Gescheiden kamers (in het Italiaans Camere separate, 1989) is het hoofdwerk en tevens het laatste boek van de jong aan aids gestorven auteur Pier Vittorio Tondelli. Deze roman is zowel een requiem voor een verloren geliefde als een zoektocht naar een verhouding tot het leven en de maatschappij. Pas kort geleden kwam het in een Nederlandse vertaling uit.
Deze relatie sprak in de tachtiger jaren van de vorige eeuw voor een homoseksuele man niet voor zichzelf. Al helemaal niet in Italië, waar zoveel om la famiglia draait. Wordt hij als homoseksueel wel volledig geaccepteerd door zijn familieleden? Verwachten ze dat hij ook een relatie aangaat? Dat hij zijn partner meeneemt naar familiebijeenkomsten?
Of verwachten ze juist dat hij alleen blijft en zijn geaardheid niet ‘praktiseert’, zoals de alomtegenwoordige katholieke kerk het zo plastisch en onsmakelijk uitdrukt? En wat wil hij eigenlijk zelf? Hoe kan hij zich bevrijden van de druk die zijn omgeving op hem uitoefent? Hoe moet hij zijn eigen weg vinden?
Na twee eerdere langdurige verhoudingen, de eerste met Hermann, die hij zelf heeft afgebroken omdat hij deze te verstikkend vond. En de tweede met Thomas, die eindigde met diens dood door kanker (aids?), komt de ik-figuur Leo erachter dat hij niet geschikt is voor een te intense en intieme relatie. Samenwonen past niet bij zijn karakter.
Nu hij de 30 is gepasseerd, weet hij eindelijk wat zijn plek is en beseft hij dat hij alleen zelf kan bepalen wat hem gelukkig maakt. Niet zijn vrienden, niet zijn familie, niet de heersende moraal. Hij kiest voor zichzelf in de wetenschap dat men hem altijd vreemd zal vinden. En dat hij zich vaak zal moeten verweren tegen goedbedoelde raad (ook van zijn homovrienden) en ook tegen minder goedbedoelde kritiek.
Hij zal nooit gelukkig worden
Als personage doet Leo mij nogal denken aan de mysterieuze, ongrijpbare broer Matteo van de hoofdpersoon in La meglio gioventù. De broer van wie je vermoedt dat hij homoseksueel is en die uiteindelijk zelfmoord pleegt door van het balkon van de familieflat te springen. Ook Leo is niet gelukkig en denkt dat hij het nooit zal worden: hij heeft een metaphysical bug zoals hij het zelf op de laatste pagina zegt.
Het trieste is dat Leo met Thomas op het punt stond een voor hem leefbare status quo te bereiken. Maar Thomas werd ziek en stierf tenslotte. En daar is meteen ook een parallel met het leven van de auteur te vinden. Kort na het verschijnen van het door de kritiek goed ontvangen Camere separate, waarin hij zijn eigen stem ontdekte, stierf Tondelli aan aids. Hoe cynisch kan het lot zijn.
Zoals ik Camere separate hierboven heb samengevat lijkt het een nogal saaie, introspectieve roman, waarin niet veel gebeurt. Voor een deel is dat waar en je moet even de tijd nemen om ‘erin te komen’. Maar geleidelijk aan weet Tondelli je dan met zijn prachtige zinnen te betoveren. Hij heeft in deze zwanenzang zijn stem gevonden. Een stem die nog een tijd blijft resoneren nadat je het boek, met een zucht, hebt dichtgeslagen (of weggeklikt).
Een karakteristiek fragment (in het Italiaans):
“Allora, forse, tutta la sua vita, il suo essere separato, non è altro, come aveva compreso perfettamente Thomas, che una elaborata messa in scena della propria, inestinguibile, volontà di svanimento; la spettacolorizzazione pubblica di un complesso di colpa, di un’angoscia che lui ha sentito forse fin dal primo giorno in cui ha aperto gli occhi al mondo, e cioè che non sarebbe mai stato felice.”
Gescheiden kamers
door: Pier Vittorio Tondelli (vertaald door Jan van der Haar)
220 blz.
€ 19,90
Gibbon Uitgeefagentschap, 2016
ISBN 9789491363597
Comments