Ik was voor mijn werk in Zuid-Italië. De reis begon in Bari (Apulië) en via het vissersplaatsje Gallipoli (in de uiterste hak van de laars) belandde ik in Cirò Marina (aan de oostelijke kustlijn van Calabrië). Vervolgens ging de reis naar het Parco Naturale del Cilento (Campanië) om, de ‘good old’ Vesuvius passerend, vanaf Napels weer richting Nederland te reizen. Ik was er juist om handel te drijven, maar ik heb me er tegelijkertijd over verbaasd hoe creatief de Italianen kunnen ondernemen. Het zijn imprenditori in prima fila, wat mij betreft.
Design
Het begon al in Gallipoli. ’s Avonds laat nog wat buiten de deur eten en dan raak je al snel aan de praat met de uitbater van een van de osterie con cucina locale. Als ze eenmaal in de gaten hebben dat je in het toerisme werkt, krijg je al snel een visitekaartje in je hand gedrukt. Wie weet kun je wat voor ze betekenen…
In datzelfde plaatsje pakken ze het ook kleinschaliger aan, maar niet minder ondernemend. In een minizaakje worden ’s avonds laat nog gipsen beeldjes handmatig afgelakt in de hoop ze de volgende dag te kunnen verkopen. ’s Ochtends vroeg worden er al heel wat versgevangen visjes bij de visafslag verkocht. Ieder z’n eigen zaakje. Overigens leek de spotgoedkope B&B qua inrichting rechtstreeks uit een designblad afkomstig te zijn. Bij navraag bleek de eigenaar van het pand dan ook een architect uit Milaan te zijn.
Melancholie
Zuid-Italië is verre van welvarend en dus moet er op alle mogelijke manieren geld verdiend worden. In praktijk betekent dat ook de aanwezigheid van veel schaars geklede dames aan de drukkere wegen die hopen dat een automobilist voor ze op de rem zal trappen. Wellicht dat ik ietwat melancholisch werd gedurende die lange autoritten, maar ik had er moeite mee. De dames waren jong. Erg jong. Zou er werkelijk zo weinig toekomstperspectief voor die meiden zijn? Ik heb er lang over nagedacht, maar kwam er niet uit.

De polizia stradale weet overigens ook hoe ze aan centen moeten komen. Op doorgaande wegen waar maximaal 60 km/u gereden mag worden, zijn regelmatig trajectcontroles. Spijtig dat de snelheid van veel Italianen op die routes vaak terugging naar slechts 40 km/u uit angst voor boetes. ‘Forza ragazzi, zo kom ik natuurlijk nooit ergens’ en zo werd er lekker gefoeterd in de auto. Wedden dat ik wél een boete in m’n zak kan steken? Wordt vervolgd.
Zzp’ers
Onderweg kom je dus heel wat tegen. Niet alleen overvolle api met frutta e verdura, kraampjes met slierten knoflook of kersen in alle soorten en maten, maar ook een halve kringloopwinkel onder de noemer antichità. Zuid-Italianen proberen op elke mogelijke manier handel te drijven om geld binnen te harken om het gezin en de familie te onderhouden. Ik sprak een stel op leeftijd in Palinuro (Campanië) en zij werken nog elke zomer als zzp’er in hun winkel, want hun pensioentje is maar 200 euro per maand. Gelukkig trokken ze het lichamelijk nog en hadden ze er lol in!

Lief en leed in Zuid-Italië
Mijn verslag lijkt in eerste instantie misschien niet erg rooskleurig, maar gelukkig gaan lief en leed in Zuid-Italië samen zoals in Torre Melissa (Calabrië) de openbare rouwadvertenties pal naast de aankondigingen van de komst van een circus hangen.
Ik heb talloze gebouwen gezien waarvan het betonnen geraamte nog slechts de belichaming is van lang vervlogen tijden. Op die gebouwen bloeien overigens de mooiste en meest kleurige klimplanten. Dat dan weer wel. Gemakkelijk is het leven in Zuid-Italië vast niet, maar de bevolking is er ontzettend hartelijk en in restaurants lieten ze me van alles proeven, puur omdat ze trots op hun streek zijn (en omdat ze denk ik wel in de gaten hadden dat ik een smulpaap ben!).

De familiebanden zijn er hecht en bovendien speelt het katholieke geloof een essentiële rol, hetgeen nogmaals bevestigd werd door de ontelbare beelden van Jezus (en ook nog eens behoorlijke joekels) die ik onderweg tegenkwam. Je kunt trouwens in plaats van een heiligenbeeld ook gewoon kiezen voor beeldjes van bijvoorbeeld de zeven dwergen hoor. Ze staan gebroederlijk naast elkaar zoals je op de foto kunt zien.
Nog even terugkomend op het ondernemerschap, ík ben benieuwd welke beeldjes uiteindelijk het meest verkocht worden!
Foto’s: Annelies Koppers
Comments