Tussen de rode palazzo’s, de Neptunusfontein met waterspuwende zeemeerminnen en de metersdikke muren van het middeleeuwse Palazzo Re Enzo staan honderden renners te trappelen. De straten van Bologna zijn vandaag van Tom Dumoulin en zijn mannen. Op zaterdag 11 mei 2019 is de Noord-Italiaanse stad – de oudste universiteitsstad van Europa – namelijk het podium van La Grande Partenza: de eerste etappe van de Giro d’Italia 2019.

Inhoudsopgave
Parcoursverkenning
Dat betekent een prachtige route langs eindeloze portico’s en langs de marmeren en met bloemen versierde tombes van Bologna’s monumentale begraafplaats naar de top van de Colle della Guardia.

De individuele tijdrit heeft een lengte van 8,2 kilometer en eindigt na een ruim twee kilometer lange klim bij de ronde kerk Madonna di San Luca. Met haar torens, trappen, zuilengalerijen en groene koepel torent deze iconische kerk trots boven de stad uit en is zij vrijwel overal op de route te zien. Ze lacht de renners toe en daagt hen uit nog harder te fietsen.
De eerste etappe van de Giro d’Italia (oftwel de Big Start van Bologna):
Met 60 km/u langs de bezienswaardigheden
Vanuit het historisch centrum rijden de renners met een snelheid van zo’n 60 kilometer per uur een voor een door de straten van Bologna op jacht naar de felbegeerde roze trui. Bezienswaardigheden langs de route zien ze niet.

Maar die zijn er wel: tijd om het parcours te verkennen en ons voor te bereiden op de eerste etappe door de stad die bekendstaat als La Rossa (de Rode), La Dotta (de Geleerde), La Turrita (de Getorende) en La Grassa (de Vette). Bijnamen die verwijzen naar de donkerrode palazzo’s en het linkse karakter van stad, de oudste universiteit van Europa, de vele torens en de lekkerste keuken van Italië.

1. Starten onder de torens
De eerste meters van de start van de drieweekse wielerronde – waarvan iedereen blij is dat hij dit jaar weer op Italiaanse bodem begint – liggen aan de voet van de Due Torri: twee middeleeuwse torens in het hart van Bologna.

De scheve Torre Asinelli en de nog schevere Torre Garisenda kijken goedkeurend op de renners neer. De beklimming van 90-meterhoge Torre Asinelli zou met zijn 498 houten treden een mooie warming-up voor de mannen kunnen vormen. Vanaf de top strekken de rode daken van Bologna zich onder je uit en lijkt het of je de groene heuvels van de Apennijnen en de kerk Madonna di San Luca bijna kunt aanraken. Het is slechts 8,2 kilometer sprinten…
De 12de en 13de eeuw waren gouden eeuwen voor Bologna. De economie bloeide dankzij de textielindustrie en rijke families bouwden hoge torens op hun statige palazzo’s. Als statussymbool – hoe hoger de toren, hoe machtiger de familie – en om zich te beschermen als het volk in opstand kwam.

De skyline van Bologna telde in deze tijd minstens 100 torens. Tegenwoordig zijn er nog 20 over, waarvan de Due Torri het meest bekend zijn. In de schaduw van deze hellende torens fietsen de renners tussen duizenden enthousiaste bezoekers het historisch centrum uit om de torenhoge verwachtingen waar te maken.
2. Snel langs Salaborsa
Gelanceerd door de Due Torri, rijden de renners op hoge snelheid langs Palazzo Re Enzo, dat met zijn kantelen, hoge muren en kleine ramen veel weg heeft van een kasteel. Vervolgens flitst Piazza del Nettuno voorbij.

Hopelijk blijven de renners bij de les en laten zij zich niet afleiden door de erotisch getinte Neptunusfonein op dit populaire plein. Uit de borsten van de zeemeerminnen spuit water en wanneer je op een bepaalde tegel staat, lijkt de duim van Neptunus ook ergens anders op.

Gelukkig duikt vervolgens stadsbibliotheek Salaborsa op.

Het palazzo is in de 13de eeuw gebouwd als onderdeel van het stadhuis en de hoge muren beschermen de renners tegen de warme Italiaanse zon. Salaborsa kent een bewogen geschiedenis en deed onder andere dienst als basketbalhal en beurszaal (daar verwijst de naam Salaborsa ook naar).

Tegenwoordig is het gebouw met zijn rode stenen en donkerrode luiken gerenoveerd en vanbinnen een mengeling van oude elementen en moderne architectuur en felle kleuren. Maar buiten overheerst het roze: de diep over hun stuur gebogen renners vliegen over de vierkante straatstenen voorbij. De lange rechte weg Via San Felice wacht.
3. Op naar het marmer van monumentaal Certosa
Via de kleine groentewinkels, kunstgalerieën, verborgen kerken en vele koffiebarretjes van de Via San Felice bereiken de renners de middeleeuwse stadspoort Porta San Felice met indrukwekkend grote stenen en hoge bogen. De poort staat op een kruispunt en wijst renners de weg: hier naar links.

