Uva pantastica noemde de historicus Plinius de Jongere in de eerste eeuw n. Chr. de witte druiven die de boeren in de omgeving van Rome toen graag naast hun brood (panis) aten.
Bellone
Van diezelfde druivensoort, die nu bekendstaat – afhankelijk van de streek – als Bellone of Cacchione, werd in de klassieke Oudheid een wijn gemaakt, die ook de rijken wel wisten te waarderen. In de streek rond Rome, vooral in de buurt van Latina en Anzio, gebeurt dat nog steeds. En sinds kort is de Bellone ook terug in Rome zelf, in het alleroudste deel van de stad, boven op de Palatijnse heuvel.
De jonge aanplant is vorige week gepresenteerd als onderdeel van Parco Green, een plan om van het 40 hectaren grote Parco Archeologico del Colosseo – dat het Forum Romanum, de Palatijn, het Colosseum en het Domus Aurea van Nero omvat – milieuvriendelijk te maken.

150 soorten planten
Voor een deel is het dat al: als je de Palatijn oploopt vanaf de ingang van de Via San Gregorio, achter het Colosseum, passeer je tussen de ruïnes door eeuwenoude cipressen, palmen, pijnbomen en weelderige olijfbomen. Voor je er erg in hebt, bevind je je in een landelijke omgeving waar je het drukke verkeer niet eens meer hoort. En de lucht is ook schoner dank zij een smogwerende wal van 150 verschillende soorten planten.

Het stedelijke landschapspark, waar al kleine hoeveelheden olijfolie en honing worden geproduceerd, is nu gecompleteerd door ook de wijnbouw weer in ere te herstellen. Op de Palatijnse heuvel, één van de 7 waarop Rome is gebouwd, is volgens de legende het eerste, mythische Rome ontstaan – er zijn inderdaad resten gevonden van paalhutten uit de 9de of 10de eeuw v.Chr. In de eerste eeuwen van onze jaartelling hadden de keizers hier hun residentie, maar Plinius schreef dat toen ook al een deel van de heuvel voor wijnbouw was bestemd.

Na de ondergang van het Romeinse Rijk en de leegloop van de stad Rome werd de Aventijn verlaten, totdat in de eerste helft van de 16de eeuw kardinaal Alessandro Farnese, de latere paus Paulus III, de woestenij als een projectontwikkelaar liet ontginnen om er een lusthof van te maken. Een eeuw later legde de adellijke familie Barberini er weer een wijngaard aan, die in de 19de eeuw plaats moest maken voor archeologische opgravingen. Het is in die Vigna Barberini (volg de bordjes) waar nu weer de meest klassieke autochtone druif, de Bellone, is aangeplant.
Het nieuwe wijngoed
Het bescheiden nieuwe wijngoed ligt op een al in de oudheid geëgaliseerd veld met prachtig uitzicht op het Colosseum, naast de resten van de tempel van de knettergekke keizer Heliogabalus (aan wie Louis Couperus zijn exuberante roman De berg van licht wijdde). De rijtjes druivenstokken staan in de luwte van een antieke, met kapperplanten begroeide Romeinse muur met daarachter de 17de eeuwse kerk van San Bonaventura en een aanpalend Franciscaner klooster.

Aan de overkant ligt ook weer een kerk – we zijn tenslotte in Rome -, die van San Sebastiano. De druivenaanplant wordt, zoals in de oudheid gebruikelijk was, afgewisseld met die van vijgen, granaatappels en voor welkome schaduw zorgende olijven. Cultura promiscua, zoals dat in Italiaanse vaktermen zo mooi heet.
Proeverij
Kortom, een idyllische locatie voor een proeverij in de buitenlucht, waarmee de presentatie werd besloten. De piepjonge Aventijnse wijnstokken komen volgend jaar pas in productie, zodat we het moesten doen met andere Bellones van de wijnmaker die ze in samenwerking met het Parco heeft geplant.

De coöperatie Cincinnato uit Cori, een antiek stadje in de provincie Latina aan de voet van de Monti Lepini, heeft een voorkeur voor namen uit de klassieke oudheid. Om te beginnen de eigen naam: Cincinnatus was de dictator die in de vijfde eeuw v. Chr. Het jonge Rome beschermde tegen omwonende stammen.

Hun meest gangbare Bellone heet Castore, ofwel Castor, een van de twee Argonauten. (Een rode wijn, gemaakt van de lokale druif Nero Buono, kreeg de naam van zijn broer Pollux: Polluce.)
Een smakelijke Bellone spumante heet Korì, de antieke naam voor Cori. De volle Quinto is genoemd naar een andere dictator, Quintus Fabius Maximus, die Rome redde na de verschrikkelijke nederlaag tegen Hannibal van 217 v. Chr. Hij stond bekend als cunctator, de talmer, omdat hij eindeloos wachtte om de strijd aan te gaan.

Ook de wijn met zijn naam maakt geen haast, maar wordt voor het bottelen eerst een jaar op staal gerijpt. Enyo tenslotte, is een krachtige, extra lang gerijpte wijn, genoemd naar de Griekse godin van de oorlog en door de Romeinen herdoopt als Bellona. Wie anders?
Voor meer informatie: cincinnato.it
In het Italiaans, Engels en (nu nog) Russisch. En wie van de Bellone ook de proef op de som wil nemen, kan in Nederland terecht bij de importeur van artisanale wijnen Martijn Verkerk in Driebergen: www.smaragdwijnenathome.nl.
Comments