Je kunt er, letterlijk en figuurlijk, niet om heen als je Italië doorkruist: de Apennijnen. De bergketen loopt vanuit Ligurië naar het zo’n 1.300 kilometer zuidelijker gelegen Calabrië en eindigt op Sicilië. Niet gek dus dat deze ruggengraat en zijn uitlopers vrij bepalend zijn voor het Italiaanse landschap; zonder zou er niks overblijven van de lichtgrijze bergmassieven in de Abruzzen, die beroemde Toscaanse heuvels of die prachtige bergdecors die altijd wel ergens op de achtergrond te ontdekken zijn.
Inhoudsopgave
Paradijs
De Apennijnen zijn een paradijs voor iedereen die op vakantie graag actief is in de natuur en de buitenlucht. Maar je hoeft niet per se sportief bezig te zijn of rond te wandelen in een van de vele natuurreservaten die je er kunt vinden.
Verspreid door het hele berggebied liggen van noord tot zuid namelijk prachtige steden, vestigingsstadjes en oude kastelen om te bezoeken. En op warme zomerdagen zijn de bergen een ideaal toevluchtsoord voor iedereen die op zoek is naar een beetje verkoeling.
- Wat kun je doen in de Apennijnen en wat zou je eigenlijk niet mogen missen?
- Wat zijn nu dé bezienswaardigheden in de Apennijnen?
- Wat zijn de allermooiste plekken die je echt moet zien?
Dat ligt helemaal aan waar in Italië je bent. Omdat de bergketen zo uitgestrekt is, hebben we de mooiste plekken verdeeld over de drie stukken waarin je de Apennijnen kunt opsplitsen:

Zo ligt er vast iets in de buurt van jouw vakantieplek en kun je zelf de mooiste plekken van de Apennijnen in jouw omgeving ontdekken.
Het noordelijke deel van de Apennijnen
De noordelijke Apennijnen lopen van Ligurië tot aan de bergpas Bocca Trabaria, iets ten zuiden van het punt waar de regio’s Toscane, De Marken en Umbrië elkaar raken. Of, kijkend naar een landkaart, is het noordelijk deel alles van de bergketen wat boven de lijn ligt die je van Livorno naar Ancona zou kunnen trekken.
In dit deel van de Apennijnen kun je de bronnen vinden van de rivieren de Arno en de Tiber. De Monte Cimone is er met zijn 2.165 m de hoogste top, maar waarschijnlijk is de Monte Titano, die tot het territorium van San Marino behoort, een bekendere naam.
Wat zou je echt eens moeten zien als je in de buurt bent van de noordelijke Apennijnen?
1. Bobbio
Bobbio is een kleine stad in de provincie Piacenza. Het is bekend vanwege zijn middeleeuwse sfeer, de thermen en de lange Ponte del Diavolo, de duivelsbrug, over de de rivier de Trebbia die de stad verbindt met de weg naar Piacenza.

In de vroege middeleeuwen, rond 615 n.Chr. was het een van de belangrijkste centra voor het westerse kloosterleven. De Ierse monnik Columbanus stichtte er een klooster dat al snel één van de belangrijkste en meest prestigieuze bibliotheken van het hele christendom ontwikkelde.
Het klooster stond model voor het klooster in Umberto Eco’s roman De naam van de roos. Tot op vandaag de dag worden er nog steeds enkele van de oudste en meest kostbare Latijnse manuscripten uit de geschiedenis bewaard. Behalve de abdij zijn ook de dom en het kasteel Malaspina in het centrum een bezoek waard.

In Bobbio is elk seizoen wel wat te beleven. In de winter kun je er skiën, in de lente en de zomer is het er heerlijk koel vertoeven in de schone natuur om de stad heen en in de herfst kun je genieten van uitzichten met prachtige herfstkleuren.
2. Rocchetta Mattei in Riola
Op zo’n 45 kilometer van Bologna ligt in de Apennijnen tussen Toscane en Emilia-Romagna een heel bijzonder kasteel: de Rocchetta Mattei. Het werd in de 19e eeuw gebouwd door graaf Cesare Mattei op de overblijfselen van een oud middeleeuws kasteel dat ooit tot de bezittingen van Mathilde van Toscane behoorde. Na restauratiewerkzaamheden is het kasteel in 2015 opengesteld voor het publiek.
De graaf hield persoonlijk toezicht op de bouw van het kasteel, dat middeleeuws gothische elementen combineert met de Moorse stijl. De Rochetta is een betoverende plek, vol met kleine kamers die prachtig zijn gedecoreerd en met elkaar in verbinding staan door een doolhof van gangen, loges, wenteltrappen en torens.


