Hoe gooi je het roer om en kies je voor het Italiaanse, goede leven? Wij zijn van Nederland naar Italië verhuisd en we blijven! Lees snel verder voor onze ervaringen met de Italiaanse cultuur, gewoonten en tradities.
Ik weet nog goed dat mijn man Martijn tegen mij zei: “Ik wil voor mijn veertigste in het buitenland wonen.” Dat was toen al binnen een paar jaar. Ik moest wel even slikken. Het avontuur sprak mij wel aan, maar permanent in het buitenland wonen? Dat vond ik spannend. Vrienden en familie missen, een nieuwe taal leren, een nieuw sociaal netwerk opbouwen. Ik wist niet of ik dat wel kon.
Inhoudsopgave
Dromen van la dolce vita, maar waar?
We lieten het onderwerp rusten, maar ik betrapte mijzelf erop dat ik ook droomde over wonen op een zonnige plek. Op een dag zei ik, denkend aan de heerlijke kampeervakanties als kind: “Italië lijkt mij wel wat!” Daarna kon ik natuurlijk niet meer terug (en dat wilde ik ook niet!)
Het noorden van Italië leek mij mooi. Niet te ver weg, bereikbaar voor bezoekers en makkelijk terugkeren naar Nederland. We planden een oriëntatiereis naar Piëmont en Lunigiana. In de zomervakantie gingen we, met een Fiat naar het westen van Italië. Mijn man had net een week zijn rijbewijs en reed de gevaarlijkste wegen van Europa. Ook dat kon de pret niet drukken.

De tweede week waren we in Lunigiana, bij Pontremoli. We lagen in een tentje op Agriturismo Federico Farm uit te puffen van de hitte. We bezochten de Stretti di Giaredo (aanrader!) en wandelden over een oude mijnwerkersroute. Langzaam begonnen we te dromen. Zouden we hier kunnen wonen? Om de sfeer te proeven bekeken we een te kleine huurwoning in Pontremoli. We keerden terug naar Nederland, maar de droom bleef bestaan.
We gaan echt, maar we doen geen ik-vertrekje
In Nederland groeide de droom snel uit tot realiteit. We trouwden en vertelden na de bruiloft dat we naar Italië gingen verhuizen. De meestgestelde vraag was: “Doen jullie een ik-vertrekje?” Nee hoor, antwoorden we dan. We starten geen B&B, we gaan geen bouwval kopen, we gaan iets huren en blijven doen wat we al deden: schrijven en programmeren.
Een huis hadden we nog niet. We gingen iets huren in de buurt van Pontremoli. We gingen, samen met een ietwat vreemde makelaar, appartementen bekijken. Bij eentje was de waterrekening nooit betaald en zouden we geen water hebben en de ander had een vreemde huurbaas. We hadden haast en zaten met tijdsdruk. Uiteindelijk kozen we voor een klein appartement met een groot dakterras, vanwaar je uitkeek over de Apuaanse Alpen.
Verhuizen naar Italië? Dat is best makkelijk
Een paar maanden later reden we, met de auto en onze kat, naar Italië. Dat deden we in 3 dagen, die de kat gedrogeerd en gedesillusioneerd doorbracht. Onze kennis over het emigreren hadden we uitgebreid door alle afleveringen van Ik Vertrek te kijken.
Hierdoor hadden we een berg papierwerk en een hoop bureaucratie verwacht. Logisch dat het best meeviel. Het was allemaal niet zo ingewikkeld. Het enige dat we echt nodig hadden was een Italiaans belastingnummer en een portie geduld. Door de liefste Italianen werden we van het ene loket naar het andere gestuurd, maar uiteindelijk waren we wel ingeschreven in onze nieuwe woonplaats: Aulla.

Ook ons sociale netwerk werd langzaam opgebouwd. Inmiddels zijn we lid van de CAI (een Italiaanse bergwandelclub), tennist mijn man bij de lokale tennisclub, zit ik in een orkest en doe ik vrijwilligerswerk bij het asiel. We hebben het nog drukker dan we het in Nederland hadden.
We blijven hier waarschijnlijk altijd stranieri
In Italië zijn we een attractie. Mijn man valt op met zijn hoogblonde haren en natuurlijk spreken we geen vloeiend Italiaans. Daarom krijgen we vaak de vraag: “Di dove sei?”. Ook krijgen we complimenten over ons Italiaans. En dat we hier permanent verblijven? Dat vinden de Italianen helemaal een eer. Want hoewel alle Italianen trots zijn op hun land, zijn er volgens hen genoeg vervelende zaken. Zoals de bureaucratie en de politiek. Zij zeggen dan: “In Nederland is het toch allemaal beter?”

Wonen in een betoverend landschap
Wij vinden van niet. In Italië hebben we het goed. Hier lunchen we een groot deel van het jaar buiten. Het landschap is betoverend en de mensen zijn lief. Wij voelen ons hier meer thuis dan in de randstad van Nederland. Daarnaast zijn er zo veel mooie plekken!
We wonen op de grens van Ligurië en staan zo in de Cinque Terre. In het afgelopen jaar hebben we Rome, Siena, Florence, Turijn, Venetië, Milaan en Lucca bezocht. We sliepen in een berghut in Bagnone, wandelden door de Apuaanse Alpen en gingen op wandelvakantie in Subiaco. En dat allemaal in eigen land! Wat wil een mens nog meer?
Heimweeproducten en op familiebezoek
Wat we dan wel missen? Onze familie en vrienden. Ook kleine dingetjes, zoals een Nederlandse pot pindakaas en een goed stuk oude kaas. En dropjes, stroopwafels… Ik kan nog wel even doorgaan. Daar is een makkelijke oplossing voor: regelmatig op vakantie naar Nederland en een voorraad inslaan. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor onze Italiaanse vrienden.
Italië wordt definitief: we kopen een huis

Inmiddels zijn we weer verhuisd. Eén jaar na onze aankomst in Italië zijn we verder gaan kijken. Ons oog viel op een huis in het rustige Merizzo. Dit dorpje ligt op de heuvel en heeft 50 inwoners. Heerlijk rustig en dichtbij alle voorzieningen. Ons huis heeft een groot stuk land met fruitbomen, een moestuin en vier rondscharrelende kippen.

Hoe doen we dat allemaal? Werken en genieten gaan hier hand in hand. We hebben veel geluk gehad. Bij aankomst in Italië waren Martijn en ik allebei freelancers. Dat bracht een stukje onzekerheid.
Gelukkig kreeg mijn man al snel een vaste baan aangeboden. Dat biedt ons de financiële zekerheid die we nodig hebben. Daarnaast krijg ik steeds meer opdrachten binnen als schrijver. We zijn blij dat we onze droom mogen leven in het prachtige Lunigiana!
Comments