Zou het deze keer in één keer goed gaan? Ik durfde er niet op te hopen. Er was altijd wel iets mis, al kon je van tevoren nooit raden wat. Aldus mijmerend tussen hoop en vrees zat ik voor de zoveelste keer in het ziekenhuis te wachten tot mijn nummer afgeroepen zou worden.
Na mijn mislukte pronto soccorso-avontuur (deel 3) belde ik de dag erna in wanhoop toch maar mijn chirurg, ook al was het zaterdag en ook al was hij op vakantie. Godzijdank nam hij op. Woensdag kon ik langskomen.
Een paar moeilijke dagen volgden waarin angst en beven elkaar afwisselden. En nu was het eindelijk zover. Gisteren had ik bij de huisarts een verwijsbriefje, impegnativa, gehaald en daarmee kon ik me nu registreren. Dat was tenminste het idee…
Loket 3! Ik mocht me melden. De loketmeneer nam mijn impegnativa in ontvangst en begon driftig op zijn toetsenbord te hameren totdat… hij opeens bevroor. Een zweepslag van de heks, colpo della strega? Nee, er was iets administratiefs niet in orde.
„Deze verwijsbrief is voor een afspraak volgende week, niet vandaag,” zei de lokettist en keek me met opgetrokken wenkbrauwen aan.
„Eh ja, volgende week heb ik een afspraak, maar vandaag ook, die is er tussendoor gekomen,” pruttelde ik.
„Mmm, maar deze impegnativa kan ik zo niet verwerken. U moet naar de afdeling gaan, hem daar laten aanpassen en dan terugkomen.”

Tegenstribbelen had geen zin, besefte ik en begaf me ontmoedigd naar de mij inmiddels welbekende afdeling.
Daar was het doodstil, want het was middagpauze. Ik nam me voor de eerste de beste verpleegkundige die een stap richting de afdeling deed (of er uitkwam) in zijn of haar nekvel te grijpen om mijn probleem aan voor te leggen.
Dat duurde gelukkig niet zo lang als ik vreesde. Een blauwgejaste verpleegster maakte aanstalten de afdeling binnen te gaan. Ik sprak haar aan en schrok. Was dit niet degene die mij op de eerste hulp had toegelaten en 3 uur had laten wachten? O nee, dat kon natuurlijk niet. Dat was in Stradella en niet in Pavia. Pfff. Dit personeelslid was gelukkig veel behulpzamer en ging navraag doen.
Helaas kon alleen de chirurg de administratieve aanpassing uitvoeren en moest ik… wachten. Maar zoals ik al hoopte kwam de beste man al voor tweeën op de afdeling. Hij zag mij zitten, knikte vriendelijk en nam mijn foute briefje aan.
Niet veel later was ik terug bij het loket waar de registratie nu feilloos verliep. En nog sneller was ik nu bij de afdeling aan de beurt. Tot mijn verbazing hoefde ik niet uit te leggen wat mij bij de eerste hulp overkomen was.
Nee, zonder boe of bah lag ik binnen de kortste keren op het onderzoeksbed en werd alles klaargelegd voor een drainage. Hè? Hoe kon dit? Pas na een tijdje kwam ik tot het besef dat de chirurg natuurlijk een verslag van mijn avonturen op de pronto soccorso had ingezien.
Er bestond dus toch zoiets als een elektronisch patiëntendossier! Waarom iedereen dan toch ook zijn papieren dossier moet meeslepen? Geen idee. Maar goed, dit was een perfecte service. Soms gaat er hier toch echt iets goed, hoera!
Verlost van een deciliter vocht kon ik opgelucht naar huis. Met een bekertje van het vocht om te laten analyseren in een laboratorium. Niet van het ziekenhuis zelf, want daar was het lab was alleen ’s ochtends open (???). Ik moest zelf een alternatief laboratorium zoeken. Stradella! Daar waar ik mijn bloed al diverse malen had mogen laten analyseren. Gelukkig waren zij wel open.
Na weer een wachtsessie tussen hoop en vrees werd mijn bekertje aan het loket… geweigerd.
„Non sono calcoli! Die analyses doen we hier niet…,” riep de lokettiste. Maar toe ze mijn wanhopige blik (wat zijn in godsnaam calcoli?) zag ging ze het toch even bij het laboratorium zelf navragen.
Met resultaat: bij wijze van uitzondering zouden ze het gewenste onderzoekje toch verrichten. Ik slaakte een zucht van verlichting want mij was ternauwernood een speurtocht langs allerlei laboratoria bespaard gebleven. Dankzij de doortastende hulpvaardigheid van de lokettista. Soms gaan er dingen echt goed in de medische zorg in Italië, vooral als je hulpvaardige mensen treft. Hoera!
Jammer dat het een week later, op bezoek in Pavia voor mijn oorspronkelijke, al 2 weken geleden geplande afspraak meteen weer misging bij het loket.
„Er staat geen afspraak gepland,” zei de lokettist en keek me met opgetrokken wenkbrauwen aan.
„Jawel, 2 weken geleden heb ik een afspraak gemaakt, hier bij de chirurg zelf,” pruttelde ik.
„Die staat niet in de agenda en deze impegnativa kan ik zo niet verwerken. U moet naar de afdeling gaan, hem daar laten aanpassen en dan terugkomen.”
Tegenstribbelen had geen zin, besefte ik en begaf me ontmoedigd naar de mij inmiddels welbekende afdeling. Deze keer deed ik geen poging meer de afspraak alsnog geregistreerd te krijgen. Ze zoeken het zelf maar uit hier! besloot ik.
De chirurg was er gelukkig wel, bekeek mijn geval en concludeerde dat het goed was. Ik hoefde niet terug te komen. Mijn afspraak werd niet geregistreerd en ik betaalde geen ticket.
Naar het urinemonster dat ik met veel moeite bij het lab in Stradella had weten onder te brengen vroeg niemand meer. Ik begon er ook maar niet over, je wist maar nooit wat dat weer teweeg zou brengen… In Italië is zwijgen vaak goud.
Einde

🇮🇹Leestip: Meer leuke verhalen over het leven in Italië lezen? Die vind je in de drie delen ‘Italiaanse Toestanden’ en het recente boek ‘Het Echte Italië’ van Stef Smulders, o.a. verkrijgbaar bij bol.com.
Comments