Eilanden
Op Sardinië en Sicilië na, zijn de meeste Italiaanse eilanden tamelijk onbekend bij het grote publiek. Jammer, want ze behoren tot het mooiste wat Italië te bieden heeft. Pareltjes, die iedere Italië-liefhebber een keer gezien zou moeten hebben.
Ook aan bezienswaardigheden is er geen gebrek. Schilderachtige dorpjes, mooie wandelpaden en natuurlijk: de Etna. Deze vulkaan, die nog altijd actief is, is een bezoekje meer dan waard. Al was het maar om de prachtige legendes die erover geschreven zijn. Zoals het verhaal dat de uitbarstingen veroorzaakt worden door Hephaistos, een zoon van Zeus, die binnen in de Etna een smederij heeft.
Ook het prachtige Syracusa kent veel schatten uit de Oudheid. Hier staan: het belangrijkste Griekse theater uit die tijd, het Altaar van Zeus waar jaarlijks 450 stieren werden geofferd, en een Romeins theater, waar gladiatoren hun levensgevaarlijke shows opvoerden.
Er is op Sicilië zoveel te doen dat het onmogelijk is het hier allemaal op te noemen, je zult toch echt zelf moeten gaan kijken. O ja, en wat die maffiosi betreft: daar zul je als toerist geen enkel probleem van ondervinden.
Sardinië heeft al net zo’n roemruchtig verleden als Sicilië. Ook hier wisselen de cultuurschatten zich af met culinaire hoogtepunten en natuurschoon. Het is hier echter rustiger dan op Sicilië. Bovendien heeft het fascinerende kuststroken en ben je overal in geen tijd in het groene, en nog ongerepte platteland, te midden van een heuvellandschap met karakteristieke romaanse kerkjes en pittoreske dorpjes.
De geschiedenis van het eiland is rijk. Vele verschillende volkeren maakten hier de dienst uit. Al in de prehistorie liepen hier stammen rond en zij werden achtereenvolgens opgevolgd door: de Phoeniciërs, de Carthagers, de Romeinen, de Vandalen, de Byzantijnen en de Saracenen. En al deze volkeren lieten hun sporen na op Sardinië.
Op Sardinië kan het allemaal: de natuur in, op Capo Caccia de zon in de zee zien zakken, luieren aan het strand, verdwalen in de wirwar van straatjes in Middeleeuwse steden als Bosa, historische bouwwerken bezichtigen of je culinair laten verwennen in één van de vele restaurantjes.
Procida is één van de Italiaanse eilanden in de Golf van Napels, waarvan keizers Augustus en Tiberius de betovering al niet konden weerstaan. Procida is klein en rustig: nauwelijks verkeer en weinig toerisme. Je kan hier genieten van fantastische uitzichten, wandelen door de vele kleine straatjes of via een brug naar het onbewoonde eiland Vivara gaan, waar de natuur oogverblindend is. Ook de havenplaats van Procida met zijn schitterende gekleurde huisjes en de elfde eeuwse abdij zijn zeer de moeite waard.
Dit Italiaanse eiland Ischia is sinds de Romeinse tijd een druk bezocht kuuroord. De vulkanische modder en thermale bronnen, aangevuld met allerlei massagetechnieken, verzachten zo’n beetje iedere kwaal die je maar kan bedenken.
Er is hier verder ontzettend veel te zien. Afwisselende landschappen, fraaie haventjes en een indrukwekkende burcht, de Castello Aragonese waar Michelangelo nog een affaire zou hebben gehad. En niet te vergeten La Mortell: een componistentuin waar een samenspel van klanken, kleuren en geuren iedere bezoeker betovert.
Capri is bezaaid met natuurattracties. Kenmerkend zijn de ‘Faraglioni’, drie imposante rotsen die uit de diepte van de zee omhoog reizen en waar een zeldzame blauwe hagedis woont. Maar er is meer: de magische Blauwe Grot, groene boomgaarden, de geur van kruiden, de witte en pastelkleurige Capriaanse huisjes, de tuinen van Augustus, de Matermania-grot, het natuurlijke gewelf en een kartuizerklooster uit de 14e eeuw. En, aan de zuidkust kan je proberen of je de Sirenen waardoor Odysseus zich liet verleiden, kunt horen.
