Onlangs was ik enkele dagen alleen in het zuiden (Calabrië). Ik schrijf alleen, maar ik bedoel gewoon dat de familie in België was achtergebleven. Alleen zijn hier, is een relatief begrip. Vier dagen ben ik in Calabrië gebleven en acht keer ben ik mee aangeschoven aan de dis bij vrienden.
Eenvoudige dagelijkse kost
Zo was ik ook uitgenodigd a pranzo bij Franco, eigenaar van de Bar dello Sport, de lokale bar, slijterij, tabaccheria, ristorante, enzovoorts. ‘A pranzo’ werd me door Franco uitgelegd als: ‘het middagmaal waarbij de familie eenvoudige dagelijkse kost eet’. Correctie, zo luidde de uitnodiging. Bovendien werd me uitdrukkelijk bevestigd dat het ‘heel eenvoudig’ ging zijn.
Kom deze middag bij ons eten, dagelijkse kost, niets speciaals, enzovoorts. Anders gezegd, ik mocht er niet te veel van verwachten! Een vrijdagmiddag rustig een kleinigheid eten met een vriend en vriendin. Mijn ervaring? Hier heeft men blijkbaar een andere definitie wanneer men het over dagelijkse kost heeft.
Obesitasprogramma
Gisteren was ik ook al op de pranzo bij de zus van een vriend zijn vriendin. Inderdaad de ‘via via’ in het sociaal weefsel gaat ver en op die manier leer je voor je het weet gans de wereld kennen. En opnieuw blijkt dat wanneer er een Belg langs komt, men toch ietsjes meer doet dan normaal, tenzij van tafel rollen de nationale sport van Italië is. Mochten we dagelijks dergelijke hoeveelheden verstouwen, dan zijn we binnen de kortste keren topsujetten voor een of ander obesitasprogramma.
Terug naar onze ‘a pranzo’ bij mijn vriend Franco. Naast zijn commerciële en culinaire activiteiten, is hij ook schepen van het dorp, verantwoordelijk voor cultuur en is zijn bar het kantoor van de lokale ‘Reuters’. Iedereen van het dorp of uit de ruime omgeving passeert er wel minstens eens per dag voor een snelle caffè, een cornetto, een pakje sigaretten of gewoon om naar de trekking van de lotto te kijken. Wanneer ik in mijn dorp een vraag of probleem heb en ik kan niet terecht bij mijn buren, dan is mijn volgende stop… Inderdaad, Franco, de grote hulp bij lokale ongemakken.
Italië op de schappen
Franco heeft me de voorbije jaren veel Italiaanse culinaire cultuur bijgebracht. Palend aan zijn bar heeft hij zijn kleine restaurant ‘Degusteria Magnatum’, waar Italië, figuurlijk dan, op de schappen staat. Italiaans en lekker en je vindt het bij Franco in een doos, een blik, een fles of in de frigo. In die omgeving ging ik dus lunchen zonder verwachtingen.
Aangezien bloemen voor de dooien zijn en dus niet als geschenk worden meegebracht, bestond mijn ‘gebaar van vriendschap’ uit een flesje Toscaans rood, twee flesjes Westmalle Dubbel en 3×4 fondantchocolade. Sommige van onze bieren liggen ginds in het zuiden heel goed in de smaak, maar onze chocolade is er mythisch. Voor ons moeilijk te begrijpen in het land van de Nutella.
Na sluiting van de bar, rond 13.30 uur aan de dis, waar ik weg ben gewaggeld rond 16.30 uur met nog net voldoende energie om me met de Vespa tot aan het strand te laten rollen en een lange siësta te maken. Een kwestie van klaar te zijn voor de volgende lichte maaltijd, ‘la cena’.
Wie raadt de foto’s?
Tekst en foto’s door Luc Vleck, een Vlaming die alsmaar meer Italiaan wordt
Comments