Regelmatig hoor ik in mijn lessen: ‘Ik krijg de woordjes er maar niet in!’, ‘De ene avond bestudeer ik ze en de volgende avond ben ik ze weer vergeten!’ Een bron van frustratie, dat stampen van woordjes. Ik begrijp het. Toen ik nog in Italië studeerde was ik jaloers op Italiaanse kinderen die ik hoorde spreken en die al veel beter waren dan ik. Maar kinderen leren een taal nu eenmaal anders dan volwassenen.
Inhoudsopgave
100 jaar
Jaren later, toen ik in Utrecht woonde en al docente was kwam er bij een open dag van de Volksuniversiteit waar ik werkte een mevrouw naar me toe die me wilde voorstellen aan Miep Schilt. Miep was 100 jaar en wilde graag nog steeds haar Italiaans verbeteren. Enkele keren bezocht ik haar thuis en lazen we Manuele del guerriero della luce van Paulo Coelho. Ze vond dat een mooi boek en dat lazen we dan samen.
Soms onderbraken we het lezen en legde ik haar wat uit over de grammatica. Het duurde maar een halfuur en daarna gingen we een stukje wandelen. Ze zal op een niveau B2 hebben gezeten. Ze was op hoge leeftijd begonnen met het Italiaans, maar had doorgezet.
Het leren op hogere leeftijd heeft voor- en nadelen, die ik in dit artikel graag even voor je wil behandelen.
Oudere hersenen
Volwassen hebben een andere werking van de hersenen. In de hersenen vindt informatieoverdracht plaats via synapsen, verbindingen tussen cellen. Ouderen maken niet meer zo makkelijk nieuwe verbindingen in de hersenen aan als kinderen of jongeren.
‘Grote mensen’ zullen daardoor op een andere manier moeten leren. Ze kunnen evengoed een taal leren maar hebben daarvoor andere kwaliteiten nodig dan kinderen. Er bestaan al meer verbindingen, paden die al zijn gelegd in het verleden. Deze zijn bovendien onderhevig aan wat ze in het Italiaans mielinizazzione noemen.
Ze worden sterker bij het opnieuw bewandelen van bestaande verbindingen. Oudere mensen hebben door pruning ook meer moeite met het onthouden van nieuwe dingen. Bij pruning worden verbindingen in de hersenen die niet worden gebruikt onbruikbaar.
Motoriek van gewenning
Volwassenen hebben een eigen motoriek ontwikkeld. Motoriek, hoor ik je denken? Ik denk dan aan de bewegingen van je mond die je maakt om bepaalde klanken te maken. Veel kinderen in Italië groeien op een rollende r, kennen de gli– of gn-klank van huis uit.
Als een Nederlander met die klanken in aanraking komt, is het even wennen. Mensen struikelen over woorden en hebben moeite ze uit te spreken. Zo heb ik nog moeite met het woord associazione omdat daar 3 verschillende s/z-klanken in zitten.
Wij volwassenen zullen ons dan de desbetreffende mond-, tong- en lipbewegingen eigen moeten maken. Dit kan wel, maar gaat niet vanzelf. Zie daarvoor bijvoorbeeld het artikel dat ik schreef over het oefenen van je Italiaanse uitspraak.
De nadelen van leren op oudere leeftijd
Tegenwoordig wordt er in het onderwijs veel aandacht gegeven aan het proces van leren leren. Hoe leer je effectief en doelmatig? Oudere mensen zijn vaak gewend aan andere onderwijsmethoden, gebaseerd op andere inzichten uit een andere tijd. Dat is niet erg, maar je kunt ervoor kiezen mee te gaan met je tijd. Misschien is het wel veel leuker om het op een andere manier te doen en leer je er ook nog wat van.
1. Stampen, vertalen en napraten
Als je van de oude stempel bent, kun je gewend zijn om op alles er op ouderwetse wijze in te stampen: woordjes, grammaticale rijtjes, zinnetjes enzovoorts. Dat is een manier van leren die veel volwassenen aanspreekt, maar het is niet de meest effectieve. Woordjes en rijtjes alleen zijn bijna onmogelijk om te onthouden. Je hersens willen ze in een context, ze moeten ergens aan gekoppeld worden.
Tegenwoordig hecht de theorie van de taaldidactiek veel meer belang aan spelenderwijs leren en is er meer aandacht voor spreken en meer praktische vaardigheden.