De meest bijzondere plekken in het kasteel zijn Il Cortile dei Leoni, dat een reproductie is van de binnenplaats van het Alhambra van Granada en de kapel die werd gebouwd na het evenbeeld van de kathedraal van Cordoba.
Cesare Mattei bouwde het kasteel met een heel specifieke reden: hij wilde er kunnen werken aan zijn uitvinding van de elektrohomeopathie, een medicijn op basis van kruiden en een geheim proces dat bedoeld was om de mensheid van alle ziektes te genezen.
De graaf en zijn kasteel werden door de verspreiding van het medicijn wereldberoemd. De Russische schrijver Dostojevski noemt het zelfs in zijn roman De gebroeders Karamazov.
3. Nationaal Park Cinque Terre
Dit park omvat zowel het dichtbegroeide binnenland, de zee waar de Apennijnen de kustlijn van vormen als natuurlijk de vrolijk gekleurde Cinque Terre.
In 1997 zijn de vijf dorpen van Cinque Terre opgenomen in de Werelderfgoedlijst van UNESCO. De dorpjes Vernazza, Manarola en Riomaggiore worden als de mooiste beschouwd worden vanwege hun spectaculaire ligging aan zee, maar Corniglia en Monterosso al Mare zijn ook absoluut een bezoek waard.

Het bijzondere aan dit park is dat het niet alleen het land beschermt, maar ook de zee. Water beslaat ongeveer 30% van de totale parkoppervlakte.
In het zuidelijkste deel van het park liggen twee kleine eilandjes, de Scoglio Grimaldo en de Scoglio Ferale, in het noorden de Scoglio Gagiato.
In de Cinque Terre ligt 120 kilometer aan wandel- en hikingpaden. De Sciacche-trail, vernoemd naar de dessertwijn uit de Cinque Terre, is de meest bekende.

De vijf plaatsjes van de Cinque Terre zijn met elkaar verbonden door de Sentiero Blu, het blauwe pad. De tocht van Monterosso al Mare naar Vernazza is de zwaarste etappe, die van Manarola naar Riomaggiore is echter vrij makkelijk te wandelen en voert over de bekende Via dell’Amore.
4. De waterval van Acquacheta

Het nationaal park Foreste Casentinesi ligt in de Apennijnen tussen Florence en Forlì. In het park loopt de beek Acquacheta die, vlak voordat deze uitmondt in de rivier Montone, zo’n 90 meter naar beneden klatert. Het is daarmee een van de hoogste watervallen in de noordelijke Apennijnen en bekend omdat Dante Alighieri erover schreef in een van de verzen in zijn De goddelijke komedie.
Je kunt de waterval bereiken na een wandeling van twee uur die start in San Benedetto in Alpe. Zeker in het voor- en het najaar is de beloning aan het eind van de wandeling groot: de extra watertoevoer door respectievelijk het smeltwater en de regen zorgt ervoor dat de waterval nog mooier is om naar te kijken.
5. Abetone
Hoewel je bij wintersport al gauw aan de bekende skigebieden in Oostenrijk of Zwitserland denkt, is het verrassend om te ontdekken dat de Apennijnen een schatkamer voor wintersporters is. Dit gebied omvat veel skilocaties die nog niet ontdekt zijn door de grote massa.

Het Toscaanse Abetone is een van de belangrijkste skigebieden in de Apennijnen met meer dan 54 kilometer skipistes verdeeld over 4 dalen. Maar Abetone heeft ook in het zomerseizoen veel te bieden.
Je kunt er prachtig wandelen in de omgeving of via een hiketrail de Monte Cimone beklimmen. Vanaf de top heb je een prachtig uitzicht over de Alpen, de Adriatische Zee, de Tyrreense Zee, de berg Amiata en de eilanden Elba en Corsica.
Mountainbikers kunnen hun hart ophalen in het Gravity Park. Met de ski-installaties kun je je mountainbike meenemen naar de top van de berg en vervolgens langs de hellingen van de skipistes naar beneden zoeven. De routes van 3 tot 6 kilometer zijn geschikt voor zowel beginners als gevorderden.
Downhillen in Abetone:
Het centrale gedeelte van de Apennijnen
Dit gedeelte van de Apennijnen loopt van de bergpas Bocca Trabaria tot aan de Bocca di Forlì op de grens tussen de Abruzzen en Molise. Of tot aan een denkbeeldige lijn die loopt van Terracina aan de Tyrreense kust naar Vasto aan de Adriatische Zee.
In het centrale deel en dan met name in de Abruzzen, liggen de hoogste bergen van de Apennijnen: meer dan de helft is hoger dan 750m. Het landschap wordt gedomineerd door bergmassieven met kale toppen en oude beukenbossen en bloemenweides op de flanken. En je hebt er een vrij grote kans om dieren als otters, wolven, edelherten, wilde zwijnen, gemzen en zelfs beren te spotten.
6. Assisi
In Umbrië ligt een van de beroemde steden van Italie: Assisi. Deze bedevaartsplaats staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

