Italië als toeristische bestemming is weer helemaal in. De covid-jaren liggen achter ons en de crisis in de sector is voorbij. De hotels in de cultuursteden zijn volgeboekt – met momenteel een bezetting van meer dan 90% in Rome waar in de komende 3 jaar nog eens 9 nieuwe vijfsterrenhotels gebouwd gaan worden – en er zijn goede vooruitzichten voor de stranden, die ook dit jaar weer schoner worden. Het lijkt erop, dat 2023 een topjaar gaat worden.
Meer toeristen dan in 2019
Het herstel had zich vorig jaar al ingezet, toen het aantal bezoeken, vooral in de noordelijke regio’s, toenam met 39,3% ten opzichte van 2021. Maar het aantal overnachtingen bleef nog wel 7,8%, ofwel 34 miljoen, beneden dat van het pre-covid topjaar 2019.
Hoewel de voornaamste coronamaatregelen in 2022 al waren afgeschaft en er dus eigenlijk geen reden meer was om Italië (of andere Europese bestemmingen), te mijden, lag de herinnering aan de pandemie toen kennelijk nog te vers in het geheugen.
Dat is nu niet meer het geval, zoals blijkt uit de afgelopen week vrijgegeven cijfers van ISTAT. Het Italiaanse bureau voor de statistiek registreerde in de eerste 2 maanden van dit jaar een toename van maar liefst 45,5% ten opzichte van dezelfde periode in 2022. Het aantal buitenlandse bezoekers nam zelfs toe met 70,5%. Ook in vergelijking met 2019 is er sprake van een toename van 4,8% binnenlands en 3,5% buitenlands verkeer.

Volle hotels, B&B’s, cafés en restaurants
Natuurlijk zijn januari en februari nu niet direct toeristische topmaanden, maar ook met Pasen werden uit het hele land volle hotels, B&B’s, cafés en restaurants gemeld. Met de reserveringen zit het ook wel goed, zodat vertegenwoordigers van de horecasector in de media breed glimlachend verklaren dat ze uitkijken naar een weergaloze zomer.
Wel klagen ze over het tekort aan goed personeel, maar dat hebben ze ook aan zichzelf te wijten. De lonen in de sector toerisme liggen belabberd laag en vooral seizoenkrachten krijgen maar al te vaak een habbekrats (Italië kent geen minimumloon) om vervolgens veel meer uren te maken dan in hun contract is vastgelegd.
Een aanzienlijk deel van de horecawerkers die in de coronaperiode op non-actief zijn gesteld, heeft inmiddels elders emplooi gevonden en verlangt niet meer terug naar tap of balie.
Stranden worden steeds schoner
Een extra opsteker voor het toerisme is het pas uitgekomen rapport van de Foundation of Environmental Education. Deze in Denemarken gevestigde en in 81 landen werkzame NGO stelt jaarlijks een lijst op van de meest schone en aantrekkelijke stranden in Europa.
Daarbij wordt niet alleen rekening gehouden met de kwaliteit van het water, aandacht voor het milieu en duurzaamheid, maar ook met factoren als dienstverlening, properheid, groenzones en fietspaden. De gemeenten die het hoogst scoren wordt daarbij als prijs een ‘Blauwe Vlag’ toegekend die als een soort Oscar van het strandleven inmiddels een geliefd handelsmerk is geworden.

Dit jaar hebben 226 Italiaanse locaties, met in totaal 458 stranden, een blauwe vlag (bandiera blu) gekregen. Dat zijn er 16 meer dan vorig jaar, of liever gezegd 17 minus één omdat de Adriatische badplaats Cattolica zijn vorig jaar verworven eerbetoon weer heeft moeten inleveren.
Grote winnaar: Puglia
De grote winnaar is dit jaar Puglia, de zuidelijke regio die al jaren een serieus milieubeleid voert en ook daardoor in betrekkelijk korte tijd is uitgegroeid tot een toeristische bestemming van de eerste orde.
4 nieuwe Apulische locaties, waaronder Gallipoli en de eilandengroep Tremiti, mogen zich nu tooien met het blauwe vlaggetje. Het totaal van Puglia komt daarmee op 22 en daarmee staat het op de tweede plaats na Ligurië dat er 34 telt.

Onder de nieuwkomers zijn verder bekende bestemmingen als Orbetello in Toscane, Termoli in Molise en Catanzaro in Calabrië. 4 nieuwe blauwe vlaggen gaan naar gemeentes met meren, die samen goed zijn voor 21 van de 226. Daaronder Sirmione in Lombardije en Verbania in Piemonte.
Gestaag vooruit
De toename van het aantal ‘kwaliteitsstranden’ betekent trouwens niet dat Italië daarmee nu ook internationaal de lijst aanvoert. In de rangschikking van de FEE komt het nog op de 4de plaats, na Spanje, Griekenland en Turkije.
Er kan dus nog vooruitgang geboekt worden, maar dat lijkt ook te gebeuren. In 2019 telde Italië nog 183 blauwe vlaggen en sindsdien komen er elk jaar een paar bij. Je kunt dus spreken van een positieve ontwikkeling, al gaat het langzaam, zoals wel meer in Italië.
De volledige lijst vind je hier.
Comments