Toen ik drie jaar geleden voor het eerst de familie van mijn Napolitaanse vriend ging bezoeken, verwachtte ik een stel norse, traditionele Italianen die het niet zo hadden op dat nieuwe Nederlandse vriendinnetje van moeders enige zoon. Maar in plaats daarvan werd ik verwelkomd met een grote warme knuffel en een bord dampende penne carbonara.
Nu zijn we drie jaar verder en is Pozzuoli als een tweede thuis. In elke vakantie die ik heb vlieg ik terug naar het appartement in het gelige flatje waar mijn vriend met zijn alleenstaande moeder woont. Ik doe boodschappen voor ze, kijk met ze naar de dagelijkse Napolitaanse versie van Goede Tijden, Slechte Tijden, en heb al tientallen borden pasta en pizza verslonden.
Hoge hakken en perfect gestyled haar
Natuurlijk blijven er de culturele verschillen waarmee we soms botsen. Zo is het typische Napolitaanse meisje erg bezig met haar uiterlijk, terwijl ik niks moet hebben van bijvoorbeeld make-up en het perfect gestylede haar waar veel vrouwen hier mee rondlopen.
‘Je moet wel mooie hoge hakken kopen! Die gympjes kunnen niet meer,’ riep mijn schoonmoeder, toen we het hadden over de aankomende bruiloft van neef Mauro. ‘Maar draag wel lage hakjes, anders steek je nóg verder boven iedereen uit. En doe wat make-up op, anders val je zo uit de toon.’ Ik knik gehoorzamend. Ja, mamma.
Harde risotto
Verder is het ook echt een groot schandaal dat ik op mijn leeftijd nog steeds niet weet hoe ik goede spaghetti moet bereiden. ‘Ik kan wel risotto maken!’ verdedigde ik mezelf. Enthousiast smeet ik wat rijst in een pan en haalde ik worsten uit de vriezer. Ik vertelde er maar niet bij dat het de manier was hoe mijn oer-Hollandse vader het altijd maakt.
Maar de risotto had geen succes: de rijst was niet goed gekookt en het vlees niet goed doorgebakken. ‘En die plakjes courgette erin, wáárom zou je dat in hemelsnaam in een risotto stoppen?’ riep mijn vriend uit. Teleurgesteld keek ik naar het hoopje witte rijst in de pan. Mijn schoonmoeder keek me glimlachend aan. ‘De volgende keer ga ik je leren koken. Dan kan je perfecte pasta’s voor ons klaarmaken!’
Ci vediamo
Ondanks dat ik niet kan koken, kan mijn nieuwe Italiaanse familie me volgens mij best waarderen met mijn gekke Nederlandse gewoontes. ‘Je bent altijd welkom in ons huis,’ zegt mijn schoonmoeder, als ik op het punt sta weer terug te keren naar de lage landen, omdat de school helaas weer begint. Ze knijpt zachtjes in mijn handen. ‘La porta e sempre aperta per te’, de deur staat altijd voor je open. ‘Maar zorg wel dat je de volgende keer wat beter Italiaans spreekt. Anders kom je er niet meer in.’
Ja, mamma.
Foto boven perfecte schoondochter Marit en haar Napolitaanse vriend: Marit Bruinsma
Comments