Bij mij om de hoek, in de wijk Monte Sacro in het noorden van Rome, is een bescheiden monumentje gewijd aan de linkse activist Valerio Verbano, die hier in 1980 op 19-jarige leeftijd werd vermoord door drie neofascisten.
Gemaskerd en gewapend drongen die de woning binnen van de familie Verbano, waarna zij Valerio’s ouders vastbonden in de keuken, wachtten tot de jongen terugkwam uit school en hem vervolgens doodschoten. Een buurvrouw vertelde mij ooit hoe ze de jongen had horen roepen om zijn moeder, maar geen idee had wat er gaande was.
Het monumentje voor Valerio Verbano Valerio Verbano werd in 1980 vermoord Posters ter nagedachtenis aan Valerio Verbano
De Jaren van het Lood
Een paar kilometer verderop, in de wijk Primavalle, wierp in 1973 een commando van de ultralinkse groepering Potere Operaio een molotovcocktail tegen de woning van een lokale politicus van rechts. In de daardoor ontstane vuurzee verbrandden twee van zijn zoons levend.

De foto van hun geblakerde lijken in het open raam van hun flatwoning is nu een van de iconen van een duistere periode uit de recente Italiaanse geschiedenis, Gli Anni di Piombo, de Jaren van het Lood, toen dit soort gruweldaden bijna dagelijks nieuws waren.
15 jaar durende nachtmerrie
De loden jaren staan momenteel zeer in de belangstelling, omdat het een halve eeuw geleden allemaal begon, op 12 december 1969, met een bomaanslag op de Milanese Banca Nazionale dell’Agricoltura, waarbij 16 doden vielen en die bekend is geworden als de strage (slachtpartij) di Piazza Fontana.
Het was het begin van een 15 jaar durende nachtmerrie, met een eindeloos lijkende reeks aanslagen, overvallen, ontvoeringen en schietpartijen waarbij in totaal 370 doden en meer dan duizend gewonden vielen.

Terroristische aanslagen
Nu was Italië in de jaren 70 niet het enige toneel van terroristische aanslagen: in Duitsland had je de RAF, in Noord-Ierland de IRA en in Baskenland de ETA, die zeker niet minder zachtzinnig te werk gingen.
Maar in Italië boden twee groepen terroristen tegen elkaar op:
- Linkse extremisten als de Rode Brigades, die hoopten op een ‘proletarische revolutie’ en daarom alvast maar vertegenwoordigers van de ‘bourgeoisstaat’ als rechters, politici en politiemannen van kant maakten
- Neofascisten die in afwachting van een autoritaire staatsgreep in het wilde weg bomaanslagen pleegden – zoals die van Piazza Fontana – om een algemeen gevoel van spanning en onzekerheid te scheppen.
Het hoogtepunt van het ‘rode’ terrorisme vormde de ontvoering, gevangenschap en koelbloedige moord op de christendemocratische staatsman Aldo Moro in 1978.
De meest bloedige ‘zwarte’ aanslag was de bom in het station van Bologna die in twee jaar later 85 dodelijke slachtoffers maakte. Maar daarna was het vrij snel afgelopen.
Rode en zwarte bendes
Door vakbekwaam politiewerk en door verklikkers strafkorting te beloven werden de rode en zwarte bendes één voor één opgerold, zodat in het midden van de jaren 80 de Jaren van Lood praktisch voorbij waren. Uiteindelijk leverde het terrorisme niets op: zowel de linkse revolutie als de rechtse staatsgreep waren mislukt.
Zelf heb ik als jonge student nog een staartje van die bewogen periode meegemaakt. Ik herinner me nog goed de grimmige atmosfeer die er heerste, met wegblokkades, zwaarbewapende politie en militairen op straat, angstaanjagende berichten in de krant en op tv, linkse en rechtse jongeren die met elkaar slaags raakten en leeftijdgenoten die serieus de noodzaak van gewapend verzet predikten.
Nog altijd wordt in Italië het politieke en maatschappelijke debat behoorlijk verhit gevoerd, maar zo heftig als toen is het nooit meer geworden.
De herdenkingsartikelen die in de aanloop naar 12 december verschijnen in de Italiaanse en internationale pers beschrijven daarom ook een voltooid verleden tijd. En dat is maar goed ook.
Comments