Niet de eerste regio waar je aan denkt in Italië. Ook niet als wijnfanaat. De Abruzzen verrassen op alle fronten. Nu zal Italië je nooit teleurstellen als het gaat om eten en drinken, landschap en cultuur – maar dit smaakt nog meer naar meer.
Er zijn vele wegen naar Rome. Ik neem de kortste, per vliegtuig, om daarvandaan de oversteek te maken naar de Abruzzen. Om letterlijk Italië van west naar oost over te steken. Per auto doe je daar ruim 2 uur over, en die rit is het waard.
Inhoudsopgave
Een gortdroge start
Vanuit het vliegtuig zie ik bruine, dorre lapjes aarde. Eenmaal buiten voelt 30 graden toch best lekker na een paar uur airco en cabinedruk. Ik ben in Rome. Althans, sta op het vliegveld: Fiumicino.
Een kustplaatsje waar ik ooit een dag verplicht mocht blijven door een overboekt vliegtuig. Best een lucratieve business. Gratis overnachting inclusief diner, romantische wandeling langs de vissershaven en een prima vergoeding voor het leed. Geen klachten, geen problemen. Nou ja, alleen nog even je werk bellen dat je een dagje later begint dan gepland. Soit.
De periferie van Italiës hoofdstad is weerbarstig, wisselend. Niet per se fraai. Industrie. Een kerkhof van auto’s, vrachtwagens en tractoren, zelfs vliegtuigen en helikopters. Plukjes huizen die langzaam lijken af te brokkelen.
Dan ineens een rij Toscaans aandoende pijnbomen. Recht, puntig, fier. Behalve die het niet lijken te gaan redden, die er roestbruin en verdroogd bij staan. Hetzelfde geldt voor potjes aangeplant agrarisch materiaal. Ik gok olijfbomen. Ook daar is een teveel aan droogte, misschien wel brand, de vijand.
De reis en het doel
Nu het heuvelgebied in, bij Tivoli, richting het berggebied de Apennijnen. Meer groen, leven, natuur. Schilderachtige dorpjes op heuveltoppen met vestingwerken, soms ruïnes, als piek.
Hier was ooit een aquaduct van ruim 100 kilometer, helemaal naar Rome. Gebouwd tussen 144 en 140 voor Christus. Het meer dat die waterstroom voedde is verdwenen, het antieke bouwwerk grotendeels ook. In Magliano de Marsi vind je nog resten.
We passeren het plaatsje Cocullo, waar elk voorjaar een bijzondere traditie in ere wordt gehouden waarbij tijdens een processie levende slangen op het beeld van San Domenico door het bergdorpje worden getorst.
Dan op de linkerflank, in de verte, de hoogste berg van Italië: Gran Sasso. Met bijna 3000 meter de hoogste van de Apennijnen en je vindt er de meest zuidelijke gletsjer van Europa. En dan vrees ik direct: hoelang nog?
Ineens zie ik wijnstokken, de zee! Ik lees borden met: Pescara, Francavilla en Ortona – mijn eindbestemming. Ik ben in de Abruzzen op speciale uitnodiging van wijncoöperatie Cantina Tollo.

Zo simpel kan het zijn
Het spoor bepaalt. Zou je denken. Een drietal hotels aan de kalme kust zijn alleen bereikbaar door via een tunneltje onder de rails door te schieten. Parallel aan de kustlijn loopt het spoor, god weet hoelang en waarheen. Waarschijnlijk vele honderden kilometers noord- en zuidwaarts. Praktisch is het niet. Wel als je in de trein zit.
Goed. Ik ben er, even de blote voeten op het zand en een limoncello in de hand. Pauze. Aan de overkant van de Adriatische zee, uit het zicht, bevindt zich de stad Split in Kroatië. Dan heb je een beeld. Je kunt er de ferry naar toe nemen, ontdek ik later.
Is dit heel Ortona? Of Ortona Beach? Hoe dan ook, met 2 keer gas geven ben je er weg en ook weer op weg. Heuvelachtig en direct te midden van olijven en druiven. Voor de laatste is het oogsttijd. Ik ben hier om dat van dichtbij mee te maken. Op pad!
Een wirwar aan blauwe verkeersborden waarop ik dapper de afstanden probeer bij te houden: Tollo 6 km, Tollo 10 km, Tollo 3 km – en dat binnen 5 minuten. Ook weer een reden om van Italië te houden.
Maar dan. Het plaatsje Tollo op 152 meter boven de zeespiegel. En ineens daagt het mij: Cantina Tollo – plaatsnaam: Tollo. Tjonge, zo simpel kan het zijn.

