Het Archeologisch Park van het Colosseum heeft er weer een attractie bij. De Domus Tiberiana, het eerste paleis van de keizers van Rome, is na bijna 50 jaar sluiting weer geopend voor het publiek. Dat heeft er daarmee ook een rechtstreekse, monumentale doorgang van het Colosseum naar het Forum Romanum bij. Bij de restauratie zijn 15 meter hoge bogen vrijgemaakt, met ruimten waarin nu een klein museum is ondergebracht.
Augustus
De eerste keizer van Rome, Augustus, hield meer van macht dan luxe en als privéverblijf nam hij genoegen met een bescheiden woning op de Mons Palatinus, de Palatijnse heuvel, 1 van de 7 waarop het antieke Rome is gebouwd. (Dit wordt prachtig beschreven in de biografische roman Augustus van John Williams, de Amerikaanse schrijver die wereldberoemd werd met Stoner.)
Zijn opvolger Tiberius dacht er anders over en baadde zich in weelde op Capri. Eeuwenlang werd ook gedacht dat hij had besloten tot de aanleg van een ruime keizerlijke woning op de Palatijn, die sindsdien ook bekend stond als Domus Tiberiana. Maar archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat deze is aangelegd vlak na de grote brand die het grootste deel van Rome in as legde in het jaar 64, ofwel 27 jaar na de dood van Tiberius.





Nero
Dat betekent dat niet hij de bouwheer was, maar zijn zoon en opvolger Nero die in diezelfde tijd zijn Domus Aurea liet aanleggen, als een complex van 2 paleizen met een park er tussenin. Nero had weinig tijd om ervan te genieten want hij kwam al snel gewelddadig aan zijn eind.
Zijn opvolgers begroeven de Domus Aurea onder het puin en legden op de plaats van het park het Colosseum aan, maar de woning op de Palatijn, koel en hoog boven het aanpalende Forum, bleef bestaan en werd door latere keizers als Domitianus en Hadrianus uitgebreid en zo indrukwekkend gemaakt, dat de term Palatinus nu nog voortleeft als paleis en palazzo.




Residentie van de paus
Het keizerlijk paleis heeft de ondergang van het Romeinse Rijk nog een paar eeuwen overleefd, zodat paus Johannes VII er aan het begin van de 8e eeuw nog resideerde. Maar daarna kwam er de klad in. Rome ontvolkte en op de Palatijn graasden schapen.
Tot in de 16e eeuw, toen de Farnese, een van de adellijke families die toen in Rome de dienst uitmaakten er hun sierlijke tuinen, de horti farnesiani, aanlegden. Al in de 19e eeuw werd het terrein rond de Domus Tiberina uitgegraven en opengesteld voor het publiek. Maar rond 1970 begon de bodem te verzakken en werd het Domus en de zone eromheen afgesloten.


Mijn uit 2004 stammende Rome-gids van de Touring Club Italiano meldt daarom dat van de Domus Tiberiana vrijwel niets te zien is en het grootste deel onder de grond ligt. Dat mag nu wel herschreven worden. Het paleis werd uitgegraven, onderstut en gerestaureerd in een serie archeologische campagnes die van 2006 tot 2021 hebben geduurd.

Exposities, reconstructie en uitzicht op het forum
Daarbij zijn 7 zalen vrijgemaakt, die nu dienen als expositieruimtes voor de objecten die de archeologen hebben gevonden. 2 zalen zijn multimediaal en tonen een documentaire en een holografische reconstructie van het paleis.

Je hebt er bovendien een prachtig uitzicht op het Forum en ’s avonds is de Domus Tiberiana nu helder verlicht. Bovendien is 4 hectare van de Palatijn, die tot nu toe verboden terrein waren, weer toegankelijk geworden.

Dat betekent dat je nu vanaf het Colosseum over de Via Sacra, langs de Triomfboog van Titus, naar boven via de Rampa Imperiale (Keizerlijke Trap) van Domitianus naar de Horti Farnesiani kunt gaan en dan tenslotte over de licht stijgende basaltweg Clivus Victoriae, die de keizers al aflegden naar de Domus Tiberiana en de andere keizerlijke paleizen.




Ook als je de Palatijn en het Forum al kent zeker de moeite waard.


Ich lese gerade den Roman “Akte” von Alexandre Dumas. Wie es scheint, wird sie von Nero in “Domus Tiberiana” gebracht: “Am Fuße des Kapitols, zwischen dem Tabularium und dem Tempel der Konkordia, traf sie eine prachtvolle Sänfte an, …dann wandten sie sich rechts zwischen dem Tempel der Diana und dem des Jupiter-Stator hindurch und erstiegen einige Stufen, die auf den Palatin führten. Nachdem sie noch eine kleine Strecke auf dem herrlichen Plateau, das den Hügel krönt, zurückgelegt hatten, hielten sie vor der Schwelle eines kleinen, alleinstehenden Hauses an…”