De straten worden breder en de eerste twee kilometer zitten er bijna op. Door de buitenwijken van Bologna koersen de renners naar een rustiger deel van de stad. Na een paar kilometer wordt het aan de linkerkant steeds groener en duikt een stenen muur op.

Achter deze muur geen juichende toeschouwers en roze vlaggen. Hier heersen illustere Bolognese families uit het verleden en velden vol graven van soldaten die gesneuveld zijn, onder andere in de Tweede Wereldoorlog. De 18de-eeuwse begraafplaats Certosa is met zijn kilometerslange kruisgangen en hoge ruimtes met marmeren tombes een stad op zich.

En dat is niet alles. Ondergronds loopt een schaars verlicht gangenstelsel met eindeloze kasten. In de vakken wordt de as van overledenen bewaard. Een indrukwekkende bezienswaardigheid voor bezoekers met tijd. Die de renners niet hebben. Want overal op Certosa is de heuvel Colle della Guardia te zien. San Luca wacht…
4. Vliegensvlug naar het voetbalstadion
De brede weg die langs Certosa loopt, is ideaal voor de renners om vaart te maken. Links flitst de kerk van San Girolamo voorbij. Deze kerk staat in het midden van de begraafplaats en is prachtig gedecoreerd met fresco’s en schilderijen.

Schietgebedjes vanuit het zadel met het verzoek om nog harder te kunnen fietsen, zijn hier in goede handen. Er mogen ook kruizen geslagen worden, als de renners hun handen maar aan het stuur hebben wanneer de rotonde Rotonda Luciano Romagnoli in zicht komt. De ongeduldige en opvliegende Italiaanse autochauffeurs die hier de dienst uitmaken, hebben plaatsgemaakt voor cameraploegen, agenten en veel roze toeschouwers.
Het parcours blijft vlak en wanneer de renners de Via della Barca inslaan, kan de 5 kilometer bijna aangetikt worden. Aan de linkerkant steken de lichtmasten van het historische voetbalstadion Stadio Renata dall’Aria boven de daken van de gele, oranje, rode en roze palazzo’s uit. Hier speelt FC Bologna haar wedstrijden, hartstochtelijk toegejuicht door bijna veertigduizend toeschouwers.
Vandaag staan de toeschouwers echter langs de kant van de weg te juichen voor Tom Dumoulin en – chauvinisme is Italianen niet vreemd – Vincenzo Nibali. Nog één scherpe bocht en een eindeloze zuilengalerij zal voor de mannen opdoemen…

5. De 666 bogen van de langste portico ter wereld
Zes kilometer na de start duikt namelijk de indrukwekkende zandkleurige 18de-eeuwse poort die over de weg loopt op: de Arco del Meloncello. Deze poort markeert het begin van de klim naar de top van de Colle della Guardia.
De renners volgen hier de autoweg – met een stijgingspercentage van 11 tot 18 procent – die langs de langste portico ter wereld loopt. Deze overdekte vierkilometer lange zuilengalerij begint in het centrum en bestaat uit 666 bogen. Elke boog is genummerd: handig voor de renners om bij te houden of de eindstreep nadert.
De geschiedenis van deze portico – die de renners hoogstwaarschijnlijk ontgaat – gaat terug tot 1674. Het stadsbestuur vond dat pelgrims en kerkgangers op een waardige manier de kerk Madonna di San Luca op de top van de heuvel moesten kunnen bereiken.
Sindsdien kronkelt deze portico als een rode slang door de groene heuvels. Tegenwoordig gebruiken de inwoners de trappen als hardlooproute en als zondagse wandeling voor gezinnen. ‘De klim naar San Luca’ is een begrip onder Bolognezen en de renners zullen ervaren waarom…

6. Finish met Madonna
Bij een spectaculaire eerste etappe hoort een passende finish. Waarschijnlijk heeft de organisatie van de Giro hier niet lang over na hoeven denken. De rode ronde kerk van Madonna di San Luca is een van de belangrijkste iconen van de stad en zeer geliefd onder inwoners.
In de kerk staat het Madonna-beeld dat een pelgrim in de 12de eeuw vanuit Istanboel – toen Constantinopel – meebracht. Aldus de legende. Het beeld verdiende een kapel en later een kerk. Het beeld van Madonna is nog steeds in deze kerk te bewonderen, maar het marmer, de fresco’s en de gouden decoraties zijn minstens zo indrukwekkend.

Hopelijk helpt Madonna de renners om de laatste meters van de slotklim af te leggen. Boven wacht behalve een mooie kerk ook een prachtig uitzicht over de rode daken van de stad, waar deze weken de roze koorts heerst.
Het parcours strekt zich onder de renners uit en de Due Torri, Certosa en het voetbalstadion zijn duidelijk te zien. Na een sightseeing in recordtijd door de straten van Bologna is de jacht op de roze trui geopend.
En wie deze trui in 2019 als eerste om zijn schouders hangt en zich Koning van San Luca en de Grande Partenza da Bologna mag noemen, dat weten we over een paar weken.

Benieuwd naar meer mooie plekken in Bologna? Lees dan ook de 10 mooiste plekken in Bologna.
One Comment
Leave a ReplyOne Ping
Pingback:Column: Cuneo, in het spoor van Fausto Coppi - DitIsItalie.nl