Dit is het 7de deel van een 10-delige serie over hoe ik er 20 jaar over deed om gecertificeerd docent Italiaans te worden. In deel 6 kon je lezen hoe mijn 2 maanden in de Eeuwige Stad waren en hoe ik afstudeerde voor mijn bachelor Taal- en Cultuurstudies in Utrecht. In dit blog kun je lezen hoe ik een B2-niveau verwierf en docente Italiaans werd.
Op B2-niveau ga je beginnen met het lezen van romans in het Italiaans, maar dit kost dan nog veel tijd en moeite. Alle grammatica die je dan hebt geleerd ga je langzamerhand leren toepassen in het spreken en het schrijven. Het is het niveau dat je vandaag de dag nodig hebt om aan een Italiaanse universiteit te mogen studeren.
Ode aan Bonardi
In de tijd dat ik begon met mijn 2-jarige masteropleiding om docent geschiedenis te worden was er in Amsterdam een Italiaanse boekhandel. Daar ging ik af en toe heen voor Italiaanse boeken. Ik was begonnen met het lezen van Italiaanse romans, in het Italiaans nadat ik bij een boekhandel in Brussel 2 winnaars van de Premio Strega (de belangrijkste literaire prijs van Italië) had meegenomen.
Come Dio comanda, van Niccolò Ammaniti en La solitudine dei numeri primi, van Paolo Giordano. Die had ik verslonden en ik kwam er achter dat het lezen in het Italiaans me makkelijker afging nu ik B1 en de conjunctief had afgerond.
Bij die boekhandel in Amsterdam was er altijd iemand met boekentips en ik vond het heerlijk om daar een uur te grasduinen. Ik ging verschillende boeken lezen, genoot daar enorm van en verdiepte me verder in de Italiaanse literatuur. Soms las ik dan met een woordenboek bij de hand, maar vaker haalde ik de betekenis uit de context. Het is jammer dat die boekhandel er niet meer is.
Ik denk dat in deze fase mijn boekenliefde me naar het volgende niveau heeft gesleept. Ik hield als kind ook heel veel van lezen en als je psychisch niet lekker in je vel zit, is het gewoon een goed idee om iets te doen wat je als kind ook fijn vond om te doen. In mijn geval was dat lezen. En dat komt heel goed uit als je een taal leert.
B2: lezen, lezen, lezen
Tijdens het eerste jaar van mijn masteropleiding heb ik me ingeschreven voor Italiaans IV als keuzevak. Dat paste helemaal niet in het geschiedeniscurriculum van mijn masteropleiding, maar het mocht wel gewoon, dus dacht ik die B2 even mee te pakken. Voor het vak moesten we veel lezen en daar dan over schrijven en discussiëren. Kilometers maken dus.
De vakken over Italiaanse literatuur heb ik nooit gevolgd, omdat mijn primaire studie toch geschiedenis was, maar ondertussen las ik in mijn vrije tijd wel Petrarca, Guareschi, Macchiavelli, Pirandello en Malaparte. Vertalingen, maar ook Italiaanse edities.

Op een dag was er ook een soort boekenmarkt van een Italiaanse studievereniging. Daar heb ik toen boeken op de kop getikt van Bocaccio (Il decamerone) en Pasolini (Ragazzi di Vita). Bocaccio werd later door een collegadocent Geschiedenis eens neergezet als ‘vieze boekjes die haar vader las’, omdat er nogal klucht-achtige seksueel getinte scènes in zitten, maar het is ook gewoon een middeleeuwse klassieker.
Tijdens mijn bachelor opleiding heb ik een keer Teorema gezien van Pasolini, een heel heftige film over een jongeman die in een gezin komt wonen en dan gaat aanpappen met elk afzonderlijk gezinslid. Pasolini was een zeer omstreden figuur in Italië en hij is uiteindelijk vermoord.
Onlangs, in 2022 las ik een graphic novel over hem, van Davide Toffolo. Deze striptekenaar is gefascineerd door het leven van Pasolini en gaat in zijn verhaal de dialoog aan met de overleden schrijver. Ook ging ik later nog eens Mamma Roma bekijken. Een prachtige film die door Pasolini is geregisseerd en waar de geweldige actrice Anna Magnani in speelt.
Die film maakte ook echt veel indruk op mij. Ik ging ook meer Italiaanse films kijken en legde een ware Italiaanse filmcollectie aan. Scola, Fellini, Antonioni, Archibugi, Tullio Giordana, Benigni enzovoorts.

Ik studeerde na 2 jaar af aan mijn masteropleiding
Het 2de jaar bestond uit stage lopen op middelbare scholen. In eerste instantie had ik mij opgegeven voor de internationale variant en zou ik een buitenlandse school gaan bezoeken voor een halfjaar. Maar toen ben ik, na overleg met mijn vriend, toch naar de studieadviseur gegaan om op te biechten dat ik psychoses had gehad en dat studeren of werken in het buitenland wel vaak leuk lijkt, maar niet altijd verstandig is met een psychosegevoeligheid. Ik ging dus gewoon stagelopen in Zeist en in Doorn bij Nederlandse middelbare scholen.
Mijn specialisatie was de oudheid
En dan vooral de Romeinse oudheid. Ik wist eigenlijk niet heel veel van moderne geschiedenis. Daar kwam ik al snel achter bij het lopen van mijn stages. Dit was geen probleem in de onderbouw, maar in de bovenbouw van de middelbare school is het toch wel handig als je een beetje vlot kunt vertellen over andere periodes dan de oudheid.
Als ik in vwo-4 los mocht over Romeinse geschiedenis, vond ik dat heerlijk. Maar de oudheid is in Nederland maar 1 van de 10 tijdvakken. Dus als het over prinsgezinden of de Republiek ging, dan moest ik me daar enorm voor inlezen. Ook had ik geen natuurlijk overwicht bij de pubers. Dat was gewoon keihard werken. Dat is het voor veel beginnende docenten, overigens. Een derde van de docenten stopt binnen 5 jaar.
Docent Italiaans gezocht
Toen ik klaar was met mijn master en wilde beginnen met mijn eerste baan zag ik dat de Volksuniversiteit van Gouda een docent Italiaans zocht. Ik solliciteerde en werd ook daar aangenomen en ging tegelijkertijd aan de slag als docente geschiedenis op een middelbare school in Baarn en als docente Italiaans aan de Volksuniversiteit in Gouda.
In het volgende deel vertel ik je meer over mijn eerste ervaring in het onderwijs en hoe de studie van het Italiaans me op de been hield in moeilijke tijden.
Comments