Ik behoor tot de gelukkigen die de beroemdste film van de Italiaanse regisseur Ettore Scola, Una giornata particolare (een bijzondere dag), vlak na het verschijnen ervan hebben kunnen zien.
In 1978 was ik, achttien jaar oud, nog net niet uit de kast en dus geobsedeerd door alles (het weinige!) dat in het publieke domein (tv, radio, kranten) ook maar de kleinste verwijzing naar het verschijnsel homoseksualiteit bevatte.
Knaloranje tv
Internet was er nog niet en dus leende ik uit de openbare bibliotheek besmuikt een groen boekje van de psycholoog F. Sanders over het leren begrijpen en accepteren van homoseksualiteit. Via de radio luisterde ik met rode, tegen de speakers aangedrukte oortjes (het volume draaide ik uit schaamte zo laag mogelijk) naar de provocerende teksten van Robert Long. Op tv was er een driedelige serie over een homoseksuele leraar onder de titel Hoera een homo, waar ik ook weer stiekem (geluid zacht, vinger op de aan-uitknop) naar keek via de kleine knaloranje draagbare tv die ik op mijn kamer had. De ontvangst was slecht want het signaal moest binnenkomen via de opvouwbare antennespriet die op het toestel gemonteerd was. Gehinderd door ruis en sneeuw probeerde ik het verhaal te volgen en de bevestiging te krijgen dat het niet erg was om homo te zijn. Het waren andere tijden.
Latin lover
Ik moest en zou de film Una giornata particolare zien, omdat er in elke vooraankondiging voorzichtig gewag werd gemaakt van de in de Tweede Wereldoorlog als perversiteit beschouwde geaardheid van de hoofdpersoon. Dat nu uitgerekend Marcello Mastroianni, de Italiaanse latin lover bij uitstek (hoewel hij zelf een hekel aan die bijnaam had) de rol van de lichtelijk verwijfde homo Gabriele speelde, droeg voor het nog niet aan homoseksualiteit gewende publiek extra bij aan het gevoel van sensatie. Hoe gevoelig het onderwerp destijds nog lag, is na te lezen in de recensie van De Telegraaf uit 1978 waarin men het benoemen van de geaardheid van de hoofdpersoon listig wist te omzeilen. Andere dagbladen hadden er gelukkig minder moeite mee.
Hoe goed was de film echt?
Laatst, ter gelegenheid van het overlijden van de regisseur, zag ik de film weer terug. In de loop der tijd had ik mijn oordeel over de film geleidelijk afgewaardeerd omdat ik mijn enthousiasme van destijds toeschreef aan mijn toen nog onderdrukte strijdbaarheid en behoefte aan identificatie (alleen in het duister van de filmzaal, dat wel). Hoe goed was die film nou eigenlijk echt? Was het geen goedbedoeld feelgood-drama zonder diepgang? We gingen het zien.
Al in het eerste, onwaarschijnlijk lange shot maakt de regisseur Ettore Scola duidelijk waar het in zijn film om te doen is: het tegenover elkaar stellen van twee levenshoudingen. Die van de mens als lid van een groep waarvan alle leden op straffe van uitstoting verondersteld worden gelijk te zijn, te denken en te handelen. En die van de mens als individu: uniek, kwetsbaar en feilbaar, maar vooral ook in staat tot wederzijds begrip, medemenselijkheid en, welja, liefde.
Prachtig gespeeld
We zien Gabriele, als een van de weinigen achtergebleven in de woonkazerne, afscheidsbrieven aan zijn vrienden en kennissen schrijven. Hij is door het fascistische regime verbannen en zal die avond nog naar Sardinië worden overgebracht. Scola vermijdt het om Gabrieles geaardheid expliciet te benoemen, wat gerechtvaardigd is omdat er in de tijd waarin het verhaal speelt ook niet openbaar over gesproken werd. In het begin verraden Gabrieles houding en manier van doen alleen dat hij geen macho is: er is geen sprake van een vrouw of vrouwelijke geliefde, hij houdt van dansen, is cultureel geïnteresseerd en zachtaardig van karakter.
Het prachtig gespeelde, dramatische telefoongesprek met zijn geliefde, waarvan we alleen de kant van Gabriele horen, geeft de doorslag: het kan niet anders of de persoon aan de andere kant van de lijn is Gabrieles mannelijke geliefde. De telefoonscene is een absoluut hoogtepunt van de film, poëtisch en ontroerend: ‘Ma che triste amico mi ho scelto.’ Wat een trieste vriend heb ik toch gekozen.
Echte liefde en tederheid
Later, als Antonietta hem ervan verdenkt op seks uit te zijn, zoals immers alle mannen volgens haar gedachtegang, maakt Gabriele haar duidelijk dat hij ’anders’ is. Nadat ze deze schok verwerkt heeft (ook zij is geconditioneerd door de officiële opvatting dat homoseksualiteit pervers is), bedrijft ze zelfs de liefde met Gabriele. ‘Het is niet dat ik anders ben dat ik niet met vrouwen zou kunnen vrijen, maar het is niet hetzelfde.’ Juist door de antimacho Gabriele leert Antonietta voor het eerst wat echte liefde en tederheid inhouden, iets wat haar man en de fascistische waarden en slogans haar nooit hebben doen ervaren.
Dit is een van de kernthema’s van de film: groepen, systemen, slogans en abstracte waarden betekenen niets in vergelijking met wat er tussen individuen plaatsvindt. Antonietta ontdekt dat de ’waarheid’ helemaal niet schuilt in de geboden, verboden en kreten van een regime, hoezeer ze ook haar best deed om zich eraan te houden en erin te geloven. De enige echte waarheid is te vinden in persoonlijke relaties, in contact van mens tot mens. Ze ontdekt dat homoseksualiteit niet pervers kan zijn, omdat een man als Gabriele een goed mens is die liefde kan geven. Die waarheid is sterker dan die van welke God of guru dan ook, in marmer uitgehouwen of niet, puur omdat het niet te ontkennen is. Deze waarheid ontkennen is ontkennen mens te zijn.
Una giornata particolare is een prachtige, meeslepende film, ook na veertig jaar nog, met een boodschap die iedereen die mens is zal begrijpen. Een boodschap die onveranderlijk van alle tijden is en alleen op straffe van desastreuze en mensonterende gevolgen ontkend kan worden.
Una giornata particolare
Land: Italië
Regisseur: Ettore Scola
Cast: Marcello Mastroianni, Sophia Loren
Jaar: 1977
Speelduur: 105 min
Prijs: € 8,99
Comments