Van de ruim 400 buitenlandse correspondenten die zijn aangesloten bij de Associazione della Stampa Estera, de vereniging van de buitenlandse pers in Italië, maken een kleine honderd ook deel uit van de Gruppo del Gusto. Deze ‘Groep van de Smaak van Italië’ bestaat uit journalisten die zich bezig houden met toerisme en gastronomie. Sommige doen dat fulltime, maar de meeste, waaronder ondergetekende, zijn allrounders, die zich in principe bezighouden met alles wat in Italië gebeurt en interessant zou kunnen zijn voor de kijkers en lezers in het vaderland. En daar hoort eten en drinken zeker bij, want waar kan dat beter dan in Italië?
Ook voor de leden van de Gruppo zelf is het een verademing om zo ook eens los te komen uit de routine van politieke ruzies, begrotingsperikelen, natuurrampen, maffia en corruptie en wat dies meer zij.
Natuurlijk, dat alles moet verslagen worden, maar wat is er mooier dan vervolgens een opgewekt en meeslepend verhaal te maken over agriturismi in Basilicata, de nieuwe wijnen van de Etna of de Food Valley van Parma? Dat kan des te beter als het in (losjes) georganiseerd verband gebeurt en daarom is twintig jaar geleden de Gruppo del Gusto opgericht, die sindsdien tientallen gastronomische studietrips heeft georganiseerd, waardoor we kennis hebben kunnen maken met talloze specialiteiten van zo’n beetje alle regionale keukens.
Made in Italy
Sinds 2007 kent de Gruppo del Gusto ook prijzen toe aan personen en instellingen die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt op het gebied van voeding Made in Italy. Kandidaten worden voorgedragen door individuele leden, waarna door de hele Gruppo wordt gestemd. Daarbij gaat het om vier categorieën.
De eerste is die van traditionele producten als – om drie winnaars van de afgelopen jaren te noemen – ambachtelijk vervaardigde ‘nduja (zeer pikante Calabrese zachte worst), de vijgen van de Cilento en de linzen van Castelluccio.
De tweede categorie is die van restaurants die al meer dan een eeuw door dezelfde familie worden bestierd. De eerste winnaar, in 2007, was de Antica Focacceria San Francesco, waarvan eigenaar Vicenzo Conticelli kort daarvoor als eerste restaurateur in Palermo zijn maffiose afpersers had aangegeven. (Zodoende heeft hij nog steeds een politie-escorte, dat ’s avonds voor de Focacceria geparkeerd staat.) Andere winnaars van vroegere jaren zijn klassiekers als Da Checcino dal 1887 in Rome en de Antica Trattoria Suban in Triëst.
Verder is er een jaarlijkse prijs voor divulgatori, personen die de kennis van Italiaanse kwaliteitsproducten uitdragen. De eerste ontvanger was (uiteraard) Carlo Petrini, de oprichter van Slow Food, en na hem kwamen grote namen als de onlangs overleden topkok Gualtiero Marchesi en Oscar Farinetti, de man van Eataly.
De vierde en laatste categorie vormen de verenigingen van producenten van prodotti tipici, zoals het Consorzio van de Pasta di Gragnano en dat van de Brunello di Montalcino, naast de Associazione Libera di Caserta, een enthousiaste groep jongeren die onder leiding van antimaffiapriester Don Luigi Ciotti uitstekende wijn produceert op grondstukken die in beslag genomen zijn op de Camorra.
Prijsuitreiking
De jaarlijkse prijsuitreiking is een groots evenement, dat ook aan de Italiaanse pers niet ongemerkt voorbijgaat. Meestal vindt die plaats in een sfeervolle locatie, en afgelopen zaterdag was die wel erg indrukwekkend: de Reggia di Caserta, het enorme paleis dat in de 18e eeuw voor de koningen van Napels werd gebouwd door architect Luigi Vanvitelli, zoon van de Nederlands-Romeinse schilder Kasper van Wittel.
Dat kon gebeuren doordat de voornaamste sponsor van de ceremonie, het Consorzio della Mozzarella di Bufala della Campani, in de Reggia zelf huist. Zodoende werden de prijzen uitgereikt in het prachtige theater van de Reggia.
De winnaars
De productieprijs ging naar de fabrikant van bliktomaten Graziella, die alleen tomaten van het gelijknamige ras gebruikt en bovendien uitsluitend afneemt van producenten die gegarandeerd geen zwartwerkers in dienst hebben. (Er zijn maar weinig sectoren waarin dagloners zo worden uitgebuit als in de tomatenpluk en inderdaad, bij de toekenning spelen soms ook maatschappelijke factoren een rol.)
De divulgatore van dit jaar is prof. Ernesto De Renzo, antropoloog en auteur van het boek Mangiare l’autentico. De verenigingsprijs ging naar de Unione delle Pizzerie storiche di Napoli, tien pizzeria’s die zich strikt houden aan de strenge voorschriften volgens welke een echte Napolitaanse pizza dient te worden vervaardigd.
In de categorie van eeuwenoude restaurants kwam het tenslotte tot een ex aequo tussen de Pasticceria Pansa van Amalfi en het Ristorante Roma in Amatrice, dat bij de aardbeving van twee jaar geleden volledig werd vernietigd maar nu is herrezen in een gloednieuw noodgebouw.
Natuurlijk: een passende lunch
Bij een dergelijk evenement hoort natuurlijk ook een passende lunch, die werd geserveerd in de Scuderie, de voormalige stallen van de Reggia. Van het uitgebreide menu is mij – na het aperitief op basis van buffelmozzarella en spumante brut van het locale druivenras Asprinio di Aversa – vooral de risotto bijgebleven: rijst uit de regio met pompoen, salsiccia pezzente (met paprika, knoflook en wilde venkel op smaak gemaakte worstjes), cime di friarielli (fijne raapsteeltjes) en gesmolten gerookte mozzarella. Gevolgd door geroosterd speenvarken met mirto (het kruid, niet de likeur), gesmoorde savooiekool, mela annurca (locale kleine zoete appeltjes) en kastanje. Alles overgoten met witte en rode wijn van de plaatselijke Pallagrello-druif.
Een Napolitaans strijkje met een gitaar en twee mandolines maakte deze deze dag van de ‘Smaak van Italië’ af met evergreens als Santa Lucia, Te voglio bene assaje en natuurlijk O sole mio. Mandoline, zon en pizza: het Italië-cliché ten voeten uit. Maar soms moet dat gewoon!
Comments