Net over de grens met Toscane duik ik Umbrië in. Waar een groot meer, een fietspad en bloembollenteelt de streek een onaangekondigd Nederlands tintje geven. Ik kwam voor de wijn, maar ging terug als fan van alles dat dit deel van Italië te bieden heeft.
Tja, Cityhopper. De naam zegt het al. Dus dat de route van Florence naar Pisa wordt omgelegd is misschien niet eens verwonderlijk. Wind uit de verkeerde richting doet de KLM-bemanning op advies van de bazen van het luchtruim besluiten naar een andere city te hoppen. Nog verder noordelijk van onze eindbestemming af.
Inhoudsopgave
Wachten
Dan, gedoe met bagage. Dat ik ervoor kies om met alleen handbagage te reizen helpt niet. We wachten op iedereen. Het is inmiddels 2 uur verder. Een latere vlucht uit Kopenhagen met hetzelfde issue mag voor. Nog meer gedoe: ontevreden reizigers. En of wij even alle passagiers die aankomen willen tegenhouden en laten wachten. Want de lokale regelmevrouw moet de SAS-passagiers naar de bus brengen. Mwah, niet per se. Rustig blijven, ademhalen. Als ervaren reiziger moet dat lukken.


Groen in vele schakeringen
Eindelijk onderweg. Het eerste dat ik altijd doe na aankomst in een ander land is naar buiten kijken, speurend tot ik de eerste wijngaard spot. Dat duurt in dit geval maximaal 5 minuten. Een klein verwaarloosd veld met wat rommelige, oude stokken. Daar volgen er snel meer van, huistuinenkeukenwijngaardjes voor eigen gebruik. Het land is opvallend veel groener, vochtiger en koeler dan vorig jaar toen ik rond dezelfde tijd in Italië was. Terug in Florence stappen we over in een kleinere bus richting het Meer van Trasimeno.
Een tunnelrijke route door groen geheuvelte. Een dal, wat industrie, maar vooral groen in vele schakeringen. En van glooiend glad tot ruig bebost. De goede moed stijgt langzaam op uit mijn schoenen. Ik heb er (weer) zin in!




I borghi più belli d’Italia
Even voor de context: ‘we’ bestaat uit een internationaal gezelschap van wijnjournalisten dat op uitnodiging onderweg is naar het Trasimeno Rosé Festival, gehouden tijdens het jaarlijkse Festa del Tulipano. Dat laatste vergt toelichting. Snap ik, houd je tegoed. Lees je straks.
De weg volgt een spoorlijn die afwisselend links dan rechts parallel aan de weg loopt. Dichter bij Trasimeno wordt het vlakker, verschuiven de bergen naar de achtergrond. Liefelijker. Na massa’s natuurschoon naderen we de bebouwde kom.
In de verte, op een kleine heuvel, onze bestemming: Castiglione del Lago, een middeleeuws gehucht dat op een schiereiland in het meer ligt. Niet voor niets behoort het tot één van de 250 borghi più belli d’Italia – mooiste dorpjes van Italië. Wonderschoon, petite, sfeervol. Zodra je uitstapt, om je heen kijkt en de lucht inademt weet je: ik ben thuis. Dit is Italië.

Karper met rode wijn
Het Meer van Trasimeno is qua grootte het 4de meer van Italië, Como is net iets groter – ter vergelijk. Desondanks is het een ondiep meer, gemiddeld tussen de 5 en 6 meter. De omtrek meet zo’n 60 kilometer en daar kun je heel Hollands prima omheen fietsen.
Lago di Trasimeno ligt gevangen tussen de Toscaanse heuvels en een bergpartij, en kent een klimaat met relatief veel neerslag en gemiddeld lagere temperaturen. Geloof me, dat kan in Italië heel aangenaam zijn.
In het meer vind je 3 eilanden, op het grootste wonen 30 mensen, op het kleinste niemand. En het zit vol vis. Karper, snoek en zeelt – de laatste een mij onbekende karpersoort die het goed blijkt te doen in langzaam stromende of stilstaande wateren met relatief weinig zuurstof. Gewone karper komt regelmatig op het Italiaanse bord in deze omgeving en laat zich naar verluidt goed smaken met de lokale rode (!) wijn.
De bollenstreek van Italië
Een omgeving ook die gunstig blijkt te zijn voor de tulpenteelt, kwamen Nederlandse toeristen in de jaren 70 achter. Zo ontstond er ongeveer 50 jaar geleden op deze onverwachte plek een centraal-Italiaanse bollenstreek. Want het gaat uiteindelijk om de bollen, die worden geëxporteerd. Niet om de bloemen.
Er is rond Castiglione een heuse tulpencultuur ontstaan die elementen overneemt uit de Nederlandse bollenstreek, waar ik geheel toevallig zelf ben opgegroeid. Zo is er elk jaar een tiendaags tulpenfestival, een charmante miniatuurversie van het Bloemencorso dat jaarlijks van Noordwijk naar Haarlem tuft.