Ooit, lang geleden vielen zeven edelstenen van de halsketting van Venus in de Tyrrheense Zee; dit werden de eilanden van de Toscaanse Archipel. Elba is het grootste; bekend omdat het Napoleons eerste ballingsoord was. Hier heb je witte zandstrandjes, een kristalheldere zee, wijnvelden, eeuwenoude muilezelpaden, ondoordringbare bossen en ruige bergkammen. En op de hellingen van Monte Capanna kan je in Marciana, een nederzetting uit de Romeinse tijd, verdwalen in een labyrint van smalle straatje, pleintjes en trappetjes en genieten van al het goede van het leven.
Op het eiland Ustica dumpten de Oude Grieken 6.000 muitende soldaten die, wegens gebrek aan voeding, allemaal stierven. Ook Mussolini stuurde zijn politieke tegenstanders hier graag naar toe, ontsnappen is onmogelijk.
Nu gaan vele toeristen er vrijwillig naartoe. Dit omdat het een geweldige plek voor duikers is. Het water is zo helder dat je tot 15 meter ver de grote variatie aan vissen en koralen kunt zien. Bijzonder is verder het dorp Ustica, waar veel huizen, als gevolg van een tweejaarlijkse frescowedstrijd, prachtig zijn beschilderd.
Het piepkleine Italiaanse eiland Pantelleria heeft geen stranden of baaien, maar wel fraaie vergezichten en natuurlijke warmwaterbronnen, modderbaden en sauna’s. Verder kan je hier duiken, wandelen over de Montagna Grande of de Monte Gibele of, in de vele restaurantjes die het eiland telt, onder de mediterrane zon genieten van de lokale wijn. De specialiteit zijn echter de kappertjes. Deze ‘kleine augurkjes’ hebben hier door de vulkanische aarde een ongekend eigen smaak.
Lampedusa staat op de lijst van UNESCO Werelderfgoed, wat veel te maken heeft met het Spiaggia dei Conigli (konijnenstrand) dat volgens velen één van de mooiste stranden ter wereld is. Bovendien is dit strand, ondanks dat het hier in de zomer aardig druk kan worden, de natuurlijke broedplaats van de Caretta-Caretta zeeschildpad.
De 7 Italiaanse Eolische Eilanden zijn alle vulkanisch maar toch heel verschillend. Vulcano is een druk pruttelende vulkaan die evenwel niet meer uitbarst. En aan zijn voet liggen de warme vulkanische modderbaden. Lipari kent goede restaurants en een winkelstraat. Salina is het vruchtbare eiland met vele wijngaarden en weinig toerisme. In Panarea komt de jetset. Op de eilandjes Alicudi en Filicudi is weinig anders te doen dan wat luieren of zwemmen in zee. Het bekendste eiland is Stromboli, waarop je één van de actiefste vulkanen (samen met de Etna) ter wereld aantreft. Het eiland heeft een oppervlakte van 12 km² en het hoogste punt is circa 920 meter. Ervaren wandelaars kunnen hier naar boven klauteren om de spectaculaire lava-show te aanschouwen. Na een hoop kabaal spuugt de krater hier steeds gloeiende lavabrokken hoog de lucht die daarna sissend en dampend de zee in rollen.
De vulkaan is gedurende de afgelopen tweeduizend jaar (sommige vulkanologen vermoeden zelfs vijfduizend jaar) continu actief is geweest. Er gaan regelmatig veerboten naar het eiland, dat bewoond wordt door ongeveer 450 mensen. Tijdens de boottocht naar het eiland zijn de opstijgende rookwolken uit de drie actieve kraters al goed te zien. Er vinden gedurende de hele dag uitbarstingen plaats die veelal klein en ongevaarlijk zijn.
Na zonsondergang is dit schouwspel het meest indrukwekkend. De roodgloeiende stenen worden met kracht omhoog gestuwd waardoor dit natuurgeweld nog beter zichtbaar wordt. Een beklimming van de vulkaan is mogelijk onder begeleiding van een lokale gids. Deze spectaculaire tochten worden vaak aan het eind van de dag gemaakt om de gasexplosies in het donker goed te kunnen zien.
De Egadische eilanden liggen even ten westen van Trapani en worden gevormd door een groep kleine bergachtige Italiaanse eilanden met een gezamenlijke oppervlakte van 37,45 km². De grootste zijn: Favignana, Levanzo en Marettimo. Op Levanzo kun je de unieke rotstekeningen uit het Neolithicum en het Paleolithicum bezichtigen. Favignana kent mooie stranden, barretjes en is beroemd vanwege de Mattanza: de traditionele vangst en slacht van tonijn. Marettimo ligt het verst van Sicilië. Het is een bergachtig eiland dat vooral geliefd is bij trekkers. Dit natuurpark is autovrij, maar te voet kun je via de wandelpaden echt overal komen.