Zodra in Italië de vakantie in augustus voorbij is, bereidt men zich al voor op de herfst. La stagione è finita! De openluchtzwembaden, openbaar en privé, gaan onverbiddelijk dicht (behalve het onze natuurlijk want wij, noordelijke vichinghi, zijn tegen ‘kou’ bestand), ook al vallen de passeri tot eind september nog steeds van het dak.
Het duurt daarna niet lang meer of de eerste gewatteerde jasjes en zelfs wintermutsen (of oorkleppen!) verschijnen op straat, want je zal maar eens kouvatten! Voor je het weet lig je in de rianimazione met een bijna fatale longontsteking! Hieronder een aantal woorden en begrippen die van pas komen als je in de herfst naar Italië gaat.
1. Fresco
Het is al frisjes, hè buurvrouw/-man? Een standaardzinnetje dat je overal kunt gebruiken om een gesprek te openen of zomaar iets te zeggen te hebben. Fa fresco of comincia a fare fresco in het Italiaans. De volgende stap is uiteraard dat het koud is, fa freddo. En nog later, gela, het vriest.
2. Pioggia
De herfst is bij uitstek het seizoen van de gevreesde regen, die de gemiddelde Italiaan mijdt als de pest, ziekteverwekkend en onheilbrengend als deze hemelse nattigheid volgens hem is. Voor de verschillende graden van ernst van de regen kent het Italiaans een reeks van afschrikwekkende woorden, van het zacht ruisende pioviggine, motregen, naar het simpele pioggia, regen, en via temporale, harde wind en regen, en rovescio, intense regen, naar het dreigende nubifrago, wolkbreuk, tot het apocalyptische diluvio, zondvloed.
Om de gevreesde colpo d’aria en raffreddore te voorkomen kleed je je met sjaal en muts maar trek je ook een maglia della salute aan, een gezondheidshemd, dat wij gewoon een (onder)hemd noemen.
3. Nebbia
Zeker in Noord-Italië en in het bijzonder in de Povlakte kan er dagenlang een dikke mist hangen. Het woord nevel doet vermoeden dat mist in het Italiaans wel neve zal zijn, maar nee, dat is sneeuw, een ander gevaarlijk weersverschijnsel.
Nebbia is het goede woord, of ook wel foschia (fog). De verschillende gradaties van dichtheid geeft men aan als spessa (zicht tussen 50 en 200 meter), fitta (30 en 50 meter) en densa (minder dan 30). Tijd om je fendinebbia (mistlamp) aan te steken.
4. Vento
Ook de wind laat zich vooral in de herfst kennen en is vooral uitgevonden om de foglie, de blaadjes van bomen en struiken te rukken. Waar moesten we anders met onze bladblazer, soffiatore per fogliame (de hogedrukspuit van de herfst) naartoe?
Een gewone gemiddelde wind heet vento, een briesje brezzo, een harde wind burrasca, een storm tempesta en een orkaan een uragano. Verraderlijk zijn echter vooral de windstoten, de raffiche di vento die je de beschermende muts van je hoofd stoten.
5. Ottobrata
Soms gunnen de weergoden de door bovenstaande verschijnselen geplaagde Italiaan even rust, in de vorm van een ottobrata, een vleugje verlate zomer in oktober. Het is de Italiaanse Indian Summer en wordt ook wel estate di San Martino genoemd, naar de latere heilige Martin de Tours die een koukleumende zwerver zijn mantel zou hebben geschonken.
De ottobrata is een goede gelegenheid voor een scampagnata, een uitje, vaak groepsgewijs, bijvoorbeeld naar het bos om kastanjes te rapen en paddenstoelen te plukken. Of om een bezoekje te brengen aan een van de vele sagre, herfstmarkten waar Italië om bekend staat, bijvoorbeeld een waar truffels verkocht worden, zoals de beroemde markt in San Sebastian Curone!
6. Abbigliamento
Ter bescherming tegen het ziekteverwekkende herfstweer dragen de Italianen net als wij noorderlingen allerlei soorten kleding, vestiti.
Tegen de wind een giacca a vento, tegen de regen geen giacca a pioggia maar een impermeabile (een ’waterdichte’) of een ombrella (paraplu), tegen de kou een cappotto (overjas, ook wel: condoom!), al dan niet met een cappuccio (kap), guanti (handschoenen), een cappello (hoed, tegen het nat worden van de capelli, de haren) of berretta (muts) en een sciarpa (sjaal), niet te verwarren met scarpa (schoen).
Als de grond erg nat is trekt men bovendien stivali (laarzen) aan. En is het binnenshuis ook fris dan heb je een maglione (dikke trui) en ciabatte (sloffen) ter beschikking.
7. Piatti autunnali
De Italiaanse keuken is (gelukkig) nog altijd erg seizoensgebonden en dus is wat er op tafel komt erg afhankelijk van de periode van het jaar. In herfst zijn er vooral funghi, paddenstoelen, tartufi, truffels en zucche, pompoenen te oogsten en wordt er veel op wild gejaagd.
Vooral het vlees van de cinghiale, het everzwijn, is erg populair, als vulling van en saus bij pasta zoals ravioli of tortelli, of als secondo (tweede gang) als pure vleesschotel. Met daarbij dan vaak de gele polenta, een soort puree van maïsmeel.
De wat zwaardere risotto-varianten treden nu ook op voorgrond: met pompoen, paddenstoelen of truffel. Kastanjes worden behalve gepoft ook als vulling van pasta of verschillende types taarten gebruikt.
Op de websites van Il Cucchiao d’Argento en Il Giallo Zafferano vind je inspiratie genoeg voor je eigen culinaire Italiaanse herfst!
Comments