Annemart Pilon verbleef tweemaal een jaar in Napels. Eenmaal als au pair na de middelbare school en een jaar tijdens haar studie Italiaans aan de Universiteit van Leiden. Zo leerde ze de stad goed kennen.
Na haar studie volgde ze de masteropleiding tot literair vertaler in Utrecht en deed daarnaast verschillende vertaalworkshops. Ze kreeg een Talentbeurs van het Nederlands Letterenfonds en pitchte verschillende Napolitaanse boeken bij Nederlandse uitgevers.
Soms kan een uitgever zich dan oriënteren met een beschikbare Engelse vertaling, maar soms moeten ze ook af op het enthousiasme van een kenner, in dit geval de italianist Pilon.
Onlangs kwamen zo bij Uitgeverij HetMoet twee boeken uit van Erri De Luca. Bij Uitgeverij Van Oorschot verscheen de Nederlandse editie Malacqua, ook gesitueerd in Napels, maar dan al in 1977 geschreven door Nicola Pugliese, die in zijn leven slechts één indrukwekkende roman schreef en zich daarna terugtrok als literair auteur.
Annemart Pilon vertaalde de boeken. Ik las haar vertalingen van Erri De Luca.
Autofictie gesitueerd in Napels
Het eerste boek dat bij HetMoet verscheen is De dag voordat het geluk kwam. Echt een verhaal dat je meeneemt naar het Napels van net na de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon is een jonge jongen die zijn ouders verliest en wordt grootgebracht door Gaetano. Een prachtig en ontroerend eenvoudig verhaal.
Het tweede boek heet Niet nu, niet hier en is het debuut van De Luca en een autobiografie die vooral over zijn kindertijd gaat. Je leert hierin De Luca kennen als een bescheiden, rustige en poëtische man.
De uitgever noemt het boek ‘autofictie’ omdat er ook fictieve elementen in zitten. De Luca kijkt vanuit het inzicht van nu terug naar het verleden en geeft daardoor woorden aan de ervaringen van zijn jeugd. Het gaat dan met name over zijn geluk in de armoedige tijd van zijn leven in een donker steegje in Napels en waarom hij zich minder gelukkig voelde in een groot palazzo, toen zijn ouders wat meer geld kregen en verhuisden. Daarover vertelt hij in een lange brief aan zijn moeder.
Ook gaat het over een jeugdvriend die overlijdt, en later over het ziektebed van zijn vrouw. Toen hij 18 was, rond de tijd van de studentenprotesten van 1968, verliet hij Napels en ging hij naar Rome. De Luca werkte lange tijd in de bouw voordat hij schrijver werd op het eind van zijn dertiger jaren. Ook was hij in die tijd verbonden met de strijd van de vakbond, maar daarover gaat dit boek niet.
Raadselachtige stiltes
In zijn jeugd voelde De Luca vaak de behoefte om stil te zijn of dingen niet te zeggen en op latere leeftijd kan hij dan verklaren waarom dat zo was, waar dat vandaan kwam. Hij was een stotteraar. Pilon en ik waren het erover eens dat De Luca dingen een beetje kan omdenken en een originele kijk heeft.
edereen zal in zijn leven een verhaal moeten maken van moeilijke of vervelende dingen die je overkomen en de kunst is om uiteindelijk tot een soort positieve slotsom te komen. Het boek zet je daarover aan het denken, aan de hand van De Luca’s eigen verhaal.
Voor de Napolitaanse schrijver is praten een handeling waar je niet zoveel invloed op hebt, maar als hij schrijft kiest hij zelf zijn woorden. Soms moet je echt even laten bezinken wat je leest, omdat je voelt dat er een soort waarheid wordt verteld, maar dat je even de tijd moet nemen om die te begrijpen.
Pilon nam af en toe contact op met De Luca om te vragen naar hoe hij iets bedoelt. Bijvoorbeeld: ‘Intenties zijn sommige mensen niet gunstig gezind, enkel toeval lacht hen toe.’ De stilte kan volgens De Luca het toeval helpen.
Dit soort zinnen zijn best raadselachtig of poëtisch, maar daarmee laat de schrijver ook veel ruimte aan de lezer, door de stiltes die de schrijver voelt en daarin laat vallen. Het nodigt daarmee uit tot slow reading.
Puzzelen met woorden
Pilon: ‘Als er in het origineel iets merkwaardigs staat, is de vertaling vaak ook een beetje raar.’
Zo gingen wij in gesprek over de zin: ‘Quando il sangue faceva un ultimo tuffo nel petto e scappava dal cuore chiuso, avevi finito.’
Dat werd in de vertaling:
‘Je was pas klaar met vertellen wanneer mijn bloed een laatste keer in mijn borst opwelde en aan mijn gesloten hart ontglipte.’
Zijn (de ik-figuur) hart sloeg over toen zijn moeder hem zware dingen vertelde, dat is de context. Daar voelde hij een soort spanning bij waarbij dat bloed omhoog steeg. Letterlijk staat er dan: mijn bloed maakte een laatste duik in mijn borst, maar het gaat over de spanning en ontspanning van het hart dat daardoor bloed vasthoudt of niet, zo blijkt bij nadere lezing van de context.
Kun je niet schrijven dat dat bloed een duik maakte, zou dat een betere oplossing zijn? Hoe vreemd mag een vertaling zijn bij een poëtisch origineel? Pilon koos voor het woord ‘opwellen’, dat heeft iets vloeibaars wat je kunt associëren met dat bloed, maar suggereert ook de fysieke impuls van de ‘tuffo’ (duik).
Het was leuk om zo in gesprek te gaan over enkele zinnen in dat boek. Vertalen is begrijpen, het betekent vaak teruglezen om de context of intentie te begrijpen van een zin.
Pilon heeft vaak dat ze over één zin meerdere dagen doet. Ze maakt een stuk van de vertaling en de volgende dag als ze verder gaat, leest ze eerst terug wat ze de vorige dag heeft gedaan en maakt dan al vaak meteen een eerste revisie.
Juist omdat de context van een zin zo belangrijk is voor de betekenis. En dat komt dan de kwaliteit van een vertaling ten goede.
De dag voordat het geluk kwam
door: Erri De Luca, vertaald door: Annemart Pilon
149 blz.
€ 23,50 (harde kaft, ook verkrijgbaar als e-book voor € 6,99)
Uitgeverij HetMoet, juni 2022
ISBN 9789083206028
Niet nu, niet hier
door: Erri De Luca, vertaald door: Annemart Pilon
132 blz.
€ 22,50 (harde kaft, ook verkrijgbaar als e-book voor € 6,99)
Uitgeverij HetMoet, augustus 2023
ISBN 9789083206073
Malacqua
door: Nicola Pugliese, vertaald door: Annemart Pilon
168 blz.
€ 22,50 (harde kaft, ook verkrijgbaar als e-book voor € 13,50)
Uitgeverij Van Oorschot, juni 2023
ISBN 9789028232013
Comments