Over de Noord-Italiaanse stad Bologna zijn honderden verhalen te vertellen. En dat al eeuwenlang. Die geschiedenis dankt de stad aan haar gunstige geografische ligging op een kruispunt van middeleeuwse handelsroutes. Tegenwoordig zijn steden als Milaan, Florence, Verona en Parma zelfs binnen een uur te bereiken en ben je ook vanuit Nederland met iets meer dan een uur vliegen in de oudste studentenstad ter wereld.

Voor wie Venetië en Rome en de bijbehorende drukte en toeristen al kent en op zoek is naar een stad die door toeristen pas recentelijk is ontdekt, zijn de 20 middeleeuwse torens, de 40 kilometer lange zuilengalerijen, en de tortellini en mortadella een welkome afwisseling. Nog niet helemaal overtuigd? Lees dan verder over het water dat onder stad loopt en de wereldberoemde universiteit die sinds 1088 de stad haar linkse karakter geeft.

Europa’s eerste universiteitsstad
Bologna wordt ook wel de Geleerde (la Dotta) genoemd, dankzij zijn universiteit: de oudste nog functionerende van Europa. De eerste ‘scholen’ werden opgericht in 1088 en in 1158 verklaarde Barbarossa, de keizer van het Heilige Roomse Rijk, de universiteit onafhankelijk. Dit was uniek, want ‘scholen’ waren tot dan toe verbonden aan kerken.
De aantrekkingskracht op – linkse – studenten was enorm. Daarom is een andere bijnaam van Bologna de Rooie (la Rossa). De ontwikkeling van de universiteit heeft in grote mate bijgedragen aan de Gouden Eeuw van Bologna (de 13de eeuw) en de aanblik van het historisch centrum van tegenwoordig.
Overal in het centrum zijn faculteiten, studentenkroegen, bibliotheken en universiteitsmusea te vinden. De originele bouw is vaak goed bewaard gebleven en de brede stenen trappen, de harde houten banken en fresco’s op de gangen brengen je even terug naar de middeleeuwen.

De Gouden Eeuw van Bologna
Dankzij de gunstige ligging op handelsroutes en zijn bijdehante inwoners – weer die studenten – groeide Bologna in de 13de eeuw uit tot een van de grootste steden van Europa. De zijdehandel bloeide als nooit te voren door een ingenieus netwerk van kleine kanaaltjes dat overal door de stad liep.
Op die manier werden tientallen watermolens van energie voorzien die gebruikt werd om zijde en textiel te produceren. Een deel van die kanaaltjes is gedempt, maar een aantal loopt nog steeds onder de stad door en is op sommige plekken zelfs zichtbaar en zeer fotogeniek (‘Klein Venetië’).
De 120 torens die in Bologna’s Gouden Eeuw de skyline van de stad bepaalden – waarvan er 20 dat tegenwoordig nog steeds doen – zijn in dezelfde periode gebouwd. Rijke edelen bouwden woon- en verdedigingstorens die een belangrijk statussymbool vormden: hoe hoger de toren, des te rijker de heer. En dat zie je nog steeds!

Portico’s
Ook in het najaar is Bologna een goede bestemming om een paar dagen rond te wandelen. Je loopt er namelijk altijd droog, met dank aan de portico’s: de middeleeuwse zuilengalerijen met hoge pilaren die overal in de stad langs de straat lopen.
De portico’s van Bologna hebben gezamenlijk een lengte van zo’n 38 kilometer. Maar geen enkele is hetzelfde: sommige zijn heel hoog en gemaakt van hout, andere zijn van steen en rijk gedecoreerd met fresco’s. Ook de portico’s zijn gebouwd in de 13de eeuw.
Inwoners wilden hun huizen uitbreiden, maar het stadsbestuur stond niet toe dat dit ten koste zou gaan van de straten. Het was echter wel toegestaan om over de straat heen te bouwen als de bebouwing maar hoog genoeg was om er te paard onderdoor te rijden: zo ontstonden de portico’s die binnenkort op de Werelderfgoedlijst van UNESCO terug te vinden zijn.

De buik van Italië
Dat je in Italië geweldig kunt eten, is niets nieuws. Maar als een stad zowel de Buik van Italië als de Vette (la Grassa) wordt genoemd, klinkt dat veelbelovend. En terecht. De vindingrijkheid van de Bolognezen beperkt zich namelijk niet tot middeleeuwse kanalen of tot Ferrari’s en autobanden. De stad is ook de bakermat van tagliatelle al ragù (waag het niet dit gerecht te verwarren met spaghetti Bolognese), tortellini en mortadella. Het historisch centrum is bezaaid met kleine eetzaakjes, trattoria’s en koffiebars.
Wie op zomeravonden door het oude marktdistrict (het Quadrilatero) loopt op zoek naar een vrij tafeltje, begrijpt Bologna’s bijnamen onmiddellijk. De smeuïge saus van de tagliattelle al ragù, de geurige bouillon van de tortellini in brodo of een plank met Italiaanse kazen en mortadella – uiteraard met een glas wijn – maken het onmogelijk om de lunch en het avondeten niet tot hoogtepunten van de dag te bestempelen.

Praktische informatie
Bologna heeft ongeveer 385.000 inwoners en is de hoofdstad van de regio Emilia-Romagna. De stad is per vliegtuig goed bereikbaar vanuit Amsterdam, Weeze en Eindhoven. Eventueel kun je op Milaan vliegen en dan de trein nemen (ongeveer een uur).
In vergelijking met de rest van Italië gaat het Bologna economisch gezien meestal voor de wind, wat terug te zien is in de prijzen. Koffie en pastagerechten zijn goedkoper dan in Nederland, maar dat zijn uitzonderingen.
Voor overnachtingen kun je het beste kijken op booking.com of AirBnB. Alle accommodaties en bezienswaardigheden binnen de ringweg zijn op loopafstand, al zijn goede wandelschoenen wel handig. Op Piazza Maggiore bevindt zich een toeristisch informatiepunt met ruime openingstijden en Engelssprekende medewerkers.
💡Tip: lees ook de artikelen met de 10 mooiste plekken in Bologna én de 10 mooiste plekken in de regio Emilia-Romagna.

Meer verhalen over Bologna zijn te vinden op de Nederlandse website www.thebestofbologna.com.
Comments