Als je niet bezig bent met het doel, maar de taal een middel is om een ander doel te bereiken, leer je spelenderwijs. Je bent dan minder bang om fouten te maken en verwerft op een natuurlijke en spontane manier kennis. Volwassenen zien ‘spelen’ echter vaak als tijdverlies en en zijn ook bang voor gezichtsverlies bij het spreken met anderen in een andere taal. Probeer dat dus los te laten.
Ook staat de hedendaagse taalwetenschap voor deliberate practice. Een concept uit de didactiek dat gaat over doelbewust en effectief leren. Kies je oefeningen zélf, wees je bewust van je sterke en zwakke punten en evalueer en leer van je eigen fouten.
2. Ouderwetse toetsen
Oudere mensen hebben soms een ander beeld van toetsing. Het kan een bron van angst zijn: het verschijnen voor de juf, de afgang voor medeleerlingen als je iets niet wist en de reprimande van de docent.
Tegenwoordig wordt angst niet meer zo vaak als effectief middel gezien in het leerproces. Sommige leerlingen zweren echter nog steeds bij het publiekelijk overhoren van woordjes. Vandaag de dag worden toetsen formatief ingezet, dat wil zeggen: voor de leerling zelf om inzicht te krijgen in zijn voortgang.
Het is nu een individueel proces geworden dat zich niet meer richt op het vergelijk met anderen. Die CILS- of PLIDA-examens kun je dus officieel doen, maar ook officieus, om zo inzicht te krijgen in je voortgang. Er zijn genoeg syllabi met oude examens van voorgaande jaren.
3. Alles in het Nederlands
Ook zijn volwassenen soms gewend om taalonderwijs in de eigen taal te krijgen (het Nederlands). Ze raken daardoor in paniek als ik in het Italiaans ga praten omdat ze niet alles verstaan. Maximalisering van de doeltaal is echter essentieel voor het leren van een nieuwe taal en daardoor wordt in de onderwijswereld door veel docenten doeltaal = voertaal gepropageerd.
Over de effectiviteit van grammatica-uitleg in het Italiaans voor beginners verschillen de meningen, ik doe dit in het Nederlands volgens het principe dat wat een student aangeboden moet worden, moet liggen in zijn zone van naaste ontwikkeling.
De voordelen van leren op oudere leeftijd
Als je bovenstaande informatie leest is het makkelijk om je uit het veld te laten slaan. Er zijn zeker hindernissen. Maar er zijn ook pluspunten van iets ouder zijn. Ik zal ze voor je opnoemen.
1. Een groter referentiekader
Volwassenen hebben een groter referentiekader hebben en leren daardoor associatief. In de hersenen zit al allerlei kennis waar nieuwe kennis aan gekoppeld kan worden. Doe daar je voordeel mee.
Doordat er al veel verbindingen zijn in de hersenen kunnen ouderen nieuwe woordjes die ze moeten leren koppelen aan bestaande kennis van het Frans of Engels. Of woordjes ophangen aan een kapstok: woordgroepen maken van woorden die bij elkaar horen kan ook erg helpen. Je maakt dan optimaal gebruik van de kennis die je al hebt om nieuwe kennis te verwerven.
2. Intrinsieke motivatie
Je motivatie is intrinsiek. Je begint met Italiaans omdat je het zélf wil en niet omdat het moet. Natuurlijk zal het af en toe moeilijk zijn om door te zetten, ik heb daarvoor wat tips. Een oprechte motivatie is altijd gunstig en heeft een zeer goede invloed op het leerproces.
3. Beter in abstract denken
Je kunt als volwassene beter abstract denken en bent daardoor beter in staat om taalfenomenen en grammatica te doorgronden dan een kind.
4. Reflecteren op je eigen leerproces
Volwassenen kunnen, als ze willen, veel beter dan jongeren, reflecteren op hun eigen leerproces. En dat komt de snelheid en effectiviteit van het leerproces ten goede. Je beseft dat je niet in een jaartje vloeiend Italiaans zult spreken.
Kortom: gebruik wat in je voordeel is
Natuurlijk kun je ervoor kiezen te blijven leren door te stampen, alles te vertalen en eindeloos dezelfde soort oefeningen te maken. Ook kun je ervoor kiezen je door de docent te laten leiden en in het diepe te springen en je kennis over de wereld bij te stellen.
Kortom: je zult langzamer zijn dan een kind met het verwerven van de Italiaanse taal. Maar volwassenen kunnen het ook bereiken, als ze zelfkritisch zijn, leren en doorzetten.
Comments