Wie kent het niet? De specialiteiten van je vakantiebestemming thuis namaken, maar er toch achter komen dat die pasta lekkerder smaakt met verse tomaten, een mediterraan zonnetje en de charme van la dolce vita om je heen. Deze zomer willen we meer dan ooit álles uit onze vakantie halen, daarom nemen wij je mee op reis in 20 gerechten mee door Italië.
Zo hoef je, als je in Italië bent, de klassiekers niet te missen en kun je, als je thuisblijft of weer bent, toch nog eens dromen over deze Italiaanse pareltjes.
De keuze om deze mouthwatering gerechten thuis na te maken, laten we bij jou. Ga je mee?
Inhoudsopgave
- 1. Lazio / Rome: carbonara
- 2. Campania: sfogliatella
- 3. Toscane: bistecca alla fiorentina
- 4. Abruzzo: pallotte cacio e uova
- 5. Veneto: tiramisu
- 6. Piemonte: gianduiotto
- 7. Emilia-Romagna: pasta
- 8. Puglia: orecchiette
- 9. Basilicata: pasta mollicata ‘ammuddicata’
- 10. Sicilië: cannolo siciliano
- 11. Sardinië: seada
- 12. Lombardije: risotto
- 13. Umbrië: salumi
- 14. Ligurië: pesto genovese
- 15. Molise: caciocavallo di agone
- 16. Friuli-Venezia Giulia: polenta friuliana
- 17. Calabrië: ‘nduja
- 18. Valle d’Aosta: la fonduta
- 19. Le Marche: olive all’ascolana
- 20. Trentino-Alto Adige: strudel di mele
1. Lazio / Rome: carbonara
We beginnen bij misschien wel het bekendste pastagerecht ooit. Dat is nogal een statement, maar wie geniet er nou niet van een bordje glimmend goud? Het dampende eigeel, de knapperige guanciale en de geraspte pecorino romano. Meer heeft een mens niet nodig.

Ga je naar Rome of de omgeving Lazio? Dan mag een bord pasta carbonara zeker niet ontbreken. Of het nou spaghetti of rigatoni zijn: men deze klassieker waan je je in het tijdperk van de oude Romeinen.
En… het is ook zo makkelijk om zelf thuis te maken, als je een echt goed recept voor pasta carbonara gebruikt. Zo smaakt het net als in Italië.
2. Campania: sfogliatella

Zeg je Campania dan zeg j … Ja, we weten het, eigenlijk mag de pizza niet ontbreken op dit lijstje. Maar we willen je uiteraard ook iets nieuws laten ontdekken en bijbrengen. Een pizza eet je ongetwijfeld toch wel op vakantie in de Laars.

Vandaar een ‘nieuwe’ klassieker uit de Campania: sfogliatella. Een dun bladerdeeg gebakje (vergelijk het met een croissant, iets met wat de boer niet kent) gevuld met ricotta, gekonfijte citroen- en sinaasappelschil, vanille en een vleugje kaneel. Bij ons loopt het water al in de mond.
3. Toscane: bistecca alla fiorentina
Hij kan en mag niet ontbreken op deze lijst en we willen hem je ook zeker niet onthouden of laten mislopen. Het is de Lamborghini onder de Italiaanse vleesgerechten: de bistecca alla fiorentina.

Een T-bone steak die, na het garen op de grill of BBQ, in dunne reepjes wordt gesneden en wordt gedeeld met Jan en alleman. Het gerecht stamt nog uit de tijd van de De Medici.
Misschien denk je nu: ‘wat moet ik met die informatie?’ Maar het staat óntzettend interessant om zulke feiten in je leren schort te verkondigen als je als oude gladiator de bistecca staat te bereiden.
Niet te lang over doen want dan smaakt hij als de schoenzool van de gladiatoren en daar heeft niemand zin in.
4. Abruzzo: pallotte cacio e uova
Op vakantie toch iets eten ‘van tuus?’ Als we lang en ver van huis zijn, verlangen we allemaal wel eens terug naar een boterham met oude kaas of een bitterballetje zo op z’n tijd.
Nu ga je die misschien niet direct terugvinden op vakantie in Italië, maar in de Abruzzen komen ze met een ietwat vergelijkbare snack.

Deze gefrituurde kaasballetjes worden geserveerd met (hoe kan het ook anders) rode saus. Niet per se een kopie van de bitterbal, maar ach: qua vorm komt ’t in de buurt, nietwaar?
5. Veneto: tiramisu
Een koud dessert dat toch warmte kan geven: het kan. De met koffie doordrenkte lange vingers bedenkt onder een dikke laag zoete mascarpone vormen samen hét perfecte ontbijt, de ideale lunch, maar vooral het bekendste Italiaanse dessert.

