‘Kom niet terug! Blijf zitten waar je zit, want hier is het niet te harden!’ waarschuwden vrienden in Rome ons. Mijn vrouw en ik hadden al 2 weken doorgebracht in de Oostenrijkse Alpen, met bergwandelingen, cantharellen zoeken, ’s middags een terrasje en ’s avonds een Tatort. En natuurlijk met de plaatselijke gutbürgerliche Küche.
Wij wonen in Italië en zijn dus goed eten gewend, maar in de bergen kan ik zwelgen in Schnitzel, Blutwurstgröstl, Käsekrainer en Weisswurst met zoete mosterd. Om nog maar niet te spreken van het uitstekende plaatselijke bier en de wijnen uit het Weinviertel. (Ik neem daarvan ook graag een kistje mee naar huis om onze Romeinse vrienden, die zoals alle Italianen gastronomische chauvinisten zijn, te laten proeven dat er buiten Italië ook best goede wijn wordt gemaakt.)
Dit alles op 1.400 tot 2.000 meter hoogte, bij een temperatuur van maximaal 24 graden, een aangenaam briesje, veel zon met af en toe een buitje, tegen de achtergrond van het majesteitelijke massief van de Hochkönig. Een groter onderscheid met de hitte en de drukte van Rome is nauwelijks denkbaar.
Maar helaas, de plicht en de kat riepen, dus gingen we toch maar zuidwaarts. Na een koele start in de ochtend (9 graden en een stortbui) gaf de thermometer gestaag meer aan en bij Villach in Karinthië was het al 30 graden.

Even verderop passeerden we de Italiaanse grens en dacht ik aan Goethe die zich hier in 1786, aan het begin van zijn Italiaanse Reis, liet gaan in lyrische beschrijvingen van de milde, zachte lucht, de heldere zonneschijn, de weelderige vegetatie en het vrolijke gesjirp van de krekel. Onze aankomst in Italië was heel minder poëtisch.
Over de grens werd het al gauw 36 en later 38 graden. Toen we aan in Friuli aan de autostrada een koffiestop maakten, viel bij het openen van het portier de hitte als een warme natte doek over ons heen.
De tafels en stoelen voor de uitspanning waren natuurlijk verlaten en ook wij haastten ons naar binnen, maar in de vochtige atmosfeer bleek een afstand van 50 meter al voldoende om grondig bezweet te raken. De jongedame achter de toog verklaarde dat zij deze temperaturen nog niet eerder had meegemaakt, maar dat de airco haar redding was. De onze ook.
Over de E45 – waar ondanks de hitte nog tientallen wegwerkers in actie waren – reden we zuidwaarts in een Italië in de greep van het Afrikaanse hogedrukgebied dat de Italiaanse meteorologische dienst dreigend Caronte had gedoopt, naar Charon, de veerman die in de Griekse mythologie de zielen van de gestorvenen overzet naar de Onderwereld.
In de buurt van Perugia gaf de meter 40 graden aan en kort voor aankomst meldde de autoradio, dat in Rome een rattenplaag zou heersen. Dat verbaasde ons niet: Rome telt zo’n 10 miljoen knagers en dankzij de permanente afvalcrisis worden dat er snel meer.
De stad maakte een vreemde, half uitgestorven indruk: niet minder auto’s, maar lege trottoirs en winkels waar pas in de avond klanten kwamen.
Onze vrienden hadden niet overdreven: het was inderdaad niet te harden. Voor 9 uur ’s ochtends kon je je nog wel buiten wagen, maar daarna was het 10 uur lang huisarrest met de jaloezieën en rolluiken neer en de airco vol aan. Parken boden geen koelte meer en het zwembad evenmin.
Weliswaar is hitte in zomers Rome geen uitzondering, maar zoals nu hadden we het nog niet eerder meegemaakt. In vorige jaren koelde het in de avond af, zodat je de straat of het terras op kon, maar ditmaal bleef het tot midden in de nacht meer dan 30 graden en bij de vochtigheidsgraad van de Romeinse lucht is buiten dan gewoon niet aangenaam.
Maar nu lijkt Caronte zijn peddels even te hebben neergelegd. Het is overdag nog steeds warm, tussen de 31 en 34 graden, maar dat is voor Rome in augustus normaal. In de nacht daalt het tot 20, zodat we nu zelfs zonder airco kunnen slapen.

Avondeten op het terras is ook weer mogelijk, met koude pasta, vers fruit en gekoelde Oostenrijkse wijn, die de reis en de hitte goed blijkt te hebben doorstaan. Tenslotte is de gemeente een campagne van derattizzazione (rattenverdelging) gestart en moet Rome deze zomer nu echt afvalvrij worden. (We zullen zien.)

Alleen een fris oud-Hollands buitje ontbreekt nog, maar daar kun je ook te veel van krijgen, zo is mij vanuit Nederland gemeld. Toch zal volgens sommige weercommentatoren later deze maand Caronte nog eens in volle hevigheid terugkeren. Laten we hopen van niet.
Comments