Soms overstijgt de werkelijkheid de fantasie. Het is een cliché maar in het geval van de Italiaanse kabinetsformatie klopt het. Wie had dit ooit verwacht?
Het begon al met de verkiezingen van 4 maart. Voor de zoveelste keer hadden de opiniepeilers het bij het verkeerde eind en werd Italië geconfronteerd met een volkomen onverwachte uitslag: een denderende zege van de antisysteem partijen MoVimento Cinque Stelle (M5S) en Lega (niet langer Nord maar nationaal).
Regeringscoalitie
Daarna volgden twee maanden waarin president Mattarella, met steun van de voorzitters van Senaat en Kamer van Afgevaardigden, alle mogelijke en onmogelijke regeringscoalities onderzocht. Zonder enig succes. De Lega wilde niet met de Partito Democratico, de PD niet met de Lega maar ook niet met de M5S. En de partij van Berlusconi, Forza Italia, haalde haar neus op voor de M5S.
Eindelijk leek de oplossing van de rebus gevonden: M5S en Lega zouden samen de kar gaan trekken. Hun programma’s lagen weliswaar ver uiteen, in de campagne hadden hun leiders, Luigi Di Maio en Matteo Salvini, elkaar uitgemaakt voor vuile vis, maar zij waren tenslotte de overwinnaars van 4 maart en hadden samen een meerderheid.
Stokpaardjes
En inderdaad, zij slaagden er in om een gezamenlijk ‘regeringscontract’ te produceren, waarin zowel de stokpaardjes van de M5S – milieu, burgerschapsloon en vroeger met pensioen – als die van de Lega – vlaktaks, infrastructuren en ook vroeger met pensioen – werden opgenomen.
Dat daaraan een prijskaartje van zo’n slordige 100 miljard euro per jaar zou hangen, was niet zo’n probleem. Door het beleid van het komende governo del cambiamento (regering van de verandering) zou de economie zo’n boost krijgen dat dit bedrag er wel af zou kunnen.
Premier
Toen doemde er een nieuw probleem op. Een kabinet heeft ook een premier nodig en normaal is dat de leider van de grootste coalitiepartij. Maar Salvini weigerde hoe dan ook om tweede viool te spelen naast Di Maio, die omgekeerd ook zijn partner niet aan het hoofd van het kabinet wenste te zien.
Een moeizaam compromis werd uiteindelijk bereikt in de persoon van Giuseppe Conte, een politiek totaal onbekende rechtenprofessor die, voorgedragen door de M5S, ook voor de Lega wel te verteren was.
Uiteraard op voorwaarde dat de ware macht zou komen te liggen bij de vicepremiers, Di Maio en Salvini. Dat Conte wat met zijn curriculum vitae gesjoemeld bleek te hebben, was ook geen probleem. Tenslotte hebben in Palazzo Chigi, het paleis van de regeringsleider, wel grotere leugenaars gezeteld.
Zondag 27 mei leek alles in kannen en kruiken. Demissionair premier Gentiloni en zijn ministers hadden al uitgebreid afscheid genomen, de toekomstige ministers waren uitgekozen en hun benoemingsdecreten lagen klaar in het Quirinaal, het presidentiële paleis om door Mattarella te worden ondertekend.
Eurokritisch
Eén probleempje lag er echter nog: de voorgestelde minister van Financiën was een notoire criticus van de euro en lag daarom niet goed in de internationale kapitaalmarkten. Daarom verzocht Mattarella dringend om een andere kandidaat voor te dragen, maar dat weigerde Salvini categorisch.
Dit is waarom Italianen liever weer de Italiaanse lire hebben:
This chart shows why early vote in #Italy would hardly produce different result: Italian electorate has seen little in way of wealth gains since Euro creation. While GDP per capita is much higher in Germany, for Italy it remains below where it was upon Euro creation. (via BofAML) pic.twitter.com/kvLP249Vuq
— Holger Zschaepitz (@Schuldensuehner) 27 mei 2018
Kwade tongen beweren dat het hem er juist om doen was om zo de formatie op te blazen en vervroegde verkiezingen te forceren, waar de Lega fiks hoopt te winnen. Ook het staatshoofd weigerde bakzeil te halen en daarmee viel het doek voor de arme Conte die zichtbaar aangeslagen het veld ruimde.

In zijn plaats moet nu financieel specialist Carlo Cottarelli het land verder leiden naar een onzekere toekomst. De vraag is nu: Italia quo vadis, waar moet dit naartoe?
Comments