Tiramisu betekent letterlijk ‘trek/til me op’ en wordt dan ook vaak gegeven aan zieke of ongelukkige mensen. In deze context moet je de betekenis van ’til me op’ zien als beter worden.
Anderzijds is de tiramisu het voorbeeld van een machtig dessert. Je hebt je vast wel eens uit een stoel omhoog laten trekken na een uitgebreide Italiaanse maaltijd waar de tiramisu niet per se bijdroeg aan een luchtig gevoel.
6. Piemonte: gianduiotto
Zeg je Piemonte dan zeg je hazelnoten. En wat voor hazelnoten! In de bakermat van het Nutella-imperium kan elke chocoladepasta-liefhebber zijn of haar hart ophalen. Probeer vooral de giaduiotto eens. Dit hazelnootchocoladebonbonnetje kunnen we het wel noemen, smaakt alsof er een engeltje op je tong plast.

Speciaal voor de chique meiden onder ons is de gianduiotto verpakt in een goud met zilver stukkie folie. Lekker voor onderweg als je op doorreis bent, maar ook gewoon om even te snacken na een dag sightseeing. De gianduiotti (meervoud) zijn eigenlijk voor elk moment geschikt.
7. Emilia-Romagna: pasta
Als er iets niet mag ontbreken op deze lijst is het natuurlijk wel de grote P. We hoeven je vast niet meer te vertellen wat pasta is, want als er iets is waar Italië om bekend staat, is dit het.
Waar je de aller-allerbeste pasta kunt eten? Iedere Italiaan zal zeggen dat dat bij zijn of haar moeder is, maar in Emilia-Romagna kunnen ze er vooral wat van.

Zo komt de ragù alla bolognese hier vandaan en dát wil je meemaken. Daarnaast is het een ongeschreven regel, maar wil ik hem toch graag introduceren: verlaat Emilia-Romagna niet zonder een bord tortellini in brodo te hebben gegeten.
Door dit gerecht ben ik mijn hart verloren aan het land en ik hoop dat jij dezelfde ervaring hebt.
8. Puglia: orecchiette
Wie kent de afbeeldingen van de omaatjes in de straten van Bari niet? Duimdrukkend zitten ze op het stoepje voor het huis, van ’s ochtends vroeg tot bijna ’s avonds laat orecchiette te drukken.

Deze pastasoort wordt vooral gegeten met cime di rapa (in de volksmond: Italiaanse broccoli) en dat is, zelfs voor mensen die niet van broccoli houden (ikzelf meegerekend) een ervaring an sich.
Mocht je echt geen broccoli willen eten, dan zijn er genoeg andere mogelijkheden waarop de orecchiette worden geserveerd. Er zit vast iets voor je tussen.
9. Basilicata: pasta mollicata ‘ammuddicata’
Dit hartverwarmende pastagerecht is (zoals wel vaker in Italië) gemak en simpliciteit op zijn best. Neem een pastasoort, vaak bucatini, broodkruimels, knoflook, ansjovis en olijfolie en je bent er.

Sommige variaties worden ook geserveerd met een rood pepertje, of als we het heel bont maken: een scheut rode wijn. Klinkt simpel, maar het is een smaakexplosie in je mond.
10. Sicilië: cannolo siciliano
Ik ben vast niet de enige die de cannolo ooit heeft verward met de cannelloni. Toch kan ik je vertellen dat het een vreemde gewaarwording is als je denkt een zoete delicatesse te krijgen maar er een grote schotel gevulde pastabuizen voor je neus wordt gezet.

Enfin: de cannolo siciliano of cannoli siciliani (meervoud, voor als je nu al weet dat je het niet bij één kunt laten) zijn zoete koekjes gemaakt van gefrituurd deeg gevuld met ricotta en vaak een gekonfijte sinaasappelschil erin.
Als jij het bij één cannolo kunt laten, is dat heel, heel erg knap.
11. Sardinië: seada
Frituur. Kaas. Deeg. Honing. Do we need to say more? Deze klassieke delicatesse is gevuld met Sardijnse pecorino. Het neusje van de zalm welteverstaan.

Je denkt misschien dat kaas en honing een wel heel aparte combinatie is, maar geloof ons: er is (bijna) niets lekkerder dan deze vers gefrituurde, knapperige, zoute en zoete traktatie. Wij kunnen ze elke dag wel eten.
12. Lombardije: risotto
Roeren, roeren en nog moeren. Wie ooit risotto heeft gemaakt met een Italiaanse nonna, hoort het haar waarschijnlijk nog roepen. Durf maar eens te stoppen met roeren. Dit romige rijstgerecht is een knap staaltje Italiaans comfort food.

Het veelzijdige rijstgerecht is er ondertussen in ontzettend veel verschillende varianten. Maar de misschien wel meest bekende is de risotto alla milanese met saffraan en beenmerg. Heb jij deze knalgele risotto wel eens geproefd?
13. Umbrië: salumi
Verwar salumi niet met salami. Althans; als je als antipasti salumi besteld, zit er ongetwijfeld een salami-soort bij.