Assisi is onlosmakelijk verbonden met St. Franciscus, de heilige die afstand deed van al zijn bezittingen om de armen te helpen en de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders stichtte.
De prachtige Sint-Franciscusbasiliek ligt op de Monte Subasio. De basiliek bestaat uit twee op elkaar liggende kerken en een crypte met het graf van de heilige. Tijdens de aardbeving van 1997 raakte de basiliek zwaar beschadigd. Een deel van het gewelf stortte in en onder andere de fresco’s van Giotto over het leven van St. Franciscus vielen in ontelbare stukjes van de muur. Sindsdien zijn zowel de basiliek als de stad zelf weer grotendeels gerestaureerd.
De schade door de aardbeving is ook gefilmd:
Het Piazza del Comune is het grootste plein van Assisi. Aan het grote plein ligt het gemeentehuis Palazzo del Capitano del Popolo, voorzien van een enorme toren. De grote zuilen naast de toren behoren tot de Romeinse tempel van Minerva, waarachter een kerk is gebouwd.
Rick Steves over de schoonheid van Assisi:
Neem ook een kijkje in de dom, bij de Basiliek van Clara van Assisi en natuurlijk mag je de Rocca Maggiore niet overslaan. Die is gelegen op het hoogste punt van de stad en kijkt uit over de omliggende vallei.
7. De Cascate delle Marmore
Op ongeveer 7 kilometer van de stad Terni in Umbrië ligt een waar spektakel op je te wachten: de Watervallen van Marmore. Deze watervallen werden zo’n 2.000 jaar geleden door de Romeinen aangelegd.

De Cascate delle Marmore vallen in drie delen naar beneden over een totale hoogte van 165 meter. Het zijn daarmee de hoogste watervallen ter wereld die door mensen gemaakt zijn.
Er zijn twee bijzondere uitzichtspunten. Het eerste is Il Balcone degli Innamorati, het Balkon van de Verliefden. Je kunt het alleen bereiken via een 50 meter lange tunnel. Het tweede is de Specola die in opdracht van Paus Pius VI werd aangelegd.
De watervallen zijn niet altijd te bewonderen. Het water wordt al zo’n 50 jaar gebruikt om de elektriciteitscentrale Galleto te laten draaien. Met uitzondering van de wintermaanden, waarin de watervallen alleen tijdens het weekend functioneren, heb je ’s middags rond 12 uur en rond 15 uur de grootste kans om ze te kunnen bekijken.
Meer informatie over de Cascate delle Marmore vind je hier.
8. Nationaal natuurreservaat Gran Sasso e Monti della Laga
In dit nationale park ligt de Gran Sasso, een van de drie hooggebergten van de Abruzzen. Je vindt hier niet alleen de zuidelijkste gletsjer van Europa, maar ook de Corno Grande.

Deze berg is met zijn 2.912 meter de hoogste van de Apennijnen op het vaste land. Als beginnende hiker kun je via de Via normale naar de top trekken. Als je een goede conditie hebt, is het geen al te zware route.
Je beloning is een mooi uitzicht over de bergketen met in de verte de Adriatische Zee. Meer ervaren hikers mét klimervaring kunnen de zigzagroutes nemen nemen die veel directer naar de top leiden. Welke route je ook kiest: de kans is groot dat je onderweg gemzen en adelaars tegenkomt.
Mooie video-impressie van de Gran Sasso:
Kenmerkend voor het ruige gebied van de Gran Sasso zijn de uitgestrekte hoogvlaktes. De Campo Imperatore is de grootste hoogvlakte van Europa. In het voorjaar kleuren allerlei zeldzame wilde bloemen de vlakte, wat dan prachtig afsteekt tegen de witte krijtrotsen die de vlakte omringen. Je kunt de Campo Imperatore vanuit Fonte Cerretto met een kabelbaan bereiken.
9. L’Aquila
In 2009 verwoestte een aardbeving een groot deel van huizen, gebouwen en monumenten in de stad L’Aquila. Tot op vandaag de dag wordt er nog hard gewerkt aan het herstel van de stad. Maar dat is geen reden om de stad links te laten liggen als je in de buurt bent. Het oude stadscentrum van L’Aquila is vrij goed bewaard gebleven en zeker een bezoek waard.

