Dit Is Italië
Een nieuw jaar, nieuwe reisplannen. En natuurlijk gaan we ook in 2023 weer naar Italië. Ga je mee? Al is het maar een paar dagen in de voorjaarsvakantie, meivakantie of herfstvakantie, Italië stelt nooit teleur. Dit zijn de tips van de redactie voor 2023.
Inhoudsopgave
1. De Abruzzen (Abruzzo) – Aart Heering
Waarheen in Italië in 2023? Daar heb ik wel even over moeten nadenken, met als onvermijdelijk gevolg dat het aantal mogelijke voorstellen alleen maar toenam. Ik heb er over gedacht om Elba als bestemming aan te raden, of het kleinere en minder bekende Isola di San Pietro aan de zuidkant van Sardinië, maar kwam uiteindelijk toch uit op een wat groter gebied, dat dan ook alles heeft: bergen, zee, cultuur, natuur en gastronomie.
Ofwel Abruzzo, dat met zijn 10.800 vierkante kilometer een kwart van Nederland omvat maar met 1,2 miljoen inwoners minder dan de helft van die van Rome telt. Dun bevolkt, ongelooflijk gevarieerd en internationaal nog niet zo bekend als Toscane of Apulië. Dat maakt dat je er in elke tijd van het jaar wel terecht kunt.
Hartje zomer kun je het best de bergen in, want in de lagere regionen zijn temperaturen van rond de 40 graden inmiddels geen uitzondering meer. Je hebt daar de keus tussen 4 nationale en regionale parken die het gewest Abruzzo rijk is.
Wandel rond de Gran Sasso, met 2.914 meter de hoogste top van de Apennijnen. Ga met fiets of mountainbike naar Campo Imperatore, de grootste hoogvlakte van Europa. Neem een fris bad in het 900 meter hoog gelegen Lago di Scanno. Ga skieën in Ovindoli. Bewonder het middeleeuwse Castel del Monte. Of stijg vanuit een rustiek bergdorp als Opi of Pescasseroli naar een van de toppen van het Parco Nazionale d’Abruzzo in de – meestal vergeefse – hoop om een zeldzame Marsicaanse bruine beer te spotten.
De kuststreek is heel andere koek, met typische badplaatsen als Pescara, Vasto, Francavilla al Mare en Roseto degli Abruzzi. Strandgenot, avondvertier en verse vis, als het even kan in een trabocco. De trabocchi zijn een soort paalwoningen in zee met een takel waaraan een net wordt neergelaten voor de visvangst. Nu is een aantal ervan in gebruik als restaurant en dat is zeker de moeite waard.
Een kleine regio als Abruzzo is qua cultuur minder indrukwekkend dan het aanpalende Lazio, maar heeft voor de liefhebbers nog best wat te bieden. De hoofdstad L’Aquila begint zich eindelijk te herstellen van de zware aardbeving van 2009. De hijskranen zijn nog altijd aan het werk (want wederopbouw is een zaak van lange adem), maar het middeleeuwse centrum is weer toegankelijk en de voornaamste monumenten hersteld.
Teramo en Sulmona zijn rijk aan antieke en middeleeuwse monumenten, Santo Stefano in Sessanio is een schitterend gerestaureerd bergdorp en het kleine Penne is een prachtig behouden gebleven middeleeuws en barok juweeltje.
Chieti is wat minder maar heeft een mooi archeologich museum dat alleen al de moeite waard vanwege de Guerrigliero di Capestrano: een krijger van de Piceni, het volk dat hier de dienst uitmaakte voordat de Romeinen Abruzzo veroverden.
De Abruzzese keuken is aan de kust vooral cucina di mare, ofwel vis, en in het binnenland cucina di terra, met plaatselijke varianten pasta, worst, schapenkaas en olijfolie, naast witte en zwarte truffels en saffraan.
En dan natuurlijk de wijn: de overbekende, in verschillende prijs- en kwaliteitsklassen verkrijgbare rode Montepulciano d’Abruzzo en de witte Trebbiano d’Abruzzo. De regio is ingesteld op toerisme, met een ruim aanbod aan hotels, B&B’s en campings, zoals de door Nederlanders Willeke en Jan gedreven natuurcamping Rocca di Sotto, bij Penne aan de voet van het Gran Sasso-gebergte.
2. Arenzano – Stef Smulders
Een kleine 30 km ten westen van het wereldse Genua ligt het gezellige stadje Arenzano. Leuk om te bezoeken als je de drukte van de grotere, beroemdere badplaatsen wil vermijden. Met zijn klassieke gekleurde gebouwen en fraaie boulevard is Arenzano een typische Middellandse Zee-plaats die als extra trekpleister over een prachtig gemeentelijk park beschikt.
Wandelend door het park kom je een fraaie kas in 19e-eeuwse stijl tegen en ook de schitterende Villa Negrotto, het gemeentehuis. Een beetje verstopt tussen de bomen staat een mysterieus beeld met een Januskop.
De stranden zijn zoals vrijwel overal langs de Ligurische kust betaald, maar er is een klein stukje openbaar en niet ver van het centrum ook een hondenstrand. Vanaf Arenzano loopt er een 3 km lange wandelroute, de Lungomare Fabrizio de André, over het vroegere spoortraject naar het buurdorp Cogoleto.
