in , , , , , ,

Napels, op de helft…

Vesuvius Napels
Napels is ongelooflijk intens... (foto's: Edward Hendriks)

Het is half maart, dus de helft van de mijn bezoek aan Napels zit er alweer op. De eerste schoolweek is achter de rug en de tweede schoolweek is zojuist begonnen.

Italiaans spreken blijft lastig. Onregelmatige werkwoorden, enkelvoudig of meervoudig mannelijk, enkelvoudig of meervoudig vrouwelijk en dan nog de vele uitzonderingen en vervoegingen… pfff. Je moet zolang nadenken voor je weet hoe je iets moet zeggen, dat ieder spontaan gesprek vooralsnog gedoemd is te mislukken. Het lezen en verstaan van Italiaans gaat al wel steeds beter, merk ik.

Ik weet nu dat hier staat: geen voorwerpen over de balustrade gooien. Op de achtergrond het silhouet van het eiland Capri.

Het voelt iedere dag wat meer als ‘wonen in Napels’ in plaats van ‘vakantie in Napels’. Ik probeer ook vooral zoveel mogelijk het Napolitaanse leven te leiden en dat gaat me – voor een Hollander – redelijk goed af. Zo doorkruis ik inmiddels onbevreesd en onverschillig het intense verkeer als een echte local en loop ik in de pauze van de les naar buiten voor een vero caffè bij de dichtstbijzijnde bar.

En eten op straat gaat ook prima. Tjongejonge, wat is hier toch een enorm aanbod aan pizza’s, foccacia’s, panini’s, gelato, chocolade, Napolitaanse snacks, taartjes, Siciliaans gebak en sfogliatelle (een lokale lekkernij). Je kunt geen paar meter lopen of er is wel een stalletje, kraampje, bar, restaurantje of pizzaloket.

Altijd druk met mensen, straatverkopers, politie en eetkraampjes: de Via Toledo vanaf de Piazza Trieste e Trento.

Desalniettemin verbaas ik me nog vaak genoeg. Mezelf even buiten de deur begeven is eigenlijk al genoeg entertainment in deze stad die voortraast als de Eurostar van Rome naar Napels. De eerste regel in de Lonely Planet weet het direct goed te treffen: 

Naples is a double-shot espresso. Caught in the shadow of a snoozing Mt Vesuvius, it fronts each day with fatalistic intensity.

De andere kant van Napels: grote appartementencomplexen waar veel mensen opeengepakt in grote armoede leven.

Prachtig is het spel tussen de vele (illegale) straathandelaren – die hun namaak-Prada’s -Gucci’s en -Vuittons aan de man proberen te brengen – en de Guardia di Finanza (de speciale politie-eenheid die fraude moet voorkomen). Bij het ontdekken van de grijze Fiat Bravo’s met gele striping, sissen ze ‘la macchina’, ‘la macchina’ naar elkaar, waarna de koopwaar razendsnel in een buggy verdwijnt en de handelaar een eindje verder loopt. De agenten slaan het spel gade vanachter de autoraampjes. Soms blijven ze even staan. Uiteindelijk rijden ze verder. En zodra de kust veilig is, keert iedereen uiteraard weer op z’n vertrouwde plekje terug.

Veel van de clichés over Italië, betreffen in feite Napels. Lawaaiig, chaotisch, theatraal. De Napolitanen weten dit heel goed en koesteren zich in deze rol. Echtelijke ruzies worden hardop via mobiele telefoons uitgevochten, kassiers hangen openlijk verveeld in hun loketten, opdringerige zwerfhonden krijgen een trap, verkeerslichten, strepen op de weg of zebrapaden bestaan niet en borden hangen overal behalve waar ze moeten hangen.

Vertrek van de veerboten naar de eilanden in de baai van Napels.

Afgelopen zaterdag wilde ik graag naar het eilandje Procida voor de kust van Napels. Bij de haven aangekomen, kwam ik erachter dat de veerboten niet meer vanaf ’Molo Beverello’ vertrokken, maar vanuit een andere haven. Het heeft me ongeveer de hele ochtend gekost om deze te vinden, vooral omdat het me zo onwaarschijnlijk leek dat je voor de overtocht naar de eilanden langs zeecontainers, laad- en losterreinen en slagbomen moet manoeuvreren.

‘s Middags heb ik dan toch de veerboot genomen. Procida is een overzichtelijk eiland van slechts 4 vierkante kilometer en dus prima te voet te verkennen. Bijkomend voordeel van de beperkte schaal is dat het massatoerisme hier nog niet heeft toegeslagen. Schitterend is het uitzicht op de oude vissershaven vanaf het hoogste punt van Procida (tegelijkertijd decor voor de film Il Postino (’The Postman’) uit 1994 en recenter nog voor The Talented Mr. Ripley).

De oude vissershaven van Procida bij aankomst met de veerboot vanuit Napels.

De huizen in hun typische, Arabisch ogende bouwstijl met ronde vormen hebben mooie blauwe, roze en gele kleurstellingen. Al wandelend door de haven begaf ik me tussen mannen die jarenlang op zee hebben doorgebracht. Sommige waren met hun netten in de weer, anderen waren wrakhout aan het verbranden en weer anderen waren aan het zagen en schilderen.

De kenmerkende bouwstijl van het eiland Procida.

Helaas moest ik de laatste boot terug naar Napels om 20.00 uur nemen. Ik had graag nog wat meer tijd op deze serene, schilderachtige plek doorgebracht. Een welkom rustpunt in de chaotische hectiek van de vaste wal.

Op zondag heb ik uitgerust van alle belevenissen van de afgelopen week. Na ‘s ochtends boodschapjes te hebben gedaan bij mijn ‘vaste’ supermarkt, heb ik me met een heerlijk biertje geïnstalleerd op een terrasje en loom genoten van de middagzon. 

‘s Avonds heb ik in de bioscoop (op 5 minuten lopen van mijn huis) gekeken naar de film La Siciliana Ribelle, over een meisje dat na de moord op haar vader (tevens capo) zelf de strijdbijl oppakt en uiteindelijk niet alleen moet vechten tegen de Cosa Nostra, maar ook tegen haar eigen familie.

De sala piccola bevatte slechts 25 – uitverkochte – zitplaatsen en deed me denken aan The Movies op de Haarlemmerdijk in Amsterdam. Met z’n allen naar een soort van breedbeeld-tv kijken, zeg maar. Naast mij zat een gezin met twee meisjes van – ik schat – zo’n 6 en 7 jaar. Wat die daar deden bij een nogal gewelddadige maffiafilm om halfelf in de avond, is me een raadsel. Maar daarvoor ben ik waarschijnlijk nog niet Napolitaans genoeg.

Wordt vervolgd.

Written by Edward Hendriks

Bijna 25 jaar geleden kwam ik voor het eerst in Italië en sindsdien keer ik er elk jaar terug (meestal voor meerdere keren per jaar). In het dagelijks leven ben ik copywriter. Toen ik in het voorjaar van 2009 een maand in Napels doorbracht, kwamen de ideeën voor een maffiathriller bovendrijven én begon ik in de zomer van datzelfde jaar met dit webmagazine. De thriller 'Bloedgeld' kwam uiteindelijk in 2012 uit. Inmiddels heb ik drie thrillers gepubliceerd en werk ik aan nieuwe manuscripten. Samen met een aantal enthousiaste andere italofielen blijf ik bloggen voor Dit is Italië.

Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

zicht op de Vesuvius vanaf Napels

De laatste ‘vrije’ en de eerste schooldagen in Napels

Nennella Napels

Un venerdì da Nennella a Napoli