De Basiliek van San Bernardino is, samen met de kerk van San Giuseppe, de enige die je ook van binnen kunt bekijken. Het Spaanse fort kun je helaas alleen van buiten bekijken, maar de omgeving ervan is tegenwoordig een van de meest bezochte plekken in het historische centrum. In het grote park kun je wandelen, uitrusten op een bankje of een aperitiefje drinken bij een kiosk.
Sla ook La fontana delle 99 cannelle, de fontein met 99 tuiten, niet over. Deze fontein werd in 1272 gebouwd en is anders dan andere fonteinen. Hij is opgebouwd uit drie met roze en wit marmer geblokte wanden waarop 99 verschillende stenen maskers bevestigd zijn.
Uit de mond van elk masker stroomt water een bassin in.De fontein staat symbool voor de stad: volgens de legende waren het 99 kastelen die in 1254 besloten om samen de stad L’Aquila te stichten.
10. Alba Fucens – een Romeinse ontdekking
Op slechts een paar kilometer van Avezzano in de Abruzzen ligt Alba Fucens, een archeologisch park, waar de eerste opgravingen vlak na de Tweede Wereldoorlog plaats vonden. Alba Fucens was een typisch Romeins fort met verdedigingsmuren en 4 stadspoorten. Er werden onder meer een marktplaats en met prachtig mozaïeken gedecoreerde thermen gevonden.
Archeologisch park Alba Fucens:
Je kunt in het park verder de overblijfselen van een Romeinse domus bezoeken en wandelen tussen de kolonnen rondom de binnentuin, die door archeologen weer overeind zijn gezet. Ook de taberna’s zijn extreem goed bewaard gebleven, met de originele vloeren, de loden leidingen van de wasbakken en vrijwel intact gebleven toonbanken.
Onderaardse onderzoeken hebben zelfs een efficiënt rioolsysteem blootgelegd. Wil je je dus echt eens in een oude Romeinse stad wanen, dan is Alba Fucens de plek om naar toe te gaan.
Zuidelijke deel van de Apennijnen
Het laatste, zuidelijke, deel van de Apennijnen loopt vanaf die denkbeeldige lijn die je kunt trekken van Terracina aan de Tyrreense kust naar Vasto aan de Adriatische Zee tot aan de Straat van Messina in Calabrië.
Maar daar eindigen de Apennijnen echter niet: de bergketen loopt zelfs door op het noordoostelijke deel van Sicilië. De bekendste top van dit deel van de bergketen is dan ook de Etna, die met zijn 3.340 meter de hoogste is die je in de Apennijnen kunt vinden.

11. Het nationale park van de Matese
Dit natuurpark ligt in op de grens tussen Campanië en de Molise. Het is een paradijs voor iedereen die graag actief is in de buitenlucht: je kunt er naar hartelust mountainbiken, hiken, grasskiën, deltavliegen, paardrijden en speleologische excursies doen.
Maar dat actieve is natuurlijk niet verplicht. Je kunt er ook gewoon ontspannen genieten van zachtglooiende landschappen en meren met helderblauw water waarin je de toppen van de omliggende bergen weerspiegeld ziet.