3. Voor de diehards: wandelen op Sicilië van Palermo naar Agrigento – Janneke Verdonk
De Siciliaanse Magna Via Francigena is een oude route van 180 km lang en loopt van Palermo, via Corleone, Prizzi, Sutera en Racalmuto naar Agrigento. Elke etappe eindigt in een dorpje waar je kunt overnachten.
De route is erg goed aangegeven, verdwalen zal je zeker niet. Het binnenland van Sicilië kent een glooiend heuvellandschap met af en toe rotsen waar een dorpje op- of tegenaan gebouwd is. De tijd lijkt te hebben stil gestaan en de Sicilianen zijn hier bijzonder vriendelijk en gastvrij!
Een wandelgids van deze tocht is ook in het Engels verkrijgbaar via de reisboekwinkels, maar je kan de tocht ook boeken via SNP Natuurreizen. En als je tenminste 100 km loopt, je pelgrimspaspoort laat stempelen in elk dorpje, word je officieel een pelgrim!
4. Treinen naar Italië – Willemijn Lindeboom
Ik heb een reistip, en het is letterlijk een reis-tip! Ik heb van meerdere mensen (Italofielen) al gehoord dat ze de trein nemen om naar Italië te reizen. Die treinreis gaat ofwel over Oostenrijk, over Zwitserland, of over Frankrijk.
Je kunt eventueel een nacht blijven slapen in een van deze landen om het helemaal rustig aan te doen. Een treinreis is ideaal als je van ontspannen reizen houdt en/of vanwege het milieu liever niet vliegt.
Uiteraard is het bijna niet te doen voor een korte stedentrip, omdat de reis toch langer duurt dan met een vliegtuig, maar als je iets langer naar Italië gaat en je wilt niet vliegen is het de moeite waard om naar te kijken.
Een verslag over het reizen per trein vanuit Nederland naar Italië kun je hier lezen.
5. Valle d’Aosta – Myrthe Claus
Als de zomer van 2023 net zo warm wordt als die van 2022 is volgens mij Valle d’Aosta een absolute aanrader.
Kastelen van de Savoia bekijken, eindelijk eens wandelen door het natuurpark Gran Paradiso, Aosta bezoeken en misschien zelfs de Mont Blanc (die Monte Bianco heet in Italië) van dichtbij bekijken. Maar vooral de lagere zomerse temperaturen daar zie ik wel zitten!
Dat waren de reistips voor Italië in 2023 van Dit is Italië. Wil je jouw eigen bestemming in Italië voor 2023 delen? Laat dan een reactie achter onder dit artikel.
6. Trentino-Zuid-Tirol – Lotje Lomme
Ik zou naar Trentino-Alto Adige gaan en een verblijf zoeken in een maso, dat zijn van die mooie grote oude familieboerderijen die deels in hout zijn gebouwd. Je kunt in die omgeving ook mooi fietsen.
Je zit tussen de bergen en hebt een prachtig groen uitzicht maar je verplaatst je grotendeels op de vlaktes waar het lekker fietsen is. Zo’n 60% van de bevolking spreekt hier Italiaans, dus ook dat hoef je niet te missen. Bolzano is goed bereikbaar vanuit Milaan, waardoor je met de nachttrein kunt en vliegschaamte kunt vermijden. Buone vacanze!
7. Monte Argentario – Edward Hendriks
Monte Argentario is een schiereiland dat met 3 landtongen is verbonden met de kust van Toscane. Om precies te zijn ligt het schiereiland in de regio Maremma, vlak bij de eilanden Giannutri en Giglio.
Op een van de landtongen vind je het charmante stadje Orbetello, met zijn bijzonder langgerekte winkelstraat en ’s avonds veel vertier in de zomermaanden. Blijf lekker hangen als de zon ondergaat en geniet hier van live muziek, optredens en dj’s als je hier in het hoogseizoen bent.
Maar de werkelijke attracties zijn Porto Santo Stefano en Porto Ercole. Beide plaatsen zijn elegante vissersdorp waar je de jetset kunt spotten. Bernard en Juliana hadden hier jarenlang hun zomerverblijf, dat Bernard in 1959 liet bouwen. De villa heette l’Elefante Felice (de Gelukkige Olifant) en ze werd enkele jaren geleden gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw.
In Porto Ercole kun je een te dure cocktail nuttigen op een terrasje aan de haven. Er zijn ook een paar winkeltjes en straatjes om doorheen te slenteren. Als de pranzo eropzit, stroomt het plaatsje weer vol met toeristen vanaf het vasteland of vanuit cruiseschepen aan komen stromen.
Porto Santo Stefano is groter met 2 havens. Je kunt hier de boot pakken naar de eilanden, maar in het stadje zelf is ook genoeg te zien en te doen. Je kunt een wandeling door de oude stad maken, maar ook zwemmen in het bijzonder heldere water of een lekkere lunch met uitzicht op de kleurrijke huisjes nuttigen. Ook de autoroute over het eiland tussen deze 2 mooie havenplaatsjes is een aanrader.
Kortom: ben je in Toscane, reis dan eens af naar dit prachtige schiereiland met 2 van de mooiste kustplaatsen van heel Italië.
Dat waren onze reistips voor Italië in 2023! Heb je zelf goede tips voor dit jaar? Geef ze dan in een reactie onder dit artikel aan ons door!
Comments