Zie hier, 7 onverwachte Italiaanse eet- en drinkgewoontes. Ken jij ze allemaal al?
1. Caffè
Italië is het land van de koffie, want als je aan echt lekkere koffie denkt, dan denk je aan espresso en cappuccino. Goede koffie komt van Lavazza, Segafredo of Illy en andere Italiaanse merken en wordt bereid in espressoapparaten van DeLonghi, Pavoni, Bialetti. Maar… de Italiaan drinkt zelf helemaal niet zoveel koffie.

De Nederlandse cultuur van het rondje koffie aan het begin van elke visite, bezoekje, bespreking, afspraak privé of op kantoor bestaat gewoonweg niet. Tot onze eigen verbazing zeggen Italianen die bij ons bezoek komen in 95% van de gevallen nee als we ze een kopje koffie aanbieden. Ze hebben dan net ontbeten of geluncht en daar past precies één kopje espresso bij, niet meer.
Pas ’s avonds nemen ze er na de cena misschien nog een. Te veel koffie is ongezond want het pleegt een aanslag op de o zo gevoelige Italiaanse maag. Als we ze vertellen dat wij vroeger op kantoor rustig 10 tot 20 koppen koffie achteroversloegen, kijken ze je geschrokken aan en roepen: dat je dat overleefd hebt! Je moet wel een ijzeren maag hebben!
In Italië is koffiedrinken een kwestie van kwaliteit in plaats van kwantiteit.
2. Birra
Italië is ook het land van de wijn. En die drinken de Italianen wél in grote hoeveelheden. Kennelijk kan de gevoelige maag daar wel goed tegen (en de lever doet er niet toe?). Wijn bij het eten is, met water, standaard.

Behalve bij… pizza. Bij pizza drinken Italianen in het merendeel van de gevallen bier. Nu beschouwt men het eten van een pizza ook als iets anders dan echt dineren. In een restaurant maakt men ook vaak onderscheid tussen pizza en cucina, met soms zelfs aparte menukaarten.
Pizza eten doe je voor de gezelligheid en samen met collega’s, met je sportteam of zangkoor en dergelijke, waarvoor wij meestal een ’borrel’ organiseren. Gelukkig kijkt de ober je niet gek aan wanneer je toch, zoals wij, bij de pizza wijn bestelt. Het is kennelijk toch een gradatie minder erg dan de beroemde cappuccino na elf uur ’s ochtends.
3. Cucina
Ga je toch niet voor de pizza maar voor de ’keuken’ dan kun je, uiteraard, kiezen uit de bekende antipasti, de pasta’s, risotto’s en gnocchi en daarna voor vlees of vis met een eventuele contorno van groente of aardappel en tenslotte het toetje en… de espresso met eventueel een digestivo.
Pas na een flinke tijd hier gewoond te hebben realiseerden we ons dat ’uit eten gaan’ voor een Italiaan totaal iets anders is dan voor een Nederlander. Waar wij noordelingen buiten de deur vrijwel altijd een vreemde keuken kiezen (een echt Nederlandse is er ook nauwelijks), eet de Italiaan buiten de deur nagenoeg altijd Italiaans!
Grote steden met hippe sushi-zaken en de enkele hamburgertent daargelaten. Vandaar dat Italianen ook zo kritisch zijn op wat de chef hun voorschotelt! Ze eten hun hele leven hetzelfde eten, dat wat vooral la mamma en la nonna zo goed kunnen.
De Italiaanse recensies van de lekkerbekken op Google, TripAdvisor en dergelijk zijn vaak ook ellenlang: elke schotel en elk detail wordt er (kritisch) belicht. Een restaurateur heeft het daarom niet gemakkelijk en kan maar beter een dikke huid ontwikkelen.
4. Insalata russa
In de regio in Noord-Italië bestaat de antipasto bij een diner of zondagslunch uit een keur aan vaste kleine schotels: de lokale vleeswaren, een frittata, omelet, wat agrodolce, zoetzure ingemaakte groente, en, meestal, verrassend genoeg voor ons, een zelfgemaakte insalata russa, huzarensalade.

Onze vriend Roberto heeft het in zijn jeugd bij alle diners van feesten en partijen zo vaak moeten eten dat hij het niet meer kan luchten of zien. Wij wel. Lekker, die smeuïge aardappel-groentepasta met mayonaise! Geef jouw portie maar aan ons, Roberto.
5. Colazione
Het traditionele Nederlandse ontbijt (en dito lunch) van boterham met beleg en thee, melk of koffie kent men in Italië niet. Een snelle espresso en een brioche of cornetto in een bar is bijna standaard.

In een B&B krijg je meestal een selectie van zoete cakejes en andere zware taartjes voorgezet. De Nederlandse keur aan vleeswaren vind je dan ook niet gauw. In Italië heb je ham (rauw of gekookt), coppa (procureursspek), bresaola (soort rookvlees), mortadella (soort boterhamworst), en speck.
Heel wat beperkter dan in Nederland met wel 55 soorten vleesbeleg. Daar staat tegenover dat je in Italië een onoverzienbare hoeveelheid kaassoorten kan vinden. Die de Italiaan natuurlijk niet op een boterham legt.
6. Specialità
Italianen zijn trots op hun eigen producten, vooral als ze uit de eigen streek komen. Maar er zijn ook vaste landelijke producten die iedereen kent en die de crème de la crème zijn. Deze producten zijn met hun naam onlosmakelijk verbonden met de plaats waar de beste versie vandaan komt.
Grappig om die begrippen te horen als je net in Italië bent. Als je echt goede rauwe ham wil dan koop je natuurlijk de prosciutto crudo di Parma, wil je dè focaccia dan neem je de focaccia di Recco uit Ligurië, rode uien heb je in soorten en maten maar de echte zijn de cipolle rosse di Tropea, Calabrië. Iedereen kent de balsamico di Modena, de tartufo nero di Norcia, maar er zijn ook de artisjok en de asperge uit Albenga. De knoflook moet uit Vessalico komen, de saffraan uit Campiglia en de basilicum uit Prà, voor de echte pesto genovese. Enzovoort, enzovoort.
7. Pasticceria
Fare bella figura, goed voor de dag komen, daar is het Italiaanse openbare leven mee doortrokken. En dan gaan het niet alleen om de kleding, maar ook om beleefdheid en goede manieren.

Ga je naar een verjaardag of gewoon op een bezoek dan neem je natuurlijk iets speciaals mee, en uitstekende wijn of een keus uit de heerlijke Italiaanse gebakswaar. Iedereen die de etalage van een pasticceria wel eens bekeken heeft, weet dat de Italiaanse bakkers echte juweeltjes weten te creëren.
Goedkoop is het meestal niet, maar des te più bella la figura. Dus als je een keurige geklede Italiaan over straat ziet lopen met een witte kartonnen gebaksdoos als een offerande op zijn vlakke handen voor zich, dan weet je het: die gaat goede sier maken!
Comments