Ben je in Umbrië, dan mag je een groot bord met verschillende salumi zeker niet vergeten. Vooral in en om de gemeente Norcia kunnen ze er al eeuwen wat van.
Niet voor niets dat de traditionele term norcineria (oud-Italiaans voor slagerij) daar vandaan komt.
In Umbrië wordt het vlees op een traditionele manier gesneden en dat proef je. Probeer alle soorten salumi die je je maar kunt gedenken: prosciutto, capocollo, mortadella en daar zijn ze dan toch: de salami’s.
14. Ligurië: pesto genovese
De pesto genovese uit Ligurië staat in de volksmond ook wel bekend als groene pesto. Het is in Nederland de opfleuring van menig studentenmaaltijd (I plead guilty), maar vooral een overheerlijk groen ‘goedje’.

Pesto wordt door de gehele laars op verschillende manieren gemaakt, maar de pesto genovese is veruit de bekendste. De juiste combinatie van pijnboompitten, basilicum, extra vergine olijfolie, knoflook en parmigiano (of soms pecorino) laat jouw smaakpapillen vast ook harder kloppen.
Wie weet past er nog een potje in je koffer op de terugreis want, ondanks dat pesto erg gemakkelijk zelf te maken is, is dit een gevalletje: smaakt nergens zo lekker als in Italië. Dan kun je Italië maar beter mee naar huis nemen.
15. Molise: caciocavallo di agone
Ondanks dat de naam caciocavallo ‘kaas te paard’ betekent, wordt deze kaas wel degelijk gemaakt van koeienmelk.

De caciocavallo-kaas wordt al eeuwenlang op dezelfde manier gemaakt: de kaas wordt eerst 20 dagen gerijpt in de fabriek of bij de boer thuis. Daarna wordt de kaas minstens 3 maanden opgeborgen in een grot of kelder om verder te rijpen.
In deze zogenoemde rijpingskelders hangen de kaasjes gezellig 2 aan 2 over een balk om te rijpen. Zo komen ze aan hun vorm, maar zo komen we ook terug bij naam die wel degelijk slaat op het paard.
Als er twee kazen over de balk hangen, doet dat de oude Italiaan denken aan de zadeltassen op een paard. 1 en 1 is 2 nietwaar?
16. Friuli-Venezia Giulia: polenta friuliana
Dat de Italianen goed zijn met comfort food hoeven we je waarschijnlijk niet meer te vertellen. Pasta’s, risotto, pizza’s: allemaal kunnen ze op het lijstje. Maar er mist nog iets in dat rijtje: de polenta.

Dit gerecht op basis van maismeel kun je omschrijven als een warme deken die je nodig hebt na een wandeling op een koude winterdag. Oftewel comfort.
In deze streek wordt de polenta vaak geserveerd met nog een klassieker: frico. Een soort Spaanse tortilla, maar dan met kaas. Heel erg veel kaas.
17. Calabrië: ‘nduja
Als je het woord ‘nduja ziet, denk je waarschijnlijk hóé spreek ik dit uit? Is het endoeja of toch hnduuja?

Hoe je het ook uitspreekt, in Calabrië weten ze ongetwijfeld wat je bedoelt. De dankzij de chilipeper pittige varkenssmeerworst. Het klinkt bijna Hollands en misschien wat oneerbiedig, maar ‘nduja is toch echt op geen enkele andere manier te omschrijven als smeerworst.
De kans is groot dat je het al eens hebt gegeten, want tegenwoordig vind je de ‘nduja steeds vaker op pizza’s of door pasta’s. Maar, het is ook erg lekker op een broodje. Heb je toch nog een boterham met smeerworst op vakantie, net als thuis.
18. Valle d’Aosta: la fonduta
Als je denkt dat kaasfondue alleen iets is van de wintersport in Zwitserland, dan heb je het toch een beetje mis. Kaasfonduen kan ook prima in het zomerse, zonnige Italië.

Valle d’Aosta grenst aan de Zwitserse grens en goede gewoontes waaien nou eenmaal makkelijk over.
In deze streek gebruiken ze wel andere kaas dan de Zwitserse Emmentaler. Namelijk een lokale kaas, en we kunnen je vertellen dat dat toch anders smaakt dan de pakjes Emmi fondükaas van de buurtsuper.
19. Le Marche: olive all’ascolana
Een aperitivo is in Italië niet compleet zonder bruschetta, nootjes, chips en olijven. Toch zul je deze soort olijven niet heel snel tegenkomen op de borrelplank. Althans: in Le Marche kan het.

Deze olijven worden eerst gevuld met drie soorten vlees; meestal varken, kip en rund. Daarna worden ze gepaneerd en gefrituurd. Pas dus goed op als je een hap neemt, want, net als bij de Hollandse bitterballen, kunnen de olive ascolane verraderlijk heet zijn.
20. Trentino-Alto Adige: strudel di mele
Nog zo’n heerlijk wintersportgerecht waar je misschien niet van had gedacht het op vakantie in Italië te vinden: de strudel di mele. Beter bekend als de Apfelstrüdel.

In dit deel van Italië zijn de Oostenrijkse en Duitse tradities nog goed voelbaar en die kun je maar beter in ere houden als het om de Apfelstrüdel gaat. Slagroom erbij?
Welke van deze 20 typische regiogerechten uit Italië vind jij het lekkerst?
Comments