In Castiglione doen ze dat alleen binnen de muren van het dorp. Een evenement dat bewoners verbindt, de sociale cohesie versterkt. Met veel muziek, gezamenlijke maaltijden en 4 thematische wagens die versierd zijn met slechts de blaadjes van tulpen. Meer zou ook niet binnen de muren van het gehucht passen. Maar met elkaar maken ze van iets kleins iets groots en waardevols.
Wijn en kunst
Terwijl het spektakel aan ons raam voorbij trekt, proef ik met mijn reisgezelschap de rosés en rode wijnen van de streek: Trasimeno DOC. Een in 1997 opgericht consortium van inmiddels 16 wijnmakers dat zich sterk maakt voor de kwaliteit en promotie van de wijnregio’s rond het meer.
De DOC beslaat de gemeenten Castiglione del Lago, Magione, Paciano, Panicale, Passignano sul Trasimeno en Tuoro sul Trasimeno. Maar ook Città della Pieve, Corciano, Perugia en Piegaro horen daar gedeeltelijk bij.
Kleine side note: het stadje Perugia is een aanrader bij een bezoek aan de omgeving. We bezochten er een expositie van de schilderijen van Perugino, bijnaam van Pietro di Cristoforo Vannucci. Deze rond 1450 vlak bij Perugia geboren Italiaanse Renaissance-schilder was baanbrekend en beïnvloedde vele artiesten na hem. Zijn beroemde religieuze werken, met voor die tijd zeer vooruitstrevende ruimtelijkheid, hangen momenteel over de hele wereld maar zijn voor korte tijd samen op één plek te bezichtigen. Prachtig.
Rare druif
Waar was ik? Rosé! Daar produceert de DOC er relatief veel van, in uiteenlopende stijlen. Van klassiek stoer en stevig tot modern licht en fris. Het mooie is, beide zijn bovengemiddeld goed en interessant. Ook de gebruikte druivenrassen lopen uiteen in een mix van lokaal en internationaal: sangiovese, pinot nero, ciliegolo, cabernet sauvignon, merlot en gamay di Trasimeno. Nu wordt het interessant.

Gamay di Trasimeno is namelijk geen gamay zoals we die kennen in de Beaujolais (voluit: gamay noir à jus blanc). Onderzoek toont aan dat de Trasimeense gamay eigenlijk grenache is. Oftewel: garnacha, tai rosso, cannonau, alicante, bordo, granaccia – allemaal namen voor dezelfde druif.
Hoe die in Umbrië terechtkwam, daar zijn 2 theorieën over.
- De eerste: tijdens een tijdelijke periode van vrede onder Spaanse overheersing in de 16e eeuw nam hertogin Eleonora Mendoza de druif (garnacha) mee als bruidsschat. Ze trouwde in 1610 met de Italiaan Fulvio Alessandro della Corgna, de laatste heer van Castiglione del Lago.
- Theorie 2: door Sardijnse schaapherders die zich aan het eind van de 19e, begin 20e eeuw vestigden aan de oevers van het meer van Trasimeno. Ze kwamen er met vee en al per boot via de Toscaanse Maremma en de Val d’Orcia en namen de druivenplant (cannonau) mee.
De waarheid? Nessuna idea.

Fascinerend wijngebied: Trasimeno DOC
Alle rode wijnen die we vandaag proeven zijn van deze druif gemaakt. Boeiend om te ervaren dat het nogal uitmaakt waar de wijngaard van de producent ligt. De ene rode wijn komt van de oostkant van het meer en laat zich lezen als: ‘warm rood fruit, kruidig, zwarte peper, kracht’ en een ander, van de zuidkant van het meer, als: ‘roodbruin, klassiek, drop, hout, denkend aan Siciliaans rood’.
De wijngaarden rondom Trasimeno kennen elk hun eigen microklimaat en elke wijnmaker heeft zijn of haar eigen aanpak. De een heeft vlak liggende wijngaarden achter een bos, de ander juist op een heuvelpartij in de buurt van een ander, kleiner meer dat net over de grens met Toscane ligt. Alles bij elkaar maakt dat de regio tot een fascinerend, afwisselend wijngebied dat het ontdekken waard is.


De weg naar Montepulciano
Na een smakelijke avond met enkele wijnmakers en de organisatoren van het tulpenfestival, waarbij we alle rosés nog eens aandachtig naproeven, zit de trip er alweer bijna op. Zoals elke ochtend ben ik eerder dan de rest van het reisgezelschap wakker en loop vanuit de sfeervolle B&B het plaatsje voor de laatste keer in.
Het zonlicht komt op over het meer en strijkt speels langs de oude muren, wringt zich tussen de nauwe straatjes. Maakt van een bladerblazende straatveger een visueel spektakel en biedt comfort aan de marktkoopman die gewoontegetrouw zijn kraam met olijven installeert.
Ik werp nog een laatste blik in de verte, waar ik tussen het framewerk van het kleinste reuzenrad dat ik ooit zag, vanaf een hoogje, een kaarsrechte weg aftuur. Het is de weg naar Montepulciano, het beroemde wijndorp in Toscane. Alsof het me spreekwoordelijk de richting wijst: die kant op.

Nee, hoor. Het is deze hoek van Umbrië die deze keer mijn hart stal. Waar feestelijke tulpen groeien, waar een rondje om het meer fietsen aanlokkelijk klinkt en waar de rosé rijkelijk vloeit. Mijn hart dat zich overigens overal in Italië heel makkelijk laat stelen. Dus concurrentie ligt altijd op de loer…
Comments