Een van de mooiste plekjes om te picknicken is het Matese-meer, het hoogstgelegen meer in Italië. Het ligt aan de voet van de bergen Miletto en Gallinola en is gevuld met het smeltwater dat van deze bergen naar beneden stroomt.
12. Sentieri degli Dei – Amalfikust
Als je houdt van een stevige wandeling of je hand niet omdraait voor een hike waarbij je af en toe moet klimmen, kun je je hart ophalen in de natuurreservaten van de Apennijnen. Je vindt er over het algemeen zowel relatief lichte wandelroutes als zwaardere hiketrails waarbij je bereid moet zijn om van tijd tot tijd te klimmen om van mooie uitzichten te genieten.
Er zijn twee tochten die je als echte hiker een keer gedaan moet hebben. De eerste is de tocht naar de top van de Corno Grande in het natuurreservaat van de Gran Sasso e Monti della Laga (zie hierboven) in het centrale deel van de Apennijnen.
De tweede tocht ligt langs de Amalfikust in Campanië. De Sentiero degli Dei, het pad van de goden, is een trail die vrij bekend is bij hikers.
De tocht is middelzwaar en niet aan te raden als je last van hoogtevrees hebt. De Sentiero loopt vanaf Agerola via Nocelle naar Positano en leidt je langs begroeide, terrasvormige rotsen met uitzicht op de helderblauw zee, het eiland Capri en de kust.. De wandeling is 8 kilometer lang en daar doe je ongeveer 4 à 5 uur over.
13. Scalea
Deze stad ligt aan de prachtige Rivièra van de Ceders. Het burchtstadje werd ooit beschermd door een stadsmuur met vier stadspoorten en omvat talloze torens. Vanaf kleine landtongen, uitlopers van de Apennijnen, heb je een prachtig uitzicht over een blauwe zee met kristalhelder water.

De Torre Talao is zonder twijfel het symbool van de stad. Hij staat boven op een rots, die in een ver verleden omringd werd door water en een eilandje voor de kust was.
Dronebeelden vanaf de Torre Talao, het eiland dat geen eiland meer is:
In het historische centrum vind je tal van monumenten zoals het Palazzo dei dei Principi, het Palazzetto Normanno, de kerk van Santa Maria di Episcopio en de Romeinse sarcofaag.
Vanaf de pleinen in de stad zoals het Piazza Maggiore de Palma heb je een prachtig uitzicht. En natuurlijk moet je de trappen met de steeds hoger worden treden van de Via Cesare de Bonis beklimmen die je naar de Torre Cimalonga en een klein antropologisch museum brengen.
Moe gewandeld? Dan is het goed toeven op één van de vele stranden die je in Scalea kunt vinden.
14. Cosenza
Cosenza wordt wel ‘het Athene van Calabrië’ genoemd: het lijkt een concentraat van kunst, cultuur en tradities. Je kunt er met gemak een dag rondlopen en iedere keer opnieuw verrast worden.
Het historische centrum is een doolhof van kleine straatjes waar je opeens voor elegante gebouwen, indrukwekkende kerken, kloosters en pleinen staat.

Wat je absoluut niet mag missen bij een bezoek aan Cozenza? De kathedraal van Santa Maria Assunta! Rond 1.050 werd er begonnen met de bouw en vanwege de lange geschiedenis vind je verschillende stijlen in de bouw terug, ook al is de basisstructuur typisch Romaans.
Op de Colle Pancrazio, een van de hoogste punten van de stad, staat het Normandisch-Zwabische kasteel.
Wat zeker ook een bezoek waard is, zijn de opgravingen van Piazzetta Antonio Toscano in het historische centrum. De archeologiche vondsten dateren uit de 3de en 4de eeuw voor Christus, de Griekse periode van de stad.

Hier zijn ook delen van een woning gevonden uit de eerste eeuw voor Christus. De belangrijkste ontdekking stamt echter uit het Romeinse tijdperk: een domus van een rijke familie met restanten van elegante mozaïekvloeren en muren die versierd zijn met veelkleurig pleisterwerk.
15. Het nationale park van de Nebrodi – Sicilië
De Nebrodi is het grootste natuurpark dat je op Sicilië kunt vinden. En het vormt een enorm contrast met het gangbare beeld van een droog Siciliaanse landschap: door de dichte bossen, de hoge bomen en de lagere temperaturen is het een onverwacht heel groene omgeving.

De asymmetrische hellingen en de groene weides zijn, net als de meertjes die je er vindt, kenmerkend voor het park.
En ben je benieuwd hoe een meer uitziet dat niet blauw, maar rood is? Ga dan in de zomer naar het Biviere Meer. Een kleine alg op de meerbodem zorgt voor een bijzondere rode kleur van het water.
Jouw mooiste plekken in de Apennijnen?
Dat waren ze volgens ons, de 15 mooiste plekken in de Apennijnen. Maar je bent mogelijk zelf ook weleens op een schitterende plaats in deze bergketen geweest. Vertel ons hieronder welke mooie plekken volgens jou ook een plaatsje in deze lijst hebben verdient.
Bekijk ook: de mooiste plekken in Italië.
Comments