemaal van de citroenen maken, de marmelade, de olie en de limoncello. Het aanbod om te proeven kunnen we natuurlijk niet afslaan.
Met iets zwaardere benen vervolgen we onze route en komen in het antieke dorpje Torre, waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan. Het prachtige kleine kerkje van San Michele Arcangelo stamt uit de 10de eeuw. Het is een koel rustpunt en het bezoekje meer dan waard.
Het pad en de trappen, want die zijn er veel, gaan verder en we zijn duidelijk over het hoogste punt heen als onverwacht een schitterend panorama zich ontvouwt. Onder ons strekt de zee zich uit begrensd door een groene kustlijn en het dorpje Minori.
Dit is het Belvedere della Mortella, dialect voor de mirtebes waarvan ze in Sicilië een heerlijke likeur maken.
Mijn metgezel wijst enthousiast naar rechts, waar het pad weer omhoog gaat. ‘Daarboven is de Campanile del’Annunziata.’ Als antwoord wijs ik naar links. ‘Daarbeneden is Minori.’ Met gezonde tegenzin volgt ze me de 284 treden af richting dorp en strand.
Er is één plek in Minori die de echte citroenliefhebber niet aan zich voorbij kan laten gaan, de Pasticceria Sal di Riso. Zijn delizia al limone Amalfitano is een van de lekkerste taartjes die ik ooit heb gegeten. De babà al limoncello, een championvormig taartje dat vooral bekend is uit Napels, is onvergetelijk.



Een heerlijke Limoncello Spritz, een spritz met limoncello, is het logische vervolg als we zijn neergestreken op een terras langs de boulevard.

Aan het eind van de middag is het tijd voor een stukje oude geschiedenis. De Romeinse villa stamt uit de 1ste eeuw na Christus en het is vooral leuk dat er op YouTube een 3D-reconstructie staat. Als je die eerst bekijkt en daarna de opgraving bezoekt, begrijp je zoveel meer van wat je ziet.
Terug in Maiori sluiten we de dag in stijl af. In de tuin van ristorante Pineta 1903 hangen de citroenen van de pergola’s en sieren ze onze borden. Maiori, Minori en het pad van de citroenen zijn absoluut een onvergetelijke ervaring.
Citroenen in Italië: van sierplant naar basisvoedsel

Waren er al citroenen in Pompeï? Sinds de vondst van fresco’s in het casa del frutteto, het huis van de boomgaard, woedt daar een levendige discussie over. Misschien kenden de oude Romeinen de citroen al, maar waarschijnlijk alleen als sierplant.

Ook in de Arabische wereld werden de boom en zijn vruchten vooral ‘om de mooi’ gekweekt. Pas vanaf de 15de eeuw worden citroenbomen in Italië geplant voor hun vruchten.
De kweek van citroenen begon in Genua, maar de Amalfikust volgde kort daarna. Overigens was het de uit Genua afkomstige Christoffel Columbus die de eerste citroenen meenam naar Amerika. Mexico is nu een van de grootste citroenproducenten.
In 2022 produceerde Italië ongeveer 420.000 ton citroenen maar het worden er ieder jaar minder. Het grootste deel van de Italiaanse citroenen komt tegenwoordig van Sicilië.
De traghetto: de Amalfikust met de veerboot
Een van de leukste manieren om de Amalfikust te verkennen is met de (bus)boot. Vanaf Salerno, dat goede treinverbindingen heeft, vertrekken meerdere (lijn)diensten naar de mooiste plaatsen langs de kust, vaak met Capri als eindpunt.
Je kunt losse tickets van de ene naar de andere stop nemen of een kaart voor het hele traject. Kaartjes zijn op de boot te koop maar ook online.
Let op: de prijzen van de verschillende aanbieders kunnen nogal uiteenlopen. De schepen zijn comfortabel en de zeewind is heerlijk verkoelend op warme dagen.
Pasta al Limone: een recept met citroen in een hoofdrol

Zoals de meeste mooie gerechten uit de Italiaanse keuken is ook dit recept een toonbeeld van eenvoud met zo min mogelijk ingrediënten.
Het originele recept is met tagliolini, dunnere en smaller gesneden tagliatelle bereid met ei. Zelfgemaakt is natuurlijk het lekkerst, maar ze zijn ook gedroogd te krijgen. Anders is een dunne spaghetti (met ei) een goede vervanger.
Mocht je geen Amalfi-citroenen kunnen krijgen, neem dan in ieder geval biologische citroenen en was ze goed onder (lauw) warm water voor je de schil raspt.
Ingrediënten voor 4 personen:
- 350 gram tagliolini
- 40 gram boter
- 1 eetlepel (14 ml) extra vergine olijfolie
- 1 citroen
- tijmblaadjes (liefst vers)
- zout en peper
- (eventueel) 1 theelepel suiker
Bereiding van de pasta al limone:
- Breng een pan water aan de kook voor de pasta.
- Rasp de citroenschil. Voorkom dat je het wit onder de schil meeraspt, dat is bitter.
- Pers de citroen uit.
- Neem een pan met een hoog opstaande rand en dikke bodem en laat de boter op laag vuur smelten in de olijfolie. Eenmaal gesmolten voeg je de rasp van de citroenschil toe en na een minuutje het citroensap (en eventueel de suiker).
- Als het water kookt, voeg je zout toe en kook je de pasta (al dente).
- Schep de gekookte pasta in de andere pan, voeg 1 tot 2 lepels kookwater van de pasta toe en roer goed. Het zetmeel in het kookwater zal de saus binden.
- Aanmaken met de tijmblaadjes en peper (en zout) naar smaak.
Buon appetito!
Comments