Montepulciano d’Abruzzo
Zo’n 700 families leveren druiven aan Cantina Tollo, hun lokale coöperatie. En daaraan leveren betekent ook ervan leven. Want hoe klein sommige wijnboeren ook zijn – sommigen bezitten maar 2 tot 4 hectare aan wijngaarden -, het is een belangrijke bron van inkomsten. Vaak naast olijven en andere kleinschalige agrarische producties. De oogsttijd van de druiven is dus van levensbelang.
De oogst van 2022 begon medio augustus. ‘En dan is het 3 weken stress’, vertelt product- en marketing-officer Brunella di Pentima. ‘De rijpheid van de diverse druivenrassen bepaalt de volgorde waarin wordt geoogst.’
Ze noemt: chardonnay, trebbiano, pinot nero, merlot, pecorino. Een mix van internationaal bekende druiven en regionale wijnhelden. En wat te denken van montepulciano? Inderdaad, die van Montepulciano d’Abruzzo.
Bij Cantina Tollo maken ze daar wijn van wereldklasse mee: Cagiòlo Montepulciano d’Abruzzo DOP Riserva. Een hele mond vol en daar is de wijn ook naar. De Cagiòlo is een dijk van een wijn die ook op leeftijd zijn kracht en frisheid behoudt: intens, met donker, knallend fruit, hartig en fris tegelijk.

Maar ook in wit zijn er tal van verrassingen te benoemen, het assortiment is dan ook zeer groot. Van licht wit voor je dagelijkse glas, als je het werk achter je gelaten hebt, tot complexe wijnen voor de mooiste combinaties aan tafel.
Onder de pergola
Voor de vorm kruip ik onder het bladergroen waartussen rijp druivenfruit hangt om een tros af te knippen. Inderdaad, onder.

In de Abruzzen hangen de druiven aan pergola’s, constructies van staal of beton en gespannen draad waaraan de planten op hoogte groeien. Een klassieke manier van wijnbouw die als voordeel heeft dat de druiven in de schaduw van het gebladerte groeien en beschermd zijn tegen de directe zon.
Het ‘dak’ van de pergola is zo’n 170 centimeter hoog. Voor mijn een-meter-negentig is de oogst binnenhalen geen doen, ik zou het nog geen halfuur volhouden. Diep respect voor al die hardwerkende mannen en vrouwen die daar elk najaar weer in slagen.
Met aanhangers vol druiven rijden ze hun tractoren naar de cantina. Eerst een steekproef om de kwaliteit te testen, na goedkeuring door naar de weegbrug en tenslotte richting de pers om de druiven daar in te storten.
En dan weer terug naar de wijngaard voor een volgende ronde. Indrukwekkend om het georkestreerde mierennest te ervaren, een knap staaltje logistiek en organisatie.
Met elkaar produceren al die wijnboeren jaarlijks 35 miljoen liter wijn. En dat is alleen nog maar bij deze coöperatie! Je begrijpt, de Abruzzen is een wijnregio om rekening mee te houden. En dus niet alleen in kwantiteit, maar zeker ook in kwaliteit.
Wijnmakerij uit Romeinse tijd
Zoals eigenlijk overal in Italië blinkt ook de regio Abruzzo uit in heerlijk en eerlijk eten. Tijdens het wijn proeven bij Feudo Antico, een prachtlocatie in Chieti dat ook onder de Tollo-groep valt, verschenen er zalige kazen op tafel die alleen daar zo gemaakt worden.
Zalige kazen Proeverij bij Feudo Antico
En dan bedoel ik niet: in de Abruzzen, maar in die specifieke omgeving. Zo specifiek dat iemand die een dal verderop woont, zegt nog nooit van die kaas te hebben gehoord.
Mooi ook om te zien dat op de plek waar ze druivenstokken aanplanten, en olijfbomen bovendien, hun voorouders dit 2.000 jaar eerder ook al deden.

Op exact dezelfde heuvel onder het hagelnieuwe proeflokaal is een wijnmakerij uit de Romeinse tijd gevonden. Alles wat onder de grond gevonden is wordt zorgvuldig uitgegraven, afgestoft en klaargemaakt om op museale wijze tentoongesteld te worden.
Diner boven zee
Kenmerkend voor de kuststreek in de provincie Chieti zijn de trabocchi, de lokale visinstallaties van hout die je om de zoveel honderd meter voor de kust ziet. Om precies te zijn: boven het water ziet.
Kunstige bouwwerkjes aan het eind van een loopbrug gemaakt op een vernuftig staketsel van palen. Het maakt het vissen een stuk eenvoudiger dan met een hengel van de kant of in een bootje op zee. De kuststrook dankt zelfs zijn naam aan deze eeuwenoude vismethode: Costa dei Trabocchi.
Nu hebben ze enkele ervan omgebouwd tot restaurant. Daar eet je uiteraard vis, en goed ook, maar het aardige is dat je de zee continu hoort en ziet. Ook door de glazen vloer, waarover enkele gasten niet durven lopen, laat staan een stoel uitkiezen die boven het glas geplaatst is.
Ik vond het een belevenis en raad restaurant Trabocco Pesce Palombo in Fossacesia met plezier aan. Zeker ‘s avonds is het een romantisch plaatje dat je niet snel vergeet.
Richting Molise
Oogsttijd in de wijnbouw staat gelijk aan einde seizoen voor het strandleven in Ortona. Het typisch Italiaanse badplaatsje loopt leeg. Het strand strak aangeharkt, het zeewater kabbelt slapjes alsof ook dat klaar is met alle drukte van de afgelopen maanden.
Ik ben vroeg op, de zon ook en het wordt gewoon wéér een prachtige dag. De 30 graden gaan we niet aantikken vandaag, maar het scheelt verdomde weinig.
Gisterenmiddag nog even dat zeewater ingedoken. Een lauwwarme soep die aan afkoeling weinig bijdraagt. Een stuk of 10, 12 Italianen zingen vanuit het ondiepe water iemand uit volle borst toe. De aanleiding noch de toegezongene zijn mij bekend. Wat zou het? Het kleurt de middag.
Verder zuidwaarts, richting Bari, maar zover gaat de reis vanmorgen niet. We blijven net aan in Abruzzo, tegen de grens met Molise, een kleine wijnregio van waaruit ook druiven richting Cantina Tollo gaan.
Het land golft groen, lieflijk. Olijfbomen, druivenstokken op pergola, stukken bos en kleine dorpen wisselen elkaar af. De bergen rechts, de kust links. Een rode tractor rijdt ons tegemoet. Erachter een aanhanger vol blauwe druiven. Geen ongewoon gezicht in deze tijd van het jaar. Ter verduidelijking: het is begin september.
De chauffeur die mij en mijn reisgenoten elke dag mee op pad neemt, ongeveer 65 jaar, 1 meter 60 hoog en altijd gesoigneerd, slaat plots een kruisje. Zo een met de afsluitende handkus. Vlak voordat we een viaduct overgaan. Een katholieke handeling die ik hem niet eerder heb zien maken. Nou, op hoop van zegen dan maar.
De weg nagenoeg onverhard. Een zonnepark. We nemen een gravel road er vlak langs. Nou ja, ‘we’. De ervaren bestuurder naast me. ‘Het lijkt hier landschappelijk best op Toscane’, zegt hij. Dat is niet gelogen.
A family affair
Zo oud als de geschiedenis van wijn maken is in de regio, zo jong is het volgende project dat ik bezoek: de Accademia della Ventricina. 30 jaar geleden opgericht om een speciaal soort worst met alle mogelijke kwaliteitsbescherming op de markt te brengen.

Ventricina houdt het midden tussen salame en prosciutto en komt op een eerlijke en voor zover mogelijk diervriendelijke manier tot stand. Alleen de beste delen van een regionaal soort, zwart varken worden gebruikt. Met niet meer dan vlees, zout, peper en 8 maanden geduld voor het drogen, ontstaat er een unieke delicatesse die het ontdekken waard is.
Overigens gaat de rest van het varken niet verloren, ook daar worden heerlijke salami en hammen van gemaakt. Ventricina komt in 2 soorten: naturel en pittig, en is al 4 keer tot beste salame van Italië uitgeroepen. En terecht.
Ook hier ervaar ik dat het maken van kwaliteitsproducten een family affair is. Vader, zoon, broer en zwager staan zij aan zij als ons gezelschap uitgebreid van al het lekkers mag proeven. Voor elkaar zorgen en grote families voeden, dat is de boerentraditie hier.
Bij het vlees proeven we Tollo-wijnen die verrassend goed gekozen zijn. Een droge spumante en een ‘stille’ witte van de inheemse druif cococciola maken spannende combinaties.
Après-salame
Het zit er op. Terug richting Rome. Weer mooi weer? Nope. Regen! Het is relatief. Voor de natuur is dit juist mooi, prachtig. En ik vind het zelf eigenlijk ook wel lekker.
Hoe ik de Abruzzen ervaren heb? Als een plek om jaloers op te zijn. Binnen 40 kilometer reis je van de kust naar 3.000 meter hoogte en alles ertussenin is schitterend.
En met alles bedoel ik alles, inclusief het heerlijks aan eten en drinken dat me nog lang bij zal blijven. Wat mij betreft niet de laatste keer!
Comments