in , ,

Column: met je voeten in het beton

Daar staat hij dan, met de telefoon in zijn hand. Of meneer eventjes honderdduizend euro wil aftikken. In maandelijkse betalingen van tienduizend euro mag ook, want zo schappelijk is hij wel, de voorzitter van de plaatselijke Kamer van Koophandel. Zo gaat dat in Palermo, als je wat wil. Flink lappen voor een papiertje.

Het overkwam banketbakker Santi Palozzolo. De vriendelijk ogende inwoner van de hoofdstad van Sicilië runt al jaren een banketbakkerij. Eventjes een licentie verlengen en dan een kwartier later weer aan een stuk marsepein staan voelen. Dat moet hij gedacht hebben. Zo deed hij dat al jaren. Nooit problemen mee gehad. Helaas zijn de Cosa Nostra niet de enige boeven op het eiland. Nee, de ambtenaren graaien lekker mee.

Nu is dat al langer een probleem en zeker niet alleen in Palermo. Het volk is het al jaren zat, maar zoals dat in Italië wel vaker gaat heeft de politiek niet zo’n haast. Het kan daarom gebeuren dat er jaren lang een wetsvoorstel voor het veranderen van de anti-corruptiewetten ergens in een stoffig laatje ligt tussen het verlagen van de bodemprijs van de olijf en een idee om wind te verbieden. Want daar houden Italiaanse kapsels niet zo van.

Deze week was het dan eindelijk zo ver: het senaat nam een anti-corruptiewet aan. Het maakt nog niet echt veel indruk. De straffen schijnen hoger te worden en de bestrijders van het kwaad krijgen meer macht. Weet je wie ook veel macht hadden, hoor je Santi denken? Giovanni Falcone en Paolo Borsellino. Deze twee onderzoeksrechters uit Palermo durfden het op te nemen tegen de maffia en werden als dank opgeblazen in hun auto.

De banketbakker uit Palermo deed echter iets waar anderen niet eens aan zouden durven denken. Hij belde de politie. Basta. Bij een telefoontje zou het niet blijven. De politie had meer nodig om de ambtenaar op te pakken en er werd een besluit genomen dat je wel vaker ziet in gangsterfilms. Hij kreeg een microfoontje opgespeld. En daar sta je dan, met al je moed. Een draadje onder je koksjas. Zenuwachtig sta je er aan te frunniken. Je hoopt dat het niet ineens gaat kraken of dat je wordt gesnapt. Daar weten ze wel raad mee. Sta je ineens op de bodem van de plaatselijke rivier met je voeten in het beton.

Door de moed van Santi heb ik ineens heel veel zin om naar Palermo te gaan. Voor de grap zal ik een plaatselijke pizzeria proberen af te persen, toch even kijken hoe de pizzaiolo reageert. Maar misschien wacht ik nog even, want ergens ben ik toch bang dat er een piepklein berichtje in de krant verschijnt. ‘Banketbakker uit Palermo gevonden in eigen oven.’

Written by Floris Visman

Journalist Floris was pizzaiolo en schrijft al anderhalf jaar columns over pizza en Italië. Hij kan hevig ontroerd raken van een lap deeg met een beetje tomatensaus en doet een moord voor tartufi. Deze zelfbenoemde Italië-kenner is nog nooit in Italië geweest. Nu al zijn smoesjes op zijn, heeft hij de handen ineen geslagen met Dit Is Italië en schrijft hij naar zijn eerste reis toe. Wanneer die is, dat weet hij nog niet. Waarnaartoe ook niet, zo lang hij maar met een Moretti aan zijn lippen over Italiaanse keien kan slenteren.

Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

de verborgen plekken van florence

6 verborgen plekken van Florence

Italiaans recept: risotto met saffraan

Italiaans recept: